Bepaalt dus de schaarste de waarde van iets? Ik denk van niet. Is het niet eerder zo dat ons omgaan met de eindigheid van de wereld de waarde bepaalt? Hoe organiseren we ons leven in de eindige wereld? Schaarste is een maatschappelijke constructie. Er kan plaatselijk een hongersnood zijn, een schaarste aan goederen, maar dit is niet karakteristiek voor onze wereld als geheel. De natuurlijke rijkdommen zijn altijd beperkt. De vraag is hoe ons ‘wij’, onze maatschappij, ze aan mensen toewijst. Hoe meer mensen hetzelfde begeren, des te meer ervaren wij schaarste. Als niemand geïnteresseerd is in goud en zilver, wordt hun waarde tot niets teruggebracht.
In feite is het verhaal van de schaarste ingewikkelder. Als bijvoorbeeld appels schaars zouden worden, dan blijven ze prijzig, zolang hetzelfde aantal mensen ze wil hebben. Wanneer de consumenten dan goedkoper fruit gaan kopen, daalt de prijs van appels. Met de handel in aandelen ligt het anders. Hoe groter de vraag, hoe meer er van gekocht wordt. Want de kopers verwachten dat de waarde van het aandeel (of van hun huis) zal blijven stijgen, en kopen meer van dit aandeel (of een groter huis).
In het algemeen kun je zeggen dat de waarde van iets afhangt van de mate waarin het door mensen begeerd wordt. Het is mogelijk de begeerte van anderen op te wekken voor iets wat jij bezit. Je koopt er meer van, anderen volgen je, de waarde stijgt en op een goed moment kun je het gekochte verkopen met grote winst. De waarde van iets wordt bepaald door ons individueel en gezamenlijk willen hebben. Dingen hebben in zich geen waarde, wij mensen bepalen onderling de waarde van een object. Ook de waarde van geestelijke waarden hangt af van de manier waarop wij de wereld organiseren. Voor de klassieke Griekse cultuur was moed de hoogste waarde. In onze cultuur is dit de individuele vrijheid.
Mensen hebben een niet te meten waarde. Je kunt mensen behandelen als objecten, dingen. De mensenhandel bloeit. Maar dit is een degradatie van mensen. Hoezeer ook een mens tot een object wordt gereduceerd, hij of zij blijft een mens. Een mens heeft een waarde in zichzelf. Liever zeg ik: mensen zijn naar het beeld en de gelijkenis van God geschapen. Mensen kun je niet met elkaar vergelijken. Allemaal eisen ze respect, hun aangezicht gijzelt ons, zij zijn onze rechters. Hun waarde hangt niet af van hun capaciteiten, prestaties, schoonheid, gezondheid, kennis en verstandelijke vermogen, ze mogen er zijn en roepen ons tot verantwoordelijkheid. Ingaan op deze oproep geeft onszelf waarde.