Heb je veel reacties gehad of…?
“Ik heb honderden reacties gekregen en ze blijven nog steeds komen, al is het niet meer met tientallen tegelijk. De meeste reacties krijg ik via de mail, waarin mensen vaak ook hun persoonlijke ‘afvallige’-verhalen vertellen. Er wordt heel positief en ook emotioneel gereageerd op mijn website. Ik merk aan wat mij toevertrouwd wordt, dat mensen vaak diep geraakt zijn. De reactie die ik het meest krijg is dat mensen het moedig en verbindend vinden en dat ze zich diep herkennen in gevoelens die ik onder woorden breng en waar toch nog vaak een taboe op ligt.”
Welke reactie heeft de meeste indruk gemaakt?
“Dat is er niet één in het bijzonder. De meeste indruk maken de vaak zeer schrijnende verhalen en de eenzaamheid van de mensen daarachter, die deze verhalen – soms voor het eerst! – vertellen. Er is veel verborgen leed onder ‘afvalligen’. Zij wringen zich vaak in allerlei bochten om met name de band met de gelovige ouders en andere gelovige familieleden zo goed mogelijk te houden. Dit is vaak zeer ingewikkeld en moeizaam, omdat mensen zich zowel schuldig als veroordeeld voelen. Dat hier sprake is van veel leed, blijkt uit het feit dat in de meeste mails die ik tot nu toe kreeg, de vaak moeizame relatie met de gelovige ouders ter sprake wordt gebracht.”
Als je kijkt naar die moeizame relatie: wat is volgens jou de kern van het probleem?
“De kern is denk ik miskenning. Het afvallige kind voelt zich veroordeeld en wordt dit vaak ook letterlijk. De band tussen ouders en kind is vaak ingrijpend veranderd en dit wordt voor alle betrokkenen als een groot verlies ervaren. De vanzelfsprekende acceptatie en saamhorigheid is weg. Het afvallige kind wordt hierin vaak gezien als de schuldige. Dit voelt heel onrechtvaardig. Immers: net als de gelovige ouders, probeert ook het ‘afvallige’ kind alleen maar het ‘juiste’ te doen. De inzichten verschillen. Het is vaak een gevecht om erkenning. Erkenning dat je in wezen een goed mens bent en goed wilt doen. Erkenning voor wie je bent!”
Ga je aan dit onderwerp zelf de komende periode (meer) aandacht besteden op je website?
“Mijn laatst geplaatste stuk gaat volledig over het onderwerp ‘gelovige ouders’. Wat mij betreft een zeer belangrijk onderwerp en omdat ik hier de meeste reacties op krijg, staat het tijdelijk ook helemaal bovenaan mijn site. Ook is er nu de Facebookcommunity ‘Ik ben een afvallige’, waar mensen zich aan kunnen melden en mee kunnen praten over dit onderwerp.”
Wat moet er volgens jou gebeuren om het gesprek over dit onderwerp breder maatschappelijk te voeren?
“Naar elkaar luisteren! En praten. Er zijn zoveel taboes! Ik weet alleen niet of het gesprek per se breed maatschappelijk gevoerd moet worden. Het speelt slechts in relatief kleine (Calvinistische, dogmatische) kringen zo’n grote rol. Ik denk daarom eerder aan ‘luisteren’ en ‘praten’ in kleiner (gezins)verband. Zowel luisteren als praten wordt bemoeilijkt door angst en schuldgevoel. Schuldgevoel maakt dat ouders vaak niet precies willen horen waaròm het kind afvallig geworden is en evenzo wil het ‘afvallige’ kind vaak niet horen hoeveel verdriet de ouders hebben. Datzelfde schuldgevoel maakt ook dat mensen over hun pijn en verdriet zwijgen.”
Hoe denk je dat gelovige ouders en ‘afvallige’ kinderen beter naar elkaar kunnen leren luisteren?
“Ik denk dat een helpend uitgangspunt zou kunnen zijn dat er meerdere verhalen naast elkaar kunnen bestaan. Dat je niet hoeft te kiezen of iets ‘goed’ òf ‘fout’ is (het zogenaamde ‘scheidingsdenken’ dat vaak juist in deze dogmatische kringen een manier van denken is), maar dat bijvoorbeeld een opvoeding ervaren kan worden als èn liefdevol (‘goed’) èn beperkend (‘fout’). Dan hoef je niemand onrecht aan te doen als je je eigen verhaal vertelt. Niet strijden om één verhaal en één vertelrecht, maar ruimte maken voor méér verhalen. Als alle betrokkenen zich gehoord, gekend en geliefd weten door elkaar, is de pijn veel beter te dragen en is er een bredere basis voor een blijvend goede omgang met elkaar. Vraag elkaar bijvoorbeeld wat het meeste pijn doet en luister zonder oordeel en vol empathie naar het antwoord.”
Ga je behalve met je website nog op andere manieren aan de slag met het thema van afvalligheid?
“Dat weet ik nog niet. Ik heb nu nog veel werk aan de gesprekken die ontstaan zijn n.a.v. de website. Ik merk wel dat het meeste op de website wat mij betreft nu gezegd is. Misschien zal ik nog enkele artikelen toevoegen, maar dan is de website klaar. Wat er verder nog gaat gebeuren zie ik wel. Ik voel wel dat het mijn hart en betrokkenheid heeft en waarschijnlijk ook nog lang zal houden. Ik kan me dan ook voorstellen dat ik blijf zoeken naar manieren om meer te doen. Maar op dit moment heb ik hier nog geen concreet zicht op.”
Moedig van je om met je verhaal naar buiten te komen. De reacties op je website tonen aan dat je hier enorm veel mensen mee helpt.
Met veel belangstelling ‘uw verhaal’, gelezen in mijn Dagblad.
Het is inderdaad zeer moedig om zo naar buiten te komen, als “afvallige…!”
Ik ben ook Gereformeerd opgevoed, en ging als kind elke zondag, met één
van mijn ouders naar de plaatselijke Gereformeerde kerk.
Als kind…, krijg je het Geloof mee als ‘overlevering’, je hebt er NIET over nagedacht, maar…nu ik volwassen geworden ben.., ga ik er over Nadenken!
De Bijbel is een dik boek…je kunt toch Niet aannemen…dat een dergelijk boek…alleen maar bestaat uit sprookjes, dat gaat volgens mij…te ver!
Ik lees al in Exodus 32, – de uittocht uit Egypte – en dat Mozes iets ’te lang weg blijft, op de Berg…’, en Het Volk Israël, onrustig wordt, Het Volk vroeg aan Aär0n, “Maak een God voor ons, die voor ons uit kan gaan!”
Hieruit blijkt dus, dat de mensen, (ook nu), wel geloven…dat er misschien een Hogere Macht bestaat, maar men weet ‘niet welke!’
Is het dan voor de ‘zekerheid’, niet beter… om “wel te gaan geloven!?!”
Het is ‘vrij simpel’, geredeneerd, maar men moet er toch eens ‘goed over nadenken!’
Met vriendelijke groet, Mart Kuitert, Zuidlaren.