De meesten hebben de langdurige impasse in hun leven gelaten ondergaan. Niet geprotesteerd op grote schaal, zich doelbewust gedeisd gehouden. En nu: kijk eens wat er van ze geworden is. Het gros van die generaties is uiteindelijk goed terecht gekomen. Ze hebben in de politiek zelfs de macht overgenomen van de babyboomers: Halsema, Rouvoet en Rutte. Deze laatste vind ik een verademing. Mijn generatie grossierde in grote idealen, koketteerde met absolute waarheden, verwierp in de jaren zestig alles wat naar autoriteit en gezag neigde. En is nu zelf ook autoritair. Dat alles dringt zich vergelijkenderwijs op wanneer ik op de televisie zie hoe Mark Rutte uitleg geeft over zijn bezoek aan de koningin, zijn denkbeelden over de formatie en de nieuwe coalitie. Daar staat een pragmatische man, zijn lichaamstaal laat niet het tegendeel zien van wat hij zegt, hij stáát er voor, ontspannen, toegankelijk voor allerlei vragen die hij recht toe, recht aan doeltreffend beantwoordt. Geen gezever, geen gemoraliseer, geen opgeblazen belangrijkheid.
Ik heb niet gestemd op de VVD maar op de Partij voor de Dieren. “Een verloren stem”, vinden mij vrienden en kennissen, zowel links als rechts. Deze partij zou “politiek gezien van geen enkel belang zijn”. Dat waag ik te betwijfelen. Misschien ben ik een postdemocraat aan het worden maar ik geloof meer in het nut van one-issue, het milieu bijvoorbeeld, dan al in die vaag gehouden, uiteenlopende brij verkiezingbabbels. Daarvan weet je van te voren dat een groot deel weer wordt vergruisd bij het geven en nemen dat een coalitievorming eist. Bovendien besteden de programma’s van de politieke partijen verontrustend weinig aandacht aan de onderwerpen die mij als mens het meest bezighouden. Koploper in die reeks is het CDA. Ik heb mijn lidmaatschap dan ook opgezegd. Omdat ik mijn omgeving niet meer kan uitleggen waar die ‘C’ staat. Voor Consumistisch Democratisch Appel?
Balkenende en consorten kenden “de burgers van dit land” maar één wenselijke staat van zijn toe: die als consument. Met de voortdurende bede: laat de euro rollen. Iedere keer als ik dit hoorde voelde ik mij beledigd, mijn mens-zijn ontkend. Ook bij het CDA is de G van God vervangen door de G van geld. De verdinging van mens, dier en natuur, een feit. Dat alles heeft maar één doel: tastbare opbrengst op korter termijn. Over wat een mens meer is, wat dieren vertegenwoordigen, de natuur betekent, de samenhang daartussen, de essentie van rentmeesterschap, het koesteren en behoeden, verneem ik niets. De C van CDA zou inspiratie moeten leveren om door te gaan waar andere politieke partijen stoppen, met name op het gebied van de immateriële waarden van het leven en het mens-zijn. Dat is ons echte kapitaal, daar gedijt de echte bezieling, hoop en liefde. Mark Rutte biedt een onttoverd no-nonsense Nederland aan. We weten waar we aan toe zijn. Geen retoriek, weidse vergezichten en vage beloften. Wel back to basics.
Job Cohens toverspreuk ‘De boel bij elkaar houden’ zou ik graag gerealiseerd zien, maar dan wel heel anders dan hij bedoelt. Is er plaats voor een partij met een moderne visie op wat christendom inhoudt? Die – niet zweverig maar realistisch – de eenheid in verscheidenheid laat zien van de drie monotheïstische godsdiensten in het Nederland van nu, met een vleugje boeddhisme en een snufje New Age. Een partij die op realistische wijze politiek kan verbinden met spirituele zingeving? Voor al die mensen die in hun diepste zelf voelen dat er ‘iets’ moet zijn dat de werkelijkheid van het eerste gezicht overstijgt, een kosmische intelligentie die de evolutie al miljoenen jaren stuurt, op aarde en daarbuiten. Een kracht die ons verbindt in plaats van scheidt? Zou zo’n partij een kans maken?
Rutte’s generatie wordt ook wel de generatie Nix genoemd, een naam die afkomstig is van jonge schrijvers die in de jaren negentig debuteerden. Voorbeelden daarvan zijn Ronald Giphart en Joost Zwagerman. Hun romans worden gekenmerkt door een nihilistisch mens- en wereldbeeld. Ietsisme tegen nietsisme. SOS: Save Our Souls.
Originele invalshoek. kan zij wilders’ gedrag ook uit een generatietheorie verklaren?