In het nette, geordende kamp verblijven momenteel 2.448 vluchtelingen. Eigenlijk was het kamp na de grote influx eind augustus haastig voor zo’n 5.000 tot 6.000 vluchtelingen opgezet. De Koerdische-Syriërs die na de drie maanden lange sluiting van de Syrisch-Irakese grens eind augustus met duizenden tegelijk Koerdisch-Irak introkken, werden in pick-up trucks en busjes geladen en rechtstreeks naar deze uithoek aan de andere kant van het land getransporteerd. Maar er waren verkiezingen en de Koerdische politici wilden laten zien hoeveel ze wel niet voor hun Koerdische broeders uit West-Koerdistan (lees: Noordoost-Syrië) overhebben. Dus werden de vluchtelingen weer naar andere, veel drukkere en slechtere kampen verhuisd. Gewoon omdat de politicus die de meeste vluchtelingen onder zijn hoede neemt wint, zo wordt er door lokale hulpverleners gezegd. Dit is ook de reden dat er überhaupt vluchtelingen in het gebied van Slemani verblijven. Niet toevallig komt de president daar vandaan en dus kan het niet zo zijn dat zijn lokale regio geen vluchtelingen opneemt. Politiek over het hoofd van arme, berooide en getraumatiseerde mensen. Vluchtelingen als knuffel-Koerden. Geen koe- maar Koerdhandel.
Toch willen de internationale hulporganisaties niet klagen. Naast het kamp verblijven er nog eens 15.000 vluchtelingen zelfstandig rond de stad. Op een kwartier afstand van het tijdelijke kamp verschijnt een veel groter kamp dat ruimte biedt aan 40.000 vluchtelingen. Ieder gezin krijgt z’n eigen stukje land met een tent en stenen gebouwtje met daarin individuele kookblokken en sanitaire voorzieningen –zoals het er nu uitziet gefinancierd en gebouwd door de plaatselijke autoriteiten die onder druk van hun eigen inwoners hun beste beentje voorzetten. In geen van de buurlanden helpen de autoriteiten zo actief en zijn de voorzieningen zo goed, ook al wordt ook Noord-Irak overspoeld en kent het grootste kamp Domiz in de buurt van Duhok een overschot aan 20.000 vluchtelingen. Het kamp was gebouwd voor 15.000 tot 20.000 mensen maar puilt uit met 40.000 man.
Ontluikend Koerdistan verwelkomt z’n Koerdische broeders aan de andere kant van de grens met open armen. Anders dan in Jordanië mogen de vluchtelingen vrijelijk de kampen uit en dat doen ze ook. In en rond de grote steden wemelt het van de Koerdische Syriërs die een eigen tentje opzetten, een huis huren of een appartement betrekken. Anders dan in Libanon kunnen ze werkvergunningen krijgen en zelfs verblijfsvergunningen. Internationale hulporganisaties krijgen vrij spel om permanente kampen te bouwen waarin de vluchtelingen uiteindelijk hun eigen huisjes mogen neerzetten. Een nachtmerrie voor Libanon die er alles aandoet om permanente kampen te voorkomen en zelfs de bouw van wc-blokken en andere voorzieningen onmogelijk maakt. De vluchtelingen moeten weg zodra het kan en zo goed mogelijk worden ontmoedigd überhaupt naar het kleine bergstaatje te komen.
Hoewel er niet overal en altijd veel werk is en de Koerdische Syriërs vooral eenvoudig, onderbetaald werk doen, zijn er voor degenen die naar Erbil of de andere grote steden trekken genoeg mogelijkheden in de bouw- en servicesector. Koerdisch Irak is booming, de oliedollars stromen rijkelijk en de West-Koerden zijn een welkome demografische aanvulling. De claim op een zelfstandig compleet onafhankelijk Koerdistan wordt steeds sterker met in eind 2014 naar verwachting een half miljoen Syrisch-Koerdische vluchtelingen in het gebied.
Het totaal aantal interne en externe Syrische ontheemden schommelt nu rond de 7 miljoen. Er komen dagelijks vluchtelingen bij die, omdat de grenzen regelmatig gesloten zijn – zoals nu rond het Offerfeest –, zich aan de Syrische kant verzamelen om, zodra het kan, de grote oversteek te wagen. Hulporganisaties en overheden kunnen de influx nauwelijks aan. De internationale gemeenschap en private donaties blijven enorm achter waardoor er lukraak bezuinigd moet worden, zoals in Libanon waar straks 30 tot 35 procent van de geregistreerde 750.000 vluchtelingen (in totaal wordt het aantal op 1.15 miljoen geschat) alle noodhulp wordt ontzegd. Voor hen zijn er geen dekens meer, voedselbonnen, kleding of andere basale hulpgoederen. Ondertussen denk ik aan Nederland dat zo ‘ruimhartig’ is 350 vluchtelingen op te nemen. 350… En dan mogen ze eigenlijk nog geen man zijn ook.
Hier in Koerdistan probeert men zich voor te bereiden op een lange koude winter met regen en modderstromen. In Libanon en Syrië zelf rekent men op sneeuw, ijs en erger nog.
Er zinkt een boot op de Middellandse Zee, de zoveelste. ’s Nachts rennen mannen door lege velden vol prikkeldraad. Er klinkt een schot. Bloedhonden dolen rond. Van alle kanten komen ze, stromen ze, spoelen ze aan op onze kust. Omdat wij liever banken redden dan mensen helpen, omdat wij politieke spelletjes spelen over de ruggen van vluchtelingen in eindeloze tentenkampen die slechts kunnen bidden ergens een broeder te vinden, een behulpzame Koerd misschien, want de rest is elke notie van broederschap allang verloren.
Monique Samuel schrijft tweemaandelijks een column voor Nieuwwij.nl. Momenteel zit Monique in Koerdistan.
Beste Monique,
Zo af en toe zie ik je op tv aanschuiven bij P&W of een ander programma. Jij bent dan nauwelijks nog te stuiten in jouw enthousiasme, als je bericht over de toestand in de Arabische wereld. Dat is erg lovenswaardig, zeker. Er zijn ook mensen die jouw enthousiasme niet zo op prijs stellen. Dat is overigens heel normaals binnen onze samenleving. Niets nieuws onder de zon.
Nadat ik jouw blog grondig had gelezen, kwamen bij mij de volgende gedachten bovendrijven.
Regelmatig lees ik soortgelijke berichten over vluchtelingen in oorlogsgebieden. Soms gaat het nog veel verder, is het nog schrijnender, wordt er via de media onmenselijk veel leed over de toeschouwende wereld gestort, en zijn chemische wapens erger dan clusterbommen. Miljoenen mensen ontvluchten het strijdtoneel om vervolgens speelbal te worden van regeringen, hulporganisaties, politiek en de media.
De hulporganisaties bekvechten soms om de grootste hap uit de financiële taart. De strijkstok is hier en daar een groot goed binnen de hulporganisaties. Bekende Nederlanders en andere mondiale grootheden “bekommeren” zich om de arme donders. Niet dat ze dat letterlijk doen, nee, ze zingen, schreeuwen, dansen en maken feest om geld bij elkaar te sprokkelen, dat vervolgens maar mondjesmaat terechtkom op de beloofde plekken.
Miljarden Euro’s, Dollars, Roebels en Yen vliegen ons in politieke spelletjes, landelijk, Europees en mondiaal om de oren, zonder dat wij ze zien. Het heilige geld overheerst, ook al is het maar schijn(heilig)geld of zit het in luchtkastelen. Maakt niet uit, zolang het mij maar goed gaat, nietwaar? Een enorme boterberg op de wereld vloeit over miljoenen hoofden van de hypocrieten.
Wellicht is een optie dat ieder mens die zich werkelijk bekommert om de vluchtelingen, één iemand of misschien één familie, tijdelijk of permanent onderdak biedt. Volgens mij is het probleem dan opgelost.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik het om allerlei praktische redenen niet zou doen. En ik ben nu eenmaal geen idealist, maar wordt wel steeds realistischer.
Jacques Smeets-Elsloo,
de blauwe diender