Leerstoel Hedendaagse Islam
De Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de RUG heeft de nieuwe leerstoel Hedendaagse Islam ingesteld op 1 september 2016 om onderwijs en onderzoek uit te voeren en faciliteren rond het thema ‘geleefde islam’, met betrekking tot uitingen en betekenis van religie in het dagelijks leven van moslims. Vanuit verschillende invalshoeken, met een nadruk op etnografisch veldwerk, zal worden gekeken naar de manier waarop in de huidige geglobaliseerde wereld de uiteenlopende culturele contexten en machtsverhoudingen waarvan specifieke groepen moslims deel uitmaken tot uitdrukking komen in hun religieuze opvattingen en praktijken. Marjo Buitelaar deed in de afgelopen jaren als universitair hoofddocent aan de faculteit op uiteenlopende manieren onderzoek naar de islam in het dagelijks leven en de identiteitsontwikkeling van moslims. In haar functie als hoogleraar heeft zij de onderzoekslijn van ‘geleefde religie’ verder vormgegeven.
Bruggen bouwen
In haar oratie zal zij betogen dat, om volledig de rijke en gevarieerde betekenis te kunnen begrijpen van wat mensen als ‘religieus’ ervaren in hun eigen leven, we ook de omstandigheden moeten onderzoeken waarin religie slechts op de achtergrond speelt. Alleen kijken naar situaties waarbij religie duidelijk op de voorgrond treedt, zoals in de politieke islam en in conflictsituaties, is niet voldoende.
‘Het etnografisch in kaart brengen van de contextuele aanwezigheid van de islam in het dagelijks leven van moslims geeft ons niet alleen kennis over de zeer gevarieerde wijze waarop islamitische geschriften in de praktijk worden gebracht, wat interessant is voor academici’, aldus Buitelaar. ‘Het overbrugt ook de veronderstelde afstand of zelfs tegenstelling tussen moslims en niet-moslims, karakteriserend voor de huidige maatschappelijke angst ten aanzien van de islam in Europa. En daarmee dient dit soort onderzoek ook een maatschappelijk belang.’
Oratie
De oratie zal plaatsvinden op 16 januari om 16.15 uur in de aula van het academiegebouw.
Ikzelf heb nu -behalve incidentele ontmoetingen met moslims- ook intensiever contact met 3 verschillende denktranten binnen de islam. Langzaamaan begin ik door de buitenkant heen steeds dichter naar de kern te komen. Soms gaat dat gepaard met onbegrip en misverstanden. Angst is daarbij een grote boosdoener. Als je echter doorzet, de hobbels neemt en vooràl bereid bent ècht te luisteren naar elkaar, groeit het wederzijds vertrouwen.
Ik ben ook razend benieuwd of en zo ja hoe de wetenschappelijk vergaarde informatie over de islam en vooral ook de Koran bij moslims terecht komt. Het lijkt erop dat veel moslims de Koran niet zelf hebben gelezen maar voor hun kennis en begrip afhankelijk zijn van in het buitenland geworven imams. Het zou dan een goede zaak zijn als zij open leren te staan voor andere, wetenschappelijk verantwoorde, inzichten.
Wat fascineert, is de treurige blik van deze professor. Zo aanvaard je toch geen nieuwe leerstoel?
Waar ‘islamitische antropologie’ ons erop wijst dat het probleem met de politieke islam veroorzaakt wordt doordat het de religie naar de achtergrond drukt, leren we in ‘de antropologie van de islam’ dat daarbij religie duidelijk op de voorgrond treedt. De afgelopen decennia zijn studies onder die noemer in opkomst, maar zou een benadering van buitenaf ons meer inzicht verschaffen? Laten we hopen dat het niet nog meer leidt tot herlevingen van mythologie rondom de religie, want er bestaan een aantal voorbeelden die juist veroorzaakt zijn op die manier. Mensen die voor anderen praten leveren niet altijd de meest gunstige bijdrage aan debatten. Het is vaak beter om de experts er zelf bij te betrekken, tenzij dat hetgeen is, wat men hiermee wil voorkomen, maar dat zou de overtreffende trap van polarisatie wezen. Er is een groot verschil tussen een debat óver en een debat mèt. De bevordering van het debat is niet per definitie gunstig.
Precies, meneer Brom!
Nu heeft deze professor zich zeer waarschijnlijk goed verdiept in “de hedendaagse islam”.
Dus oppervlakkige one-liners verwacht ik niet van haar.
Het is bovendien verstandig om een goed geformuleerd overzicht, in duidelijk Nederlands te krijgen aangereikt, zodat bij onwetenden een denkraam ontstaat, waarin verder door de praktijk en door eigen ondervinding meer invulling kan worden gegeven.
Het allerbelangrijkste lijkt mij daarbij, dat de angst eens woorden krijgt en uit die onderbuik van mensen verdwijnt.
De grootste ontkrachting van die angst geschiedt echter , als er contact is tussen de verschillende bevolkingsgroepen: praatje op de markt, pakje aanpakken van de post voor de Marokkaanse buren, koppie thee… Contact begint met gewone, alledaagse menselijke interactie. Dat geloof komt dan later, als je elkaar hebt leren kennen.
Ik hoop dat veel “gewone” Nederlanders kijken naar het t.v. programma “Groeten uit Holland”, over 5 “gewone” Marokkaanse vrouwen…
Die mogen zó mijn tante of oma worden. Heerlijk!