Een kleine greep uit de reacties op mijn nieuwe rol als verslaggever Superdiversiteit bij Nieuw Wij. Wat moeten we met wéér een nieuwe modeterm om de realiteit te beschrijven van deze tijd? Hoe vang je een samenleving in taal? In één enkel woord zelfs.

Dat is natuurlijk onmogelijk. Net als dat het woord ‘super’ niet gaat over ‘diversiteit: te gek, te gaaf, te tof’. Of dat superdiversiteit niet gaat over integratie: verbinden op voorwaarde van de dominante groep. Ook kan superdiversiteit niet ‘lukken’ of ‘mislukken’, want het is een realiteit.

Het begrip ‘superdiversiteit’

De Amerikaanse hoogleraar/onderzoeker Steven Vertovec slingerde het begrip superdiversiteit ruim tien jaar geleden de wereld in om de diversiteit onder inwoners van Londen te beschrijven. Waar er tot de jaren negentig vooral vanuit een paar landen naar Londen werd getrokken, telde de stad vanaf de jaren negentig een steeds grotere diversiteit aan nationaliteiten en afkomsten. Net als bij de autochtone bevolking kenmerken ook deze Londenaren zich natuurlijk door een oneindigheid aan verschillen in religie, sociaaleconomische positie, geaardheid, politieke voorkeur enzovoort.

Superdiversiteit gaat in essentie dus over gelaagdheid. Elke groep, elk individu is gelaagd. Zo is er onder moslims een eindeloze variatie aan religieuze belevingen, stromingen, opleidingsniveaus, politieke voorkeuren, nationaliteiten, afkomsten enzovoort. Net als dat je als individu gelovig en ouder en kind en zwart en vrouw en manager en voetballiefhebber kan zijn.

Niet óf, maar én

In steden als Amsterdam, Den Haag en Rotterdam heeft meer dan de helft van de inwoners een niet-Nederlandse afkomst. Onder jongeren is dat zelfs rond de 70%. Amsterdam kent inmiddels 178 nationaliteiten, waarbinnen die gelaagdheid ook aanwezig is. In de grote steden is superdiversiteit dus al de nieuwe norm. De Tegenlichtdocumentaire Mijn stad is mijn hart geeft een boeiende inkijk op wat deze nieuwe realiteit betekent voor inwoners, bestuur en beleid van Rotterdam.

Toch zien we deze gelaagdheid nog weinig terug in het publieke debat. Of binnen machtige instituten zoals politiek, onderwijs en media. We worden niet zelden gereduceerd tot één aspect van wie we zijn. We zijn ‘óf’ niet ‘én’. Zo word je bijvoorbeeld als ‘conservatieve moslim’ tegenover een ‘liberale moslim’ gezet om geloofskwesties uit te vechten. Groepen en gemeenschappen worden over één kam geschoren en individuen tot voorbeeld gemaakt van een hele groep of gemeenschap. Maar wanneer gemeenschappelijke grote zorgen besproken worden zoals klimaatverandering, polarisatie, zorg en armoede dan zien we weer weinig diversiteit in personen.

Én betekent dat ‘autochtone’ inwoners ook onderdeel zijn van de superdiverse samenleving. We zijn immers allemaal onderdeel van deze nieuwe realiteit. Daarmee verbreden we bij Nieuw Wij de sociologische term van Vertovec.

Nieuw-Wij-groep
Beeld door: Nieuw Wij

Nieuw Wij

Om de mogelijkheden en uitdagingen van superdiversiteit in kaart te brengen, ga ik me voor Nieuw Wij richten op de volgende vragen:

  • Onze samenleving is superdivers, maar veel machtige instituten zijn dat (nog) niet. Wat zijn daarvan de consequenties? Wie proberen hierin verandering te brengen? En hoe pakken ze dat aan?
  • Wat betekent superdiversiteit in onze omgang met elkaar? Wat voor nieuwe mogelijkheden voor verbinding, maar ook uitdagingen levert het op? Waar liggen onze grenzen en hoe respecteren we elkaars grenzen? Maar ook: welke (nieuwe) uitingsvormen en taal hebben we nodig om met elkaar te praten, onderzoek te doen en verslag te leggen?
  • Wat voor nieuwe verbindingen ontstaan er in onze superdiverse samenleving en wat voor nieuwe inzichten kunnen die opleveren op de grote gezamenlijke uitdagingen van deze tijd? (in samenwerking met verslaggever ‘nieuwe netwerken’ Kauthar Bouchallikht)
  • Hoe kunnen zingeving/religie/spiritualiteit mensen inspireren om tot gemeenschappelijke waarden te komen? (in samenwerking met verslaggever ‘zingeving’ Theo Brand)

Ook ik zal nieuwe uitingsvormen proberen te vinden om deze vragen in te vertalen. Dat betekent bijvoorbeeld dat u weinig vlammende opiniestukken van mijn hand zult zien. Of reeksen korte berichtjes over de actualiteit. Daar zijn al genoeg plekken voor. Liever probeer ik structuren en mechanismen te vangen in bijvoorbeeld series portretten en artikelen over hetzelfde onderwerp.

Mijn verschil is niet jouw bedreiging

Ik ben moeder, kind, partner, vrouw, vriendin, bicultureel, Amsterdammer, onderzoeksjournalist, docent, schrijver, historica, halve Arabist, Ajacied, romanverslinder – hoewel zich dat met twee kleine kinderen beperkt tot romanverzamelaar – , een vleesgeworden kritische noot én verbinder. Ik streef naar een samenleving die gelijkwaardig is. Waarin mijn verschil niet jouw bedreiging is en andersom. Door de gelaagdheid in onszelf en de groepen waartoe we behoren te erkennen en te belichten, kunnen we nieuwe verbindingen, uitingsvormen en inzichten vormen. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Superdiversiteit dwingt ons om uit onze veilige, herkenbare bubbels te stappen en op onszelf te reflecteren. Superdiversiteit betekent ook dat er wordt getornd aan bestaande machtsstructuren. Dat is ongemakkelijk en pijnlijk. Maar onafwendbaar.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
Zoë-4-kopie-mini

Zoë Papaikonomou

Schrijfster, onderzoeksjournaliste en docente

Zoë Papaikonomou is schrijfster, onderzoeksjournaliste en mediadocente. Haar werk is gericht op diversiteit, inclusie en …
Profiel-pagina
Al 5 reacties — praat mee.