Toen het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) enkele weken geleden haar advies neerlegde over het Amsterdamse kunst- en erfgoedbeleid voor de komende vier jaar, zal het niet verwacht hebben dat een klein onderdeel van dat advies, namelijk de intrekking van de subsidie voor het schuilkerkmuseum Ons’ Lieve Heer op Solder, zoveel reactie zou oproepen. Buurtbewoners startten een petitie die inmiddels door meer dan 12.000 mensen is ondertekend. Onlangs lieten ook bekende columnisten als Lotfi El Hamidi en Martin Sommer, in respectievelijk de NRC en de Volkskrant, van zich horen. Het werd een nationale kwestie. Televisiepersoonlijkheden als Jacobine Geel lieten weten de actie te ondersteunen.
Daarbij bestond bij sommige van de actievoerders de indruk dat het museum het slachtoffer was geworden van het nieuwe diversiteitsbeleid van de gemeente. Het AFK voelde zich in het defensief gedrukt, waarbij AFK-directeur Annabelle Birnie in Trouw liet weten dat diversiteit niet de oorzaak was voor de intrekking van de subsidie, maar simpelweg dat haar Fonds onvoldoende geld had om te verdelen. De commissie was juist erg positief over de aanvraag, waarbij in de beoordeling onder meer gesteld werd dat de activiteiten van het museum ‘van wezenlijk belang zijn voor de leefbaarheid van Amsterdam’.
Zoeken naar een oplossing
Ondertussen heeft de discussie over Ons’ Lieve Heer op Solder, helaas, het voortbestaan van het museum geen stap dichterbij gebracht en dat is onbevredigend. Mogelijk dat er binnen het kader van een Kunstenplan, waarin erg de nadruk ligt op een artistieke, kunstzinnige beoordeling van de voorgelegde plannen van de instellingen, ongelukkig genoeg ook bij de erfgoedaanvragen, niet voldoende ruimte is om Op Solder te subsidiëren. Van de 206 binnengekomen aanvragen vielen er 12 in het domein erfgoed, van deze 12 moesten er 5 worden afgewezen, ook wanneer positief beoordeeld. Naar mijn mening kan dit niet het laatste woord zijn over een museum waarvan nog maar vijf jaar geleden de entree werd herbouwd en toen heropend werd door Koningin Máxima. Nog maar een jaar geleden nam minister Van Engelshoven tijdens een werkbezoek deel aan een masterclass Voices of Tolerance, een cultuureducatieprogramma van het museum.
Museum Op Solder, dat in 1990 een plaats kreeg op de Nederlandse Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en ook nog eens een bijzonder verhaal vertelt over de omgang met religieuze diversiteit in heden en verleden, verdient het om gered te worden. Is het niet uit de lengte dan wel uit de breedte. De rol van het museum is respect vragen voor religieuze diversiteit en het verbinden van verschillen, een taak die bij uitstek van belang is in een religieus diverse samenleving.
Erfgoed, identiteit en diversiteit
Wat Op Solder gemeen heeft met een vergelijkbaar museum-monument als bijvoorbeeld het Anne Frank Huis in hetzelfde Amsterdam, is dat het een groot verhaal vertelt op een kleine invoelbare wijze.
Zoals je in het Anne Frank Huis kan zien hoe de onderduikers via een draaibare kast toegang kregen tot het verborgen achterhuis, is er in het woonhuis aan de Oudezijds Voorburgwal 38 aan het einde van de 17e eeuw verborgen op zolder een kerkzaal ingericht, die slechts bereikbaar was via een verborgen ingang in het steegje ernaast. Er is ook een schuilruimte voor de priester in geval van een politie-inval.
Op Solder documenteert het verhaal van een religieuze minderheid die letterlijk ondergronds werd gedrongen en in de loop van de 17e eeuw dan misschien oogluikend werd getolereerd, maar als schuilkerk toch regelmatig te maken had met politie-invallen. Het processieverbod werd in Nederland overigens pas opgeheven in 1983, tot in de 19e eeuw werden katholieken uitgesloten van publieke ambten en was er ten tijde van de Republiek een verbod op ‘gemengde’ huwelijken.
Erfgoed als diversiteit
Erfgoed wordt meestal verbonden met identiteit. Het museum werd eind negentiende eeuw opgericht door een groepje zich emanciperende katholieken dat zich een plaats opeiste in het Amsterdam van toen. Het museum was, net als de in die zelfde 19e eeuw even verderop gebouwde triomfantelijke Nicolaaskerk bij het Centraal Station, een onderdeel van de identiteitspolitiek van een zich onderdrukt voelende minderheidsgroep.
Een periode later, in de jaren vijftig van de vorige eeuw, ging de gemeente Amsterdam financieel bijdragen aan de instandhouding van het museum, dat nu de tolerantie in de omgang met religieuze minderheden ging symboliseren. Nu, nog weer een periode later, houdt het museum ons een spiegel voor over de omgang met verschil, in een steeds religieus diverser wordende samenleving.
Op dit moment loopt er in het museum het project ‘See me, hear me, meet me’, over wat het betekent als jongere van 15 om te leven in een cultureel diverse samenleving, een project dat in samenwerking met enkele kunstenaars tot stand kwam. Het museum draagt zo wezenlijk bij aan burgerschapsvorming, waarbij erfgoed niet alleen staat voor identiteit maar juist ook raakt aan omgang met diversiteit. Elke tijd stelt steeds weer nieuwe vragen aan het verleden, gestuurd door actuele uitdagingen, en het is de kracht van het museum dat het in de afgelopen 150 jaar van haar bestaan daar steeds opnieuw heeft weten in te spelen.
Omgang met religieus verschil is wereldwijd een grote uitdaging. In een tijd van verhardende tegenstellingen is het geen overbodige luxe dat een museum zoals Op Solder zich hiervoor inzet. Religieus erfgoed is niet alleen iets van vroeger, het stelt je ook in staat om bruggen te slaan naar de toekomst.
Oproep
Vandaar mijn oproep aan de gemeente Amsterdam om, als het in het kader van de leefbaarheid van de stad het niet meer mogelijk Op Solder te subsidiëren via het Kunstenplan, dan een alternatief potje te vinden dat het voortbestaan van het museum mede kan garanderen.
Voor meer informatie over de geschiedenis van het museum zie:
Judith Pollmann, ‘Amsterdam: Ons’ Lieve Heer op Zolder. Paapse stoutigheden op de Wallen’, in Maarten Prak (redactie), Plaatsen van herinnering. Nederland in de zeventiende en achttiende eeuw (Amsterdam 2006) 296-307, online via Academia.edu.
en
Marco Blokhuis, ‘Ons’Lieve Heer op Solder: Museum voor de katholieke geschiedenis van Amsterdam’, Jan Jacobs e.a. (redactie), Aan plaatsen gehecht. Katholieke herinneringscultuur in Nederland (Nijmegen 2012) 569-588.