Het gaat vooral om kinderen tussen de 15-18 jaar, want tot die leeftijd worden asielkinderen bij pleeggezinnen ondergebracht. Volgens het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en organisatie Nidos, die in Nederland de voogdij over minderjarigen heeft, zijn opvallend veel Marokkaanse (325), Algerijnse (190) en Afghaanse (167) kinderen spoorloos. Opvallend is dat niet, omdat die landen volgens immigratiedienst IND veilig genoeg zijn om daarnaar terug te keren. Dat ook Syrische (114) en Eritrese (114) jongeren ontsnapt zijn, die wel een verblijfsvergunning krijgen, komt vermoedelijk doordat ze familie of vrienden achterna willen die in het buitenland wonen. Volgens Brian Donald, stafchef bij Europol, belanden de gevluchte minderjarigen in het beste geval bij familie. In het slechtste geval worden ze volgens hem gebruikt voor kinderarbeid of prostitutie, of worden ze gedood voor organen.
Een groot aantal vermiste kinderen komt overigens niet in de statistieken voor. Mensensmokkelaars houden ze waarschijnlijk uit het vizier, staat in het vorig jaar verschenen rapport Child trafficking van Europol. Vooral Nigeriaanse meisjes zijn het doelwit van smokkelaars. Criminele netwerken verhandelen de vrouwen aan bordeelhouders in Europa.
Ontsnappen, hoe kan dat?
Alleenstaande minderjarige asielzoekers krijgen via Nidos een voogd toegewezen, die ze begeleidt bij de asielprocedure. Kinderen van wie wordt ingeschat dat ze slachtoffer kunnen worden van smokkel, worden in een beschermde opvanglocatie geplaatst. Dat zijn doorgaans reguliere asielzoekerscentra van het COA, waar het toezicht beperkter is dan in de beschermde opvang. Volgens Elianne Zijlstra, onderzoeker op het gebied van pedagogiek en migratie (Rijksuniversiteit Groningen), krijgen jongeren daar ‘niet de zorg die ze in hun kwetsbare situatie nodig hebben, waardoor ze steeds verder afglijden’, zegt ze in de Volkskrant. Nidos spreekt dat tegen: een woordvoerder stelt dat minderjarige jongeren op alle locaties intensief begeleid worden. In 2017 publiceerde Nidos een boek over de pedagogische begeleiding van asielkinderen: Kinderen, gevlucht en alleen. Een Interculturele visie op de begeleiding van alleenstaande gevluchte kinderen.
Ogen dicht
Op de website van het COA vertelt Mounssif Najde, woonbegeleider bij asielzoekerscentrum Sint Annaparochie, over de activiteiten van het COA om kinderen afleiding te geven. “Vrijwilligers organiseren elke woensdag en vrijdag creatieve activiteiten in de soos en muziekkamer van het azc. Twee ‘buurt sportcoaches’ geven elke woensdag en donderdag les in de sporthal in het dorp. We organiseren zwemles voor kinderen van 6 tot 18 jaar en weerbaarheidstrainingen voor kinderen en jongeren die dat nodig hebben. En natuurlijk vullen we alle schoolvakanties met activiteiten: waterfeesten, springkussens, een zeskamp, gezinsuitjes. Het is voor kinderen niet goed om continu in een stresssituatie te zitten. Zij moeten gewoon kind kunnen zijn. Tijdens leuke activiteiten kunnen zij hun zorgen even vergeten en vrolijk zijn. Als ze later oud zijn, hoop ik dat ze met een lach terug kunnen kijken op hun tijd in het azc.” En toch: “Kinderen durven in de weerbaarheidstraining tijdens de ontspanningsoefening soms niet eens hun ogen dicht te doen. Omdat ze veel hebben meegemaakt. Tijdens onze activiteiten proberen wij ze weer in hun kracht te zetten. Kinderen krijgen bijvoorbeeld zelfvertrouwen door te sporten of paard te rijden. Als jongeren een feestje willen, laat ik ze het zelf organiseren. Dan kunnen ze na afloop zeggen: dit feest heb ik geregeld en het is goed gegaan.”