“De wereld is toch zeker voor ieder mens afzonderlijk wel eens vergaan en toch bestaat ze nog steeds. Hoe merkwaardig.”, schreef Etty Hillesum in haar dagboek. Hoe houd je jezelf overeind in een realiteit die verandert van de dag in de donkerste nacht? Al was het maar een moment, een uur, een dag, misschien zelfs wat langer. De werkelijkheid van een oorlog is zo inbrekend, dat iemand die dat niet heeft meegemaakt er moeilijk goede woorden voor kan vinden. Laat staan de juiste. Het is moeilijk extreme ervaringen onder woorden te brengen, omdat er zoveel meer en beter over te zwijgen valt.
Een vriendin vroeg naar mijn mening over de Vordense burgemeester, die een aantal Duitse gevallenen wilde herdenken op 4 mei en een storm van protest over zich heen kreeg. “Waar blijft de liefde?”, vroeg mijn vriendin,”De tolerantie naar de ander toe? Toch mooi het ruime en vredevolle gebaar van de burgervader? Is het geen tijd voor een breder perspectief? Ook voor de joodse medemens?”
Persoonlijk heb ik de nodige ingrijpende zaken ervaren, maar ik ben niet zo extreem beproefd als in een oorlog. Dus kan ik me vrij gemakkelijk elke positie ook daarin aanmeten. Ik ben voorzichtiger met woorden geworden. Mijn eerste reactie was: “Jammer nou. Dit is een mooie opening, een kans ‘zum Lernen’.” Maar ik realiseer me dat het van mij afkomstig te gemakkelijk is. Bovendien is het blijkbaar te snel. Decennia lang was de inhoud van dit herdenken helder en qua vorm daardoor eenduidig.
De maatschappij, de mens, het aantal mensen dat daadwerkelijk dit heeft moeten ondergaan verandert. Verandering doet pijn of roept op zijn minst vragen, aarzeling en onzekerheid op. Het kost tijd uit die beweging te raken en tot rust te komen.
Ik gun mensen die de verschrikking hebben meegemaakt deze tijd. En geef de tijd de ruimte om dit veranderproces te laten gebeuren volgens de eigen regels. Deze overgangsfase wil ik graag gebruiken om jongeren te informeren, ze te vertellen hoe ik er zelf tegenaan kijk met nog vrij levendig de oorlogsverhalen van mijn grootouders en de generatie van mijn vader in gedachten.
Ook de belevenissen van mijn beste vriend hebben een aandeel in die voorzichtigheid en dat geduld. Hij heeft in de ellende van een oorlog gestaan. Als dienstplichtig militair Vietnam met de angst, de dood en het verderf, maar ook de broederschap en de compassie ervaren. En ik destijds maar, zonder wezenlijke verdieping of levenservaring, de soldaten over één kam scherend met de politiek in bewoordingen waar ik me nu voor schaam.
“Geschiedenis is niet wat er gebeurd is, maar wat de mensen zich herinneren” volgens journalist Jan Blokker. We hebben keuze te gedenken en op welke manier. De meesten hadden destijds niets te kiezen. Dat verdient eerbiedig respect. Ik ga in principe voor de nuancering, die – als je het hebt over wit en zwart – een grijstint is. De onuitsprekelijke ervaring en herinnering van zoveel jaren bij zoveel mensen kan ik die ene voor hen zo waardevolle dag per jaar ook echt die van hen laten zijn. Misschien is dat het meest waardevolle: elkaar de ruimte geven en die ruimte respecteren.
Marianne,
Mensen zoeken de waarde van hun eigen leven vaak buiten zichzelf en proberen aan de hand daarvan hun eigen leven te leiden/lijden.
Het is inderdaad gemakkelijk iets te zeggen over gebeurtenissen waar je zelf niet betrokken bij bent geweest. Velen doen dat in commentaren, columns, boeken, films, muziek etc. A.F.Th Van der Heijden kan het zich permitteren om over de dood van zijn eigen zoon te praten, tenminste over zijn persoonlijke ervaringen. Hij heeft het verlies gevoeld en doet dat nog steeds. Hij zal dit tot aan z’n eigen dood blijven voelen, op welke manier dan ook.
Wanneer zich ergens een drama heeft afgespeeld voelen zich veel mensen geroepen om het leed te “delen”. Ik zie dit meer als het zoeken naar eigenwaarde, want het gemis aan waarde voor jezelf kan erg pijnlijk zijn. Ik kan daar over meepraten, maar niet over het leed van mensen die een oorlog hebben meegemaakt, of als nabestaanden overblijven als hun geliefde is gedood in een actie van iemand die zelf op zoek is naar eigenwaarde.
Je hebt volledig gelijk, als het van mij afkomstig is, is het veel te gemakkelijk
ik was 2,5. 6 japanse conc.kampen. ik haat de jappen van toen. ik schreef een gedicht over het lijden van de Japanse burgerbevolking en zeker toen de atoombom viel. mijn jeugd na de oorlog was één doffe wrede ellende. ik ben over heel veel dingen heen gegroeid door om me heen te kijken en ergere hedendaagse ellende te zien, te doorgronden en daarbij te concluderen dat de verleden ellende van mijzelf, niet meer telde. ik had dat al heel vroeg door en de laatste 40 jaar stond ik nog meer in dienst en naast mijn medemens, zeker hij/zij die leed. ik oordeel niet en veroordeel zeker niet. ik heb het leed van de oorlog zowel fysiek als geestelijk meegemaakt, maar het is verleden tijd en haast alle spelers uit die tijd zijn dood. ik kan me voorstellen dat iemand die nog lijdt geen Duitser bij een herdenking wil hebben. hij/zij is nog niet zo ver. laten we hem/haar de volle ruimte geven want het leven is zo ingewikkeld en niemand die de oorlog niet heeft meegemaakt kan de volle wijdte van datgene wat iemand zegt inschatten, want diegene die het heeft ondergaan kan namelijk in woorden zijn leed/gevoelens van toen, niet echt onder woorden brengen.
Na alle commotie en de daarop volgende mediahype rond de ‘toestand’ in Vorden proef ik in bovenstaand artikel niet alleen de intentie om op een positieve wijze het donkere verleden los te laten en vol goede intenties innerlijk bevrijd verder te gaan, maar ook het begrip en de compassie voor de mensen die vandaag de dag nog altijd worstelen met de gevolgen van dat gruwelijke verleden. Mijn complimenten, Marianne van Waterschoot!
Ik heb enorme bewondering voor hen die de trauma’s uit die tijd hebben kunnen verwerken omdat ik weet dat de pijn hiervan zo vreselijk diep zit en zich wijd en vaak onstuurbaar kan vertakken – ik ben zelf traumatherapeut. Een trauma is voor een buitenstaander onbegrijpelijk heftig en is zeker geen ‘gezonde’ emotie die je zomaar even kunt loslaten. Ieder moment van de dag en de nacht kunnen triggers (die ook dikwijls onbegrijpelijk lijken) voor een gruwelijke hel op aarde zorgen.
Begrip tonen voor – en herdenken van slachtoffers en daders waarvan we verstandelijk kunnen bedenken dat ook zij slachtoffer van de tijd zijn, is m.i. een prachtig gebaar waaruit verzoening kan spreken.
Het echte, intense vergeven in de openbaarheid wil ik graag liever aan de slachtoffers; de getraumatiseerden overlaten. Zijn dragen immers de pijn die zij verdrietig genoeg nooit af hebben kunnen schudden – daar had men na de oorlog ook vaak geen gelegenheid toe; men moest immers wederopbouwen en weer verder (er was weinig tijd – begrip). Tegen degenen die daar moeite mee hebben zou ik willen zeggen; “Probeer deze emotie eens los te laten. De ‘anderen’ herdenken kan ook op een ander moment en vanuit je hart bovendien in een tijdloze stilte.”
Ik wil je danken voor je artikel. Het zet tot peinzen aan….