Het werk van Cristovão – ze was speciaal vanuit haar thuisstad Tokio overgevlogen voor de opening – is het meest typerend voor ‘Imagined Places’. Voor Fata Morgana heeft zij migranten geïnterviewd. Mannen en vrouwen die vóór hun vijfde naar Portugal zijn verhuisd vertellen over hun ’thuisland’ Angola. Deels werkelijkheid, maar hun herinneringen berusten voornamelijk op fantasie. Wat is dan ‘echt’? Wat zeker is, is dat de geportretteerden over hun geïdealiseerd beeld van Angola spreken alsof ze het kennen als hun eigen broekzak.
Voor The Mapping Journey liet Bouchra Khalili verschillende migranten op een wereldkaart de weg tekenen die ze hebben afgelegd. Van bovenaf gefilmd zien we enkel een hand en viltstift over het papier gaan. In een van de werken vertelt de eigenaar van de hand hoe hij vanuit Bangladesh via Centraal-Azië in Moskou terecht kwam, om van daar uit verder naar West-Europa te reizen. Geen naam, geen foto, geen persoon, alleen maar een hand, een stem en een vluchtroute. Erg aangrijpend.
Nooit eerder heeft het Tropenmuseum zich gewaagd aan video-installaties, maar plots zijn het er drie, verdeeld over twee verdiepingen. De korte film MiddleSea van Zenib Sedira en het fotowerk van Adrian Paci laten je nadenken over de vraag of internationale migranten ooit daadwerkelijk aankomen. De compositiefoto van Ho-Yeol Ryu suggereert willen vluchten.
In een kleiner wordende wereld is internationale migratie een gegeven. Op de vlucht voor oorlog of armoede, op zoek naar een beter bestaan elders. Deze tentoonstelling laat de pijn en verdriet zien die daarmee gepaard kunnen gaan. Ongekend voor het instituut, maar het resultaat mag er zijn: de werken zijn goed vormgegeven en, niet onbelangrijk voor moderne kunst, begrijpelijk. Samen vormen ze een mooi thematisch geheel en laten ze je als bezoeker een moment thuisloos voelen.