Goed en kwaad vermengden zich en de paradox was compleet: hoe een liefdevolle God toch een gebroken wereld kan scheppen. Volgens de joodse kabbalist zit het kwaad dus letterlijk in een klein hoekje.
Meeslepende verhalen spreken altijd tot de verbeelding. Of het nou de kabbala is, Star Wars of The Lord of the Rings. Momenteel ontvlucht ik de dagelijkse stress met A Game of Thrones-boeken van George R.R. Martin – grootse fantasy vol draken, ridders en koningen. Dit soort archetypen lijken overweldigend maar zijn eigenlijk hapklaar en daarom niet fundamenteel confronterend. Want het Kwaad is altijd de Ander, boze bedoelingen zijn altijd de machinaties van machthebbers. Darth Vader had een jeugdtrauma en Sauron kende enkel hebzucht. Maar dit is duisternis van bordkarton, twee-dimensionaal en vlak. Het gevaar van bordkartonnen kwaad is: zodra wij het Kwaad buiten onszelf plaatsen geven we haar paradoxaal genoeg macht over onszelf. Waar is dan de eigen verantwoordelijkheid gebleven?
En daar houden wij joden nogal van, van die eigen verantwoordelijkheid. Gebroken kosmos of niet, wij moeten zelf – figuurlijk in dit geval – op de scherven lopen. De joodse visie op het Kwaad is kwaad zonder hoofdletter. We geloven niet in een duivel die zijn snode plannen in de harten van mensen smeed. Nee, wij zien het kwaad als onderdeel van onze jetser, onze menselijke aard. We beschikken over een jetser hatow, een goede neiging en over een jetser hara, een slechte neiging. De keuze is aan ons welke innerlijke stem wij volgen.
Het kwaad is banaal. Goedkoop, alledaags, zelfs een tikkeltje ordinair.
Het kwaad manifesteert zich in onze dagelijkse keuzes en de geschiedenis illustreert dit telkens weer. Het gaat om de banaliteit van alledaagse lafheid, alledaags opportunisme, alledaagse hardheid. Het is een klein en eenvoudig gebaar om het gezicht af te wenden en de ogen neer te slaan. De ontkenning van verantwoordelijkheid is even eenvoudig als het ophalen van de schouders. Maar de paradox zegeviert omdat de consequenties groot zijn.
Als kokend water in een glas.
Goed nieuws is er gelukkig ook want uiteindelijk is het joodse wereldbeeld fundamenteel optimistisch. Wie op scherven loopt, kan ze ook oprapen. En achter de schaduw fonkelt het licht. Het is dan ook onze taak om de vonken te zoeken en de verzamelen. Kleine stukjes gebroken goedheid in onze mooie wereld. Het tegengif voor banaliteit. Heel gewoon eigenlijk en daarin ligt onze verlossing.
Het is zo makkelijk. Durf je uit te spreken, durf je ogen open te houden. Soms gaat het maar om een klein beetje moed, een klein beetje naastenliefde of een klein stukje verzet. Vele kleine beetjes maken veel. Hoe wij ons in het dagelijks leven handhaven heeft dus grootse implicaties aldus de kabbala. En in een roerige wereld geeft dat hoop. Het kwaad zit in een klein hoekje. Het goede gelukkig ook.
Mooie tekst, Esther 🙂