Sterfbedverzachter. Dat is de term die Carola Kruijswijk gebruikt voor haar werk als ritueelbegeleider. Ze ziet het als haar missie om meer zachtheid en openheid rondom de dood te brengen. Sterven is namelijk zoiets groots en angstaanjagends dat mensen geneigd zijn het te beheersen door ervan weg te kijken. Maar je kunt de dood niet op afstand houden, weet Kruijswijk, en het leven ook niet.
Carola Kruijswijk groeide op in een gereformeerd-vrijgemaakt milieu, waar ze als meisje een geloofswereld kreeg aangereikt die totaal niet aansloot bij haar eigen onbevangenheid. Ze wilde niet onderworpen zijn aan een systeem waarin ze een almachtige Heer moest danken voor alledaagse dingen.
Jaren later kon Kruijswijk via de omweg van het boeddhisme afrekenen met het zondebesef dat haar tegen wil en dank was aangepraat. Voor Carola Kruijswijk is God een werkwoord geworden. Iets wat je moet doen en waarmaken.
De onverwachte dood van haar eigen vader heeft in haar geval sterk bijgedragen aan de beslissing om ritueelbegeleider te worden. Hij overleed aan een hartaanval, zonder afscheid te hebben genomen. Carola Kruijswijk: ‘Als iemand is overleden, is de relatie niet voorbij. Er is iets doorgesneden dat je weer bij elkaar moet brengen. Uitvaartrituelen helpen daarbij.’