Ik heb de indruk dat deze aanpak niet erg lukte. Je kreeg weinig mee van de cultuur waarin de ‘klassieken’ schreven. Je besefte te weinig dat het Latijn dat we lazen een taal uit de hogere en officiële kringen was en dat we niet of nauwelijks wisten hoe mensen in de straat zich uitdrukten. Je leerde moderne talen lezen – daar heb ik nog steeds profijt van -, maar je leerde niet ze te spreken of te verstaan, iets dat van belang is voor het alledaagse leven. Er werd ook godsdienst gegeven. Ik herinner me dat we in de hoogste klassen een oersaai boek lazen van een Amsterdamse deken over de dogma’s van de katholieke kerk. Ook de docent kon hier niet veel honing uit zuigen.

Gedurende mijn leven is het onderwijs verschillende keren veranderd, zowel organisatorisch als inhoudelijk en methodisch. Ik heb te kort formeel onderwijs gegeven om een beroep te kunnen doen op mijn ervaring. Ik zie dat de onderwijswereld wordt bedolven onder reacties van ouders, leerlingen en ambtenaren. Ik heb wel eens gedacht dat de beste minister van onderwijs diegene zou zijn die minstens gedurende enige jaren geen brieven zou sturen het onderwijsveld in. Dit zal wel niet lukken. Onze samenleving verandert vaak van karakter en van politieke kleur. Ze wil ieders autonomie veilig stellen en biedt daarom talloze studiemogelijkheden aan. Vergeleken met de jaren vijftig is het aantal studiemogelijkheden ongelooflijk gegroeid. Dit maakt het moeilijk een keuze te maken en voor die keuze verantwoordelijk te blijven in de wereld van de volwassenen.

De verhouding leraar-leerling is eveneens veranderd. Aanvankelijk zijn de docenten degenen die richting geven aan de leerlingen. Naarmate ze ouder worden, gaan zij hun docenten als obstakels zien: zij verhinderen dat de leerlingen bepalen wat er in school gebeurt. Het verschil tussen docent en leerling wordt kleiner. Docent en leerling beginnen elkaar als gelijken en als concurrenten te zien. Het is dan van belang de leerstof als het ware in het midden te houden, zodat een verschil tussen docent en leerling blijft bestaan. Met een vak als wiskunde kan dat betrekkelijk gemakkelijk. Bij een vak als levensbeschouwing is dat moeilijk, omdat ieder mens, hoe jong of hoe oud ook, eigen ervaringen heeft van wat het is om te leven, en aan die ervaringen uitdrukking willen geven.

Docent en leerling staan voor dezelfde uitdaging: overleven in een chaotische wereld en school. Hoe word je jezelf en ontdek je eigen begaafdheden en beperkingen terwijl je gefascineerd wordt door die van docenten en medeleerlingen?Hoe minder schools de school is en hoe chaotischer zij is, des te dichter staat zij bij het leven, dat echter een leven van concurrenten is en heel anders dan het leven van de ‘klassieken’. Hoe schoolser, strakker, geordend een school is, des te meer leer je, maar des te minder sluit ze aan bij het dagelijkse leven met zijn chaos. Hoe chaotischer de school is, hoe minder je leert, maar des te kleiner is de afstand tot het gewone leven van autonomie en concurrentie. Op een school les geven en les ontvangen is als lopen op een evenwichtsbalk. We leren niet meer voor de school of het leven maar voor onszelf. Is dit doel niet te beperkt?

lascaris

André Lascaris

Dominicaan en publicist

André Lascaris werd geboren op 29 augustus 1939. Hij deed zijn professie op 18 september 1959 en werd priester gewijd op 22 juli 1965. Hij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.