In de autobiografie Bent ú de burgemeester? vertelt Joyce Sylvester welke weg ze afgelegd heeft en laat ze zien wie en wat haar inspireren. Ze realiseerde zich tijdens haar burgemeesterschap: terwijl de diversiteit van de Nederlandse samenleving toeneemt, zijn er nog amper bestuurlijke gezagsdragers met een diverse achtergrond. Met haar boek wil ze laten zien dat het wel degelijk kán, en dat veel meer mensen de stap kunnen zetten. Bij wijze van voorpublicatie publiceert Nieuw Wij vandaag een hoofdstuk uit het boek.
Joyce Sylvester (1965) studeerde politicologie en communicatiewetenschappen. Tussen 2008 en 2009 was ze burgemeester van Anna Paulowna, van 2009 tot 2015 vervulde ze deze functie in Naarden. Tussen 2003 en 2015 was ze Eerste Kamerlid voor de PvdA. Sinds 2016 is ze substituut ombudsman.
“In 2008 werd ik waarnemend burgemeester van een gemeente net onder Den Helder. Het was goed te combineren met het lidmaatschap van de Eerste Kamer, dat feitelijk een deeltijdfunctie is. Voor dat lidmaatschap is het juist een pre om maatschappelijk actief te zijn; het van buiten naar binnen brengen van ervaringen komt het toetsen van wetten op handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid alleen maar ten goede. Het ‘waarnemende’ had ermee te maken dat Anna Paulowna binnen zes jaar zou fuseren met de omliggende gemeenten Niedorp, Wieringen en Wieringermeer. Een benoeming door de Kroon was niet meer aan de orde, maar de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een waarnemer waren dezelfde als die van een door de koningin benoemde burgemeester.

Meteen na de zomer hadden de fractievoorzitters, na selectiegesprekken op het provinciehuis van Noord-Holland, voor mij gekozen. Beduusd had ik een grote bos bloemen in ontvangst genomen toen ik werd beëdigd. De commissaris van de Koningin, Harry Borghouts, had zijn vertrouwen in mij uitgesproken en hielp me in de eerste periode. Met weinig woorden hielp hij me over mijn aanvankelijke onzekerheid heen. Ook zijn bevlogen kabinetschef Ronald Wortelboer, die tegenwoordig burgemeester is van Stede Broec, was ervan overtuigd dat ik het waarnemend burgemeesterschap aankon. Voor mij betekende het veel dat ik dat ambt zou gaan uitoefenen. Naast het senatorschap was het voor mij een enorme erkenning van mijn talenten en kwaliteiten. Ik voelde rust, had er veel zin in en was vastbesloten om er met veel energie invulling aan te gaan geven.
Mijn eerste werkdag was op 1 oktober 2008. Met de secretaresse nam ik de agenda door van de week die zou komen. Opgewonden vertelde zij me dat er was gebeld door de landelijke pers. Er lag een verzoek voor een vraaggesprek en cameraploegen wilden naar Anna Paulowna komen. Ik was verbaasd. Ik was nog maar net begonnen. Waar kwam die belangstelling vandaan? Ik ging erachteraan. Mijn verbazing was zo mogelijk nog groter toen ik ontdekte waar het om ging. Door de telefoon kreeg ik te horen dat ik in Nederland de eerste vrouwelijke waarnemend burgemeester van Surinaamse afkomst was. Ik hing op en keek rond door de burgemeesterskamer. Mij leek het beter om eerst de gemeente en haar inwoners te leren kennen, en mijn toegevoegde waarde te ontdekken. Mijn afkomst en uiterlijk waren toch geen nieuwsfeit? Maar ook Binnenlands Bestuur, het magazine met nieuws, achtergronden en opinies over bestuur en beleid van de overheid, publiceerde een groot artikel onder de kop: ‘Joyce Sylvester, eerste vrouwelijke allochtone burgemeester.’
Ik werd beschouwd als een pionier. Een deel van mij was daar wel trots op, natuurlijk. Aan de andere kant kon ik het gewoon niet helemaal geloven. Het was inmiddels 2008. Zou er echt niet eerder een burgemeester met mijn afkomst in Nederland zijn geweest? Het kon niet waar zijn.
De vele documenten die ik kreeg aangereikt bestudeerde ik grondig. Ook de inbewaringstellingen. ‘Waarom bestudeert u de inbewaringstellingen zo goed?’ vroeg de pientere veiligheidsadviseur Melanie Boumans, terwijl ik een en ander doornam. Even zag ik mij in een flits weer in de ambtswoning van Ed van Thijn staan. Ik antwoordde kort en duidelijk dat het alles te maken had met onze rechtsstaat. ‘Kijk maar eens in de Grondwet,’ citeerde ik mijn oude leermeester. ‘Een inbewaringstelling gaat over een gedwongen opname. Iemand wordt van z’n vrijheid beroofd. Daar kan en wil ik niet lichtzinnig mee omgaan.’ Ik realiseerde me dat destijds, in de hal van de burgemeester van Amsterdam, al het zaadje was geplant dat nu ontkiemde.
Als geboren en getogen Amsterdamse had ik veel te leren in een agrarische gemeente. Voor mij was het belangrijk dat ik van meet af aan goed contact had met de inwoners. Ik ontmoette een en al hartelijkheid en nuchterheid. Wat me meteen opviel was de enorme gemeenschapszin. Het Noord-Hollands Dagblad interviewde mij kort na de start en tijdens dat gesprek vertelde ik dat me die grote onderlinge betrokkenheid zo opviel. Dat leverde een fors artikel op: ‘Betrokkenheid verrast Sylvester’. Nergens waar ik kwam een spoor van poeha. Veel draaide om de teelt van bloembollen en de productie van zaden. De gemeente telde talloze bloembollenkwekerijen en zaadbedrijven en er werd veel energie gestoken in de bloemendagen. Traditioneel werden die tegen eind april, begin mei georganiseerd. Het leek me leuk die dagen mee te maken. Ik had begrepen dat er dan in de hele polder honderden mozaïeken, bewegende werkstukken, versierde straten en bruggen te bewonderen zouden zijn.
Vijf dagen na mijn eerste kennismaking werd Anna Paulowna getroffen door grote hoeveelheden neerslag. Dagen ervoor was het al begonnen met regenen. Na overleg met locoburgemeester Fijko van der Laan reed ik ’s avonds vanuit Naarden weer terug naar Anna Paulowna om een oogje in het zeil te houden. Toen ik rond half tien de brug over reed en parkeerde bij het stadhuis stonden er mensen op straat te wachten: ‘U moet iets doen! We hebben extreme wateroverlast. Het water stroomt onze huizen binnen en de velden staan blank. De bloembollen rotten weg. We zijn ten einde raad. U moet iets doen!’ Iedereen sprak door elkaar, er was paniek. Maar… waar was eigenlijk de burgemeester? Díe moest wat doen! Ja, vroeg ik mij ook af, waar was de burgemeester?
Het duurde even tot het tot me doordrong. Híer stond de burgemeester. Opeens stroomde het bloed naar mijn wangen en begonnen mijn knieën te knikken. Ík was het die nu iets moest doen. Koortsachtig dacht ik na. Ik had nog niet eens alle telefoonnummers van de sleutelfiguren in mijn bezit. Diep haalde ik adem. Ik bedacht me dat er vast deskundige mensen waren bij de gemeente. Hen zou ik raadplegen en samen zouden we in staat zijn om de problemen aan te pakken. Het zou goedkomen. Op de automatische piloot stelde ik de bezorgde inwoners op hun gemak.”
Bent u de burgemeester? . Joyce Sylvester. Uitgeverij Atlas Contact. 192 pag. € 19,99. Verschijningsdatum 27 mei 2021.