Dit nieuwe werk van de theoloog en koranvertaler dr. Eduard Verhoef doet me denken aan een indrukwekkend verhaal uit het vroege begin van de islam. Toen werden de eerste moslimbekeerlingen zwaar onderdrukt en vervolgd door de polytheïstische machthebbers van Mekka. De enige uitweg, vooral voor de zwakken onder hen, was om te vluchten naar Ethiopië, ook bekend als Abessinië, zoals de Profeet Mohammed had aanbevolen. Daar heerste een vreedzame en rechtvaardige christelijke koning, genaamd Ashama. Dat was in wezen een realistische en strategische beslissing om het leven van dat machteloze groepje te sparen enerzijds, en om de pas ontstane godsdienst in stand te houden anderzijds.

Zodra de Mekkaanse polytheïsten te horen kregen dat een aantal moslims op de vlucht was naar Ethiopië, stuurden zij hun gezanten met kostbare geschenken naar koning Ashama met de bedoeling om de vluchtelingen mee terug te nemen. Nadat de koning zorgvuldig en belangstellend had geluisterd naar het verhaal van de vluchtende moslims over de boodschap van de islam en over Jezus en zijn moeder Maria, barstte hij in tranen uit zodat zijn baard nat werd. Hij zei dat deze nieuwe godsdienst uit dezelfde bron voortkwam als de boodschap van Jezus. Daarom werden de moslimvluchtelingen niet uitgeleverd aan de Mekkaanse polytheïsten en mochten zij daar veilig en beschut verblijven.

Het is duidelijk dat de positieve houding van de moslims ten opzichte van Jezus een cruciale rol heeft gespeeld in deze doorslaggevende gebeurtenis in de vroege geschiedenis van de islam. Daarom is de objectieve kennis van de figuur Jezus aan beide kanten hoognodig, zeker ook in onze hedendaagse pluralistische samenleving. In dit kader kunnen we de bijdrage van Eduard Verhoef situeren als een boeiende en leerrijke theologische zoektocht naar de betekenis van Jezus in het christendom en de islam.

Het bespreken van het concept Jezus kan vergeleken worden met ‘een avontuur’, omdat het om een complex en omstreden thema gaat, namelijk de christologie van het christendom en de christologie van de Koran. Dit concept wordt voortdurend besproken door moslims en christenen zowel vroeger in de apologetische debatten als tegenwoordig in de interreligieuze dialogen. Vaak vormt het een soort hinderpaal die ongelukkigerwijs de werkelijke toenadering verhindert tussen de aanhangers van deze twee grootste religies ter wereld. Zo wordt de zogenoemde ‘dialoog van hart tot hart’ tegengehouden, ondanks het feit dat we ons in de realiteit onder het dak van dezelfde samenleving bevinden. Deze warmhartige dialoog kan niet anders bereikt worden dan door elkaar beter te leren kennen en door gemeenschappelijke noemers die ons kunnen verenigen en samenbrengen.

Het valt me op in deze comparatieve benadering dat de schrijver ons dichter bij allerlei theologische beeldvormingen van Jezus brengt. Het gaat niet alleen om de nieuwtestamentische Jezus en de koranische ‘Īsā zoals gewoonlijk, maar ook om andere beelden van Jezus die niet bekend zijn onder het doorsnee publiek.

Ten eerste de visie van de jodenchristenen als de belangrijkste groep ‘in het kader van deze studie, omdat er nogal wat overeenkomsten zijn wat betreft de visie op Jezus tussen jodenchristenen en moslims. Met de benaming jodenchristenen worden bedoeld mensen die, meestal komend uit en zich vasthoudend aan de joodse traditie, zich hebben aangesloten bij volgelingen van Jezus’. Ten tweede de arianen die van mening waren ‘dat Jezus weliswaar aan God gelijk was, maar dat hij niet werkelijk God was’. Ten derde de nestorianen die meenden ‘dat Christus een menselijke en een goddelijke natuur had en dat die twee naturen van elkaar gescheiden waren’. Ten vierde de monofysieten die veronderstelden dat ‘Christus één god-menselijke natuur had. De menselijke en de goddelijke natuur waren zo met elkaar vermengd’. Ten slotte de visie van de conciliechristenen als het meerderheidsstandpunt. Bij hen heeft de christologie in de kerken van het Romeinse rijk vorm gekregen. De uitspraken van de concilies werden de richtlijn (Jezus is zoon van God en is God, met een menselijke en een goddelijke natuur).

Hieruit blijkt dat de afschilderingen van Jezus zeer divers en gevarieerd zijn. Dat is vooral te danken aan de verschillende visies op Jezus, die we in het Nieuwe Testament vinden. Deze zullen in de tijd daarna ook steeds weer verdedigd worden. ‘Sommigen wilden Jezus als een groot profeet blijven zien, terwijl anderen, de meesten, Jezus juist steeds groter maakten. Er was een duidelijke behoefte om Jezus te vergoddelijken, maar er waren ook mensen die daartegen in opstand kwamen’, zoals Verhoef concludeert.

Ter afsluiting wil ik nog verwijzen naar het feit dat ondanks de onmiskenbare theologische contrasten tussen de islam en de christelijke mainstream wat het concept Jezus betreft, Jezus de zoon van Maria steevast aanwezig blijft als ‘een groot profeet’ zowel bij de christenen als bij de moslims. Van beide groepen gelovigen verdient Jezus alle eerbied en is hij steeds present in hun gedachten, gevoelens en gebeden. Hopelijk zal dit voortreffelijke betoog zorgvuldig en met open geest gelezen worden, zodat we ons de essentiële rol kunnen realiseren die Jezus of ‘Īsā kan spelen in onze hedendaagse samenleving als symbool van barmhartigheid, opoffering en liefde.

Lees de recensie door Bert Altena

christ-1618197_1920

Recensie van ‘Jezus in christendom en islam’ van Eduard Verhoef

Erkenning dat verschillende visies op Jezus mogelijk zijn, bevordert de dialoog

28828395_423622488107695_2387606142584242700_o

Tijani Boulaouali

Islamtheoloog en Arabist

Dr. Tijani Boulaouali is Islamtheoloog en Arabist.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.

Advertentie

Kloostercast