Van Os heeft Best Interests of the Child (BIC)-Assessments uitgevoerd bij 27 gevluchte kinderen om hun belangen te onderzoeken. Deze BIC-Assessments geven betrouwbare informatie die de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) mee kan nemen bij het besluit over het asielverzoek van de kinderen. Met haar onderzoek illustreert Van Os dat het mogelijk is om een gedragswetenschappelijke onderbouwde inventarisatie van de belangen van deze kinderen te maken.
Asielprocedure
De asielprocedure is voor recent gevluchte kinderen een moeilijk proces. “Zeker als het gaat om getraumatiseerde kinderen kan het ingewikkeld zijn om duidelijk te vertellen waarom ze in Nederland veiligheid zoeken. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) wil een coherent en consistent verhaal horen en dat is vaak te veel gevraagd voor deze kinderen”, zegt Van Os. “Er is nog weinig kennis beschikbaar over de manier waarop traumagerelateerde klachten doorwerken in het contact tussen kinderen en de IND. Dit onderzoek geeft eerste handvatten waar rekening mee gehouden kan worden, zoals een langere acclimatisatietijd en een kindvriendelijke interpretatie van de verhalen.”
Verbinding met rechtsgebieden
Van Os zoekt in haar onderzoek verbinding met andere rechtsgebieden die te maken hebben met gedragswetenschappelijk onderzoek naar de belangen van kinderen in een juridische context. Ze vindt de verschillende posities van het belang van het kind opmerkelijk: “Denk bijvoorbeeld aan het kinderbeschermingsrecht. Een gedragswetenschapper schrijft dan een rapport of het kind nog veilig kan opgroeien bij de ouders of dat de overheid moet ingrijpen en een veilige plek zoeken voor het kind. Het belang van het kind staat dan vanzelfsprekend voorop.”
Waarborgen van ontwikkeling kind
Binnen het migratierecht valt de positie van het belang van het kind nog te betwisten. “Het is zorgwekkend dat het binnen dit rechtsgebied niet gebruikelijk is om het belang van het kind serieus te nemen. In mijn proefschrift laat ik zien dat het mogelijk is om dat wel te doen. Het is belangrijk dat de IND een objectief beeld krijgt van deze belangen, zodat ze daar ook rekening mee kunnen houden, zoals het Kinderrechtenverdrag voorschrijft, ” vindt van Os.
Maatschappelijk en politiek klimaat
Van Os is zich ervan bewust dat het onderzoek in een ingewikkeld maatschappelijk en politiek klimaat valt. “Wij hebben dit onderzoek puur vanuit de gedragswetenschappen onderzocht. Er is op een geduldige en precieze manier gekeken naar de problemen van gevluchte kinderen. Het is nu aan anderen te bekijken of de onderzoeksresultaten kunnen leiden tot meer oog voor het belang van het gevluchte kind in het migratierecht.”
Het volledige onderzoek van Carla van Os vindt u hier.