Ik groeide op met zuinige ouders, echte babyboomers die de honger die hun ouders hebben gekend nog hun hele leven is bijgebleven. Of mijn ouders om het milieu zuinig leefden, weet ik niet, maar het heeft zijn stempel achtergelaten op mijn eigen levensstijl. Ik probeer niets te verspillen, eet geen vlees, neem vaak de trein. Dat ik allergisch ben voor melk is mooi meegenomen. In 2017 ging ik langzaam over op een biologische levensstijl, waardoor ik nu nog maar moeilijk kan genieten van een niet-biologische appel.

Toch begin ik me steeds vaker af te vragen hoe logisch dat gevoel is. Hoe duurzaam is biologisch, en hoe niet-duurzaam is niet-biologisch? En waarom is biologisch eten nog altijd iets voor de happy few? Voor wie zijn al die juiste keuzes eigenlijk bedoeld?

Iedere zaterdag wordt de biologische Noordermarkt in Amsterdam druk bezocht. Het was de eerste biomarkt in Europa, bijna 40 jaar geleden opgericht. Vijf jaar lang heb ik achter de kruidenkraam gestaan, waardoor ik het gevoel heb gekregen dat we ons allemaal lijken te houden aan onze duurzame voornemens. Dertig biologische lokale ondernemers roepen: “Eet met het seizoen! Biologisch-dynamisch! Vegetarisch! Verspil niet!”

De markt wordt bezocht door een breed scala van klanten. Mensen die bij iedere kraam navragen of de producten wel biologisch zijn; bezoekers die na de markt de overgebleven producten in hun tassen stoppen, soms met geduw en getrek als iemand alle sinaasappelen meeneemt; nieuwsgierige klanten die alles te duur vinden. De ondernemers ruilen met elkaar en gunnen de klanten wel eens wat, maar ze sjoemelen ook: bio is niet altijd bio.

Emma Rosita

Mijn baas is de filantroop van de markt. Hij luistert naar de verhalen van zijn klanten, soms iets te lang, en steekt ze eens wat toe. Het draait hem niet om het geld, maar om het werk dat hij doet. Hij eet het vlees van zijn eigen ossen die hem vijf jaar lang van mest voorzien voor het land, en maakt tincturen van paardenbloemen uit het weiland die in de composthoop gestopt worden. De buurman heeft een klein stuk land te leen voor een moestuin. Als de basilicum-oogst mislukt door hevige regenval raken sommige klanten in paniek. Ze zien zijn boerderij als het paradijs op aarde, maar het is vooral hard werken, voor zo maar een bezoekje is geen tijd. Gelukkig mag ik wel op bezoek komen, als ik ook aan het werk ga. Met de hand verwijder ik het onkruid tussen de rijen koriander, er komt geen druppel bestrijdingsmiddel op het erf.

Maar ook mijn baas zal de planeet niet redden, zelfs al stopt hij met vlees eten. Ik werk in een bubbel waarin iedereen met duurzaamheid bezig lijkt te zijn, maar vergeet dat het slechts beschikbaar is voor de happy few en een groot deel van de bezoekers alleen maar door de markt heen loopt. De niet-biologische Ten Katemarkt in Amsterdam wordt beter bezocht en is veel betaalbaarder. Een markt waar ik niet graag kom omdat biologisch voor mij misschien bijna een religie is geworden. Maar schreef ik niet ooit dat religies de planeet zouden kunnen redden?

Ik heb nooit stilgestaan bij de rol van religie in het zorgen voor de planeet. Ik ben niet alleen niet-gelovig, ik ben lange tijd ook antireligieus geweest, iets wat voortkwam uit mijn opvoeding. Tot ik ontdekte wat de rol van religie als verbindende factor is in een samenleving. Religie geeft mensen de verantwoordelijkheid elkaar aan te spreken op slecht gedrag. Niet dat religie dé oplossing is voor klimaatverandering, het bewustzijn bij gelovigen wat betreft de planeet kan alsnog ontbreken, maar er is ruimte om elkaar op dit gedrag aan te spreken.

Maar wat doen we als we ergens in doorslaan? Ik frons regelmatig diep als mijn vriend weer kip eet, maar ook wanneer een vriendin van zichzelf baalt als ze een niet-veganistisch koekje met honing eet. De mensen in mijn duurzaamheidsbubbel mogen blij zijn dat ze de luxe hebben om te kunnen kiezen, dat ze niet in de rij staan bij de voedselbank, die het met steeds minder voorraad moet doen. Dat ze niet bestraft worden omdat ze weggegooid voedsel stelen van een supermarkt. En dat ze er niet kritisch aan voorbij lopen als het niet biologisch is.

Je vergeet makkelijk dat duurzaamheid meer is dan een keurmerk, vegetarisch eten of een groene bankrekening. Niet iedereen kan die keuzes maken of heeft toegang tot die informatie. Ik hoop de komende tijd met het thema Inclusieve duurzaamheid een beter beeld te kunnen schetsen van de soms minder vanzelfsprekende manieren waarop we met duurzaamheid bezig (kunnen) zijn, los van de lokale, biologisch-dynamische boeren en hun gretige klanten.

De artikelenserie Inclusieve duurzaamheid wordt mede mogelijk gemaakt door

bannerapostel
Emma

Emma Kemp

Redacteur

Emma Kemp heeft een achtergrond in de taalkunde en studeerde journalistiek. Ze schrijft over uiteenlopende onderwerpen die raken aan alles …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.