Via de Participatiewet zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van alle werkzoekenden, waaronder vluchtelingen die in de gemeente worden gehuisvest. Eén op de zes gemeenten (18%) heeft in aanvulling daarop specifiek beleid gericht op arbeidstoeleiding van vluchtelingen. Meer dan de helft (54%) van de gemeenten heeft dergelijk beleid in ontwikkeling.

Knelpunten bij arbeidstoeleiding statushouders

De grootste hindernis voor het vinden van werk is volgens gemeenten de gebrekkige Nederlandse taalvaardigheid van statushouders. Maar ook de onbekendheid met de Nederlandse arbeidsmarkt en (mogelijke) gezondheidsproblemen en/of trauma’s spelen een rol. Bijna twee derde van de gemeenten (61%) stelt dat er op dit moment onvoldoende geschikt werk is in hun regio. Een grote uitdaging ligt wat hen betreft dan ook in het motiveren of ‘overhalen’ van werkgevers om vluchtelingen een werk(ervarings)plaats aan te bieden. Daarnaast geeft ruim de helft van de gemeenten aan dat ze over onvoldoende financiële middelen beschikken.

Kansen en randvoorwaarden

Kansen om moeilijk bemiddelbare vluchtelingen aan het werk te helpen, zien gemeenten voor de helft via (aanvullende) opleiding of scholing en voor de andere helft via activeringsactiviteiten, zoals vrijwilligerswerk, of werkervaringsplaatsen. Op dit moment start ruim een derde van de gemeenten (36%) pas na afronding van de verplichte inburgering met activiteiten voor arbeidstoeleiding. Hierdoor gaat veel tijd verloren, zo vinden ook gemeenten zelf. Gemeenten lijken zich er in toenemende mate van bewust dat zij snel moeten starten en dat een intensieve en integrale aanpak nodig is voor de integratie van vluchtelingen. Zij werken hiervoor samen met organisaties zoals VluchtelingenWerk, Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF, onderwijsinstellingen en werkgevers.

Gemeenten verwachten veel van de zogenaamde ‘duale trajecten’: het gelijktijdig inzetten van bijvoorbeeld inburgering en vrijwilligerswerk, of het volgen van een opleiding en werk. Gemeenten geven aan kansen te zien in contacten met werkgevers en de politiek. 85% ervaart voldoende politiek draagvlak en politieke wil voor een goede arbeidstoeleiding. Daarnaast ziet een derde van de gemeenten dat werkgevers aarzelen om statushouders in dienst te nemen. Hoewel 60% van de gemeenten al contacten heeft met werkgevers over statushouders, leven er veel vragen over de samenwerking met werkgevers. Dit blijkt ook uit het gegeven dat de meeste instrumenten voor arbeidstoeleiding die gemeenten inzetten gericht zijn op de statushouders en niet zozeer op de werkgevers.

Gemeenten willen meer informatie over vluchtelingen

Slechts 16% van de gemeenten zegt voldoende te weten van de statushouders om te kunnen bemiddelen naar werk. Essentieel om te weten, vinden ze het opleidingsniveau, de werkervaring, de competenties en wensen ten aanzien van werk en de status van de gezondheid (en in hoeverre die werk/opleiding belemmert). Voor zover informatie is verzameld tijdens de asielprocedure, blijken de meeste gemeenten (71%) dit niet te weten. Gemeenten willen kunnen beschikken over alle informatie die relevant is voor de arbeidstoeleiding van statushouders, waaronder (de vorderingen op het gebied van) de beheersing van het Nederlands, en ze willen hier ook op kunnen sturen. Daarom wil drie kwart van de gemeenten regie op de inburgering kunnen voeren.

Aanbevelingen voor gemeenten

De onderzoekers doen op basis van de enquêteresultaten aanbevelingen voor de gemeenten. Ten eerste, schakel snel bij direct bemiddelbare statushouders en ontwikkel een infrastructuur voor degenen die lastig werk zullen vinden of andere vormen van participatie moeten zoeken. Tweede aanbeveling is om in gesprek te gaan met werkgevers voor werk(ervarings)plaatsen en biedt hen ruimte om hiermee te experimenteren. De derde aanbeveling is om vluchtelingen (in een praktische setting) de Nederlandse taal beter te laten leren, bijvoorbeeld via een opleiding of stage. Tot slot wordt aanbevolen om gebruik te maken van goede en slechte ervaringen in andere gemeenten.

Over het onderzoek

Tussen 6 april en 9 mei 2016 ontvingen alle gemeenten een enquête met grotendeels gesloten en een aantal open vragen. Het doel was om een representatief beeld te schetsen van de huidige stand van zaken, kansen en kennisbehoefte in gemeenten rondom de arbeidsmarkttoeleiding van statushouders. 110 respondenten, die samen 197 gemeenten vertegenwoordigen, vulden de enquête in. Alle G4-gemeenten waren vertegenwoordigd, evenals 30 van de G32-gemeenten. Daarmee is een respons bereikt die representatief is, waardoor we uitspraken kunnen doen voor alle gemeenten in Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd door Kennisplatform Integratie & Samenleving, in samenwerking met Divosa.

Het rapport is hier te downloaden.

Kennisplatform Integratie & Samenleving doet onderzoek, adviseert en biedt praktische tips en instrumenten over vraagstukken rond integratie, migratie en diversiteit. Deze informatie wordt actief gedeeld met beleidsmakers bij gemeenten en andere overheidsinstellingen, politici, professionals werkzaam bij maatschappelijke organisaties, migrantenorganisaties en het bedrijfsleven. Het platform staat open voor relevante vragen, signalen en meningen en formuleert daar naar beste vermogen een antwoord op. Alle informatie wordt gratis en actief gedeeld, o.a. via www.kis.nl. Kennisplatform Integratie & Samenleving is een programma van het Verwey-Jonker Instituut en Movisie dat wordt gefinancierd door het ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid.

Bron: Verwey Jonker Instituut

Logo_Personen

Redactie Nieuw Wij

Heeft u ook een nieuwstip? Of wilt u zelf publiceren? Laat het ons weten via de contactpagina.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.