Geïnteresseerden in de politiek zullen met gekromde tenen, opgetrokken wenkbrauwen, samengeknepen billen, tuitende oren en lede ogen het debat hebben gevolgd dat volgde op de regeringsverklaring van het kabinet Schoof op donderdag 4 juli. De oppositie liep te hoop tegen de PVV-ministers Marjolein Faber en Reinette Klever vanwege hun uitspraken over ‘omvolking’ en het dragen van hoofddoeken.
De Tweet van PVV-Minister Fleur Agema over de hoofddoek zorgde voor een ongekende schorsing van de presentatie van minister-president Schoof. De oppositiepartijen gingen tekeer en kern van hun betoog was dat de drie genoemde PVV-ministers met hun uitspraken en hun Tweet de eenheid van kabinetsbeleid zouden hebben geschonden en dat al op dag één. Minister-president Schoof repliceerde dat zijn kabinet er voor alle Nederlanders was en ten overvloede keek hij daarbij PvdA-GL Kamerlid Lahlah, hoofddoekdraagster, aan en verklaarde dat hij daar een mens zag die erbij hoort.
Op papier klopt alles
Wat wringt hier nu? Wel, Volkskrant-columniste Sita Sitalising bracht het in de Volkskrant van zaterdag 6 juli sterk onder woorden. Iedereen wordt in slaap gesust door het feit dat de hele ministersploeg, en dus inclusief de PVV-bewindslieden, maar ook de voormannen en -vrouwen van PVV, VVD, NSC en BBB, een stuk hebben ondertekend waarin zij verklaren zich aan de rechtsstatelijke en democratische principes te houden. Een papieren werkelijkheid die de premier niet nalaat te benadrukken: ‘mijn ploeg is er voor iedereen en we houden ons allemaal aan de democratische regels’.
Papier is zoals iedereen weet geduldig, maar de wet die ook op papier staat is er juist om aan te geven hoe te handelen als iemand de regels overtreedt. Het door het kabinet en coalitiepartijen ondertekende document is een soort van wet: het treedt in werking omdat we ervan uit mogen gaan dat de regels zullen worden overtreden. Als er geen overtredingen zijn is er immers ook geen wet nodig.
‘Wat’ minder
In het debat vond de volgende discussie plaats. DENK-Kamerlid Stefan van Baarle houdt Wilders voor dat ‘die mensen in een djellaba, die islamitische slagerij, dat is Nederland. Dat hoort bij Nederland. Wen daaraan, zeg ik tegen de heer Wilders’. Wilders echter antwoordt: ‘We zijn doorgeslagen. Mensen maken zich daar terecht zorgen om. En ik zeg: jongens we kunnen dat niet meer aan. We moeten dat wat minder maken. Dat gaat nu eindelijk gebeuren. Dat is hartstikke goed.’
De oplettende luisteraar hoort Wilders het woord ‘minder’ gebruiken, weliswaar ‘wat minder’ maar toch ‘minder’ en hij bedoelt in dit fragment te zeggen dat hij ernaar uitziet dat ‘mensen die zich vreemd in eigen wijk en stad voelen’ zich weer wel thuis gaan voelen want ‘dat (wat) minder maken gaat nu gebeuren’ en ‘dat is hartstikke goed’.
De Kamer besteedde verder weinig aandacht aan deze woorden en al helemaal niet de leiders van de andere coalitiepartijen en ook de premier niet. En dat terwijl deze woorden een schending waren van het plechtig ondertekende rechtstatelijke papier. Immers, dat ‘minder maken’ betekent toch niet anders dan een etnische schoonmaak in wijk en stad?
Turkije-Nederland
En zo waren er nog meer rechtstatelijke schendingen van de leider van de grootse partij. Op zaterdag 6 juli vond de EK-voetbalwedstrijd Turkije Nederland plaats, gewonnen door Nederland. Wilders plaatste deze Tweet online en dit was de tekst: ‘Ze schelden ons uit en haten ons. Vertrek naar Turkije, niemand verplicht jullie hier te blijven! Hierom is de PVV de grootste partij van Nederland.’ Juridisch zal deze uitspraak ongetwijfeld toegestaan zijn in het licht van de vrijheid van meningsuiting maar moreel staat hij haaks op het ook door Wilders ondertekende rechtstatelijke papier’ dat nu al gedegradeerd is tot een vod.
Patriotten voor Europa
Een andere handeling die Wilders deed is het aansluiten van zijn partij bij de nieuwe groep in het Europese parlement ‘Patriotten voor Europa’, een initiatief van de Hongaarse premier Viktor Orbán; het betreft hier een groep van vergelijkbare partijen als de PVV waarvan Orbán’s Fideszpartij de belangrijkste is. Orbán heeft zijn land gereduceerd tot de democratische paria van Europa en bestond het als een van zijn eerste handelingen, nu Hongarije het EU- voorzitterschap bekleedt dit half jaar, een bezoek te brengen aan de Russische president Vladimir Poetin: Mijn doel was om de kanalen van directe communicatie te openen en een dialoog te beginnen op de kortste weg naar #vrede, zo stelde de wat mij betreft nuttige idioot Orbán die denkelijk nooit een ‘rechtstatelijke verklaring’ heeft ondertekend.
En dat terwijl de minister Brekelmans van Defensie (VVD) en minister van Buitenlandse Zaken Veldkamp (NSC) rond diezelfde dag een bezoek brachten aan Kiev om Oekraïne een hart onder de riem te steken: het nieuwe Nederlandse kabinet blijft het land steunen. Maar hoe geloofwaardig is dat als de nu machtigste man van Nederland zich – nog meer dan hij al deed – aansluit bij Poetinvriend Orbán? Wat zegt het rechtstatelijke papier hierover?
Ontmaskeren
De oppositie doet er goed aan dit kabinet vooral ideologisch te bestrijden: pak het aan op de ideologische principes op grond waarvan het handelt; pak de diverse PVV-ministers niet persoonlijk aan, dat werkt niet. Houd de regering het ‘rechtstatelijke papier’ voor, wetend dat het werkt als een wet en eveneens wetend dat wetten er zijn omdat ze overtreden worden. De premier gelooft nog in het papier, wij weten inmiddels beter (en hij wellicht ook) en hoe vaker het papier geschonden wordt, hoe groter de druk op de andere partijen dan de PVV, om het PVV-smaldeel ideologisch te ontmaskeren.
Wilders indertijd:
“Willen jullie meer of minder Marokkanen?”
“Dan gaan we dat regelen.”
De Engelstalige versie van dit artikel is te vinden op Rozenberg Quarterly.