Azzini, Oral en acteur Sidar Toksöz gaan in God is een Moeder met elkaar in gesprek. Over uitsluiting, anders zijn en de kracht van de gemeenschap tegenover die van het individu. Over schaamte, schuldgevoel en hoop. Heeft iedereen het nodig om ergens in te geloven? Zowel Marcus, homoseksueel met een katholieke achtergrond, als Nazmiye, dochter die tegen de tradities van haar Turks-islamitische ouders inging, weten hoe het is om tot de ander gemaakt te worden. Door elkaar te bevragen en te confronteren doen zij een poging zich te laten verrassen door elkaar en gekende grond te overstijgen.
Voor God is een Moeder werden verhalen van religieuze moeders en hun homoseksuele kinderen opgehaald uit de islamitische, katholieke, gereformeerde, protestantse, hindoeïstische en joodse gemeenschap. Verbonden met deze verhalen over acceptatie, twijfel en verstoting vormen de eigen ervaringen van Marcus en Nazmiye het uitgangspunt voor de voorstelling. Samen verkennen ze de verhouding tussen eeuwenoude en nieuwe verhalen. Een kwetsbare, liefdevolle en complexe ontmoeting.
Nazmiye Oral over de geraapte verhalen
Oral: ‘De verhalen van kinderen en moeders zijn schrijnend, verdrietig makend, hoopgevend. Wat opvalt is dat alle levensverhalen één aspect gemeen hebben: hoe stoer de geïnterviewde ook is, hoe sterk, hoe vrijgevochten ook: elke geïnterviewde snakt naar de zegen van de moeder. Wat de kinderen van deze moeders naar de rand duwt van zelfverachting en uiteindelijk soms zelfs zelfvernietiging blijkt uit het feit dat ze door de moeder niet worden geaccepteerd, meer nog dan de uitsluiting door de gemeenschap of het in conflict komen met het geloof.
Een moeder voelt, terwijl ze naar haar kind kijkt – dat anders is dan ze had gehoopt – dat haar positie in gevaar komt; met hem zal ook ik verstoten worden. Maar haar kind wil dat zijn moeder zegt: Het is goed. Jij bent goed. Jij bent perfect. Voor mij ben je perfect’.
God is een Moeder gaat op zaterdag 11 januari 2020 in première in Huis Oostpool en tourt t/m 20 maart door Nederland. Met Marcus Azzini, Nazmiye Oral en Sidar Toksöz. Eindregie: Adelheid Roosen.