Volgens Asscher (PvdA) mag ik dus zelf bepalen wie ik ben. Van deze vrijheid maak ik graag gebruik. Een aantal jaar geleden koos ik mijn eigen religieuze identiteit, toen ik vanuit een ongelovige omgeving mij bekeerde tot het christendom. Hoewel niet iedereen deze keuze begreep, werd het met interesse en respect ontvangen. De warmte die ik ontving om deze levensveranderende keuze te maken is mede bepalend geweest voor de houding die ik heb ten aanzien van onze diverse samenleving.
Ik ben zelfverzekerd genoeg over mijn identiteit om me niet bedreigd te voelen door diversiteit. Diversiteit in mijn omgeving is juist een verrijking voor mijn eigen identiteit. Het stelt mij in staat om te reflecteren op waar ik voor sta en het biedt mij de mogelijkheid om te schaven aan mijn eigen identiteit. Deze is immers geen statisch gegeven, maar blijft zich doorontwikkelen.
Hoewel ik zelf dus prima in staat ben om te bepalen wie ik ben, vind ik de discussie over wat de Nederlandse identiteit is belangrijk. Identiteit biedt aan het individu immers richting en houvast. Juist in deze veranderende, complexe, en voor velen beangstigende tijd, begrijp ik goed dat mensen hier naar zoeken. Een gedeelde nationale identiteit biedt dan herkenbaarheid en daarmee vertrouwen.
Grondwet en cultuur
Wat mij echter opvalt is dat de discussie over de Nederlandse identiteit langs verkeerde lijnen wordt gevoerd. Nadenken over onze identiteit kan bijvoorbeeld vanuit onze grondwet of vanuit onze cultuur. Vanuit de grondwet wordt ruimte geboden om te zijn wie wij willen zijn. Vrijheid en gelijkheid staan hierin centraal. Ik geloof dat Asscher naar deze basis voor onze identiteit verwees.
Anderzijds verwijzen diverse politici naar onze cultuur als bepalend voor de Nederlandse identiteit. Hierbij gaat het om onze normen, waarden en tradities. De ontwijkende reactie van Sybrand Buma (CDA) op de vraag of de islam gelijkwaardig is aan het katholicisme en protestantisme doet mij hieraan denken. Buma verwees enkel naar de grote waarde van de christelijke geschiedenis van Nederland. Hij wekt hiermee de suggestie dat de cultureel-religieuze geschiedenis belangrijk is voor onze identiteit, al maakt hij het niet expliciet. Hierdoor rijst de vraag op in hoeverre er in die Nederlandse identiteit nog ruimte is voor andere cultureel-religieuze achtergronden.
Tegelijkertijd zie ik politici de grondwet en cultuur regelmatig onjuist aan elkaar koppelen. Bijvoorbeeld door verworven vrijheden in relatie te brengen met normen en waarden.
Neem het optreden van Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) in het programma Wakker Nederland van afgelopen zondag. Zij stelt daar dat diegenen die hier willen wonen, werken en leven, onze normen en waarden moeten accepteren. De voorbeelden die ze daarna in één adem noemt zijn de gelijkheid van man en vrouw, het homohuwelijk, maar ook het vrij zijn met kerst en niet met het offerfeest. De eerste twee voorbeelden zijn te herleiden uit de grondwet, het laatste lijkt mij ver gezocht.
De grondwet misbruikt
Wat hier gebeurt is dat de vrijheden en rechten uit de grondwet in verband worden gebracht met culturele uitingen. De grondwet wordt gebruikt als argument voor onze culturele identiteit en zo dus misbruikt om andere culturen uit te sluiten. Of individuen uit te sluiten. Zie hier het ontstaan van de tweederangsburger.
Dit staat op gespannen voet met de grondwet zelf. Onze grondwet laat júist ruimte voor een eigen invulling van cultuur en identiteit. Het is het kader waarbinnen we zelf onze identiteit kunnen vormgeven en daarmee vormt het de basis van onze gedeelde Nederlandse identiteit. Het is herkenbaar voor zowel minderheden als meerderheden en werkt niet als uitsluitingsmechanisme. Het beschermt juist onze diversiteit.
De grondwet is het koesteren waard. Het is de basis voor de verbindende identiteit waarnaar we op zoek zijn, juist omdat het ruimte voor het individu laat. Een land dat de grondwet leidend stelt voor haar verbindende identiteit, is een land waar ik mij in thuis voel. In dat land kan ik zelf bepalen wie ik ben. In geen enkel geval mag de grondwet misbruikt worden om de eigen cultuur superieur te stellen.
Hier was ik al jaren bang voor, dat onze Grondwet misbruikt wordt om anderen buiten te sluiten. Het is begonnen met Wilders, want die misbruikt al vanaf 2004 onze Grondwet en nu gaan ook het CDA, VVD en SGP ook die richting op.
In een ander interview zei Buma, dat onder Nederlandse christelijke normen en waarden, gastvrijheid, barmhartigheid en rechtvaardigheid valt. Waarom konden we niet gastvrijheid, barmhartig en rechtvaardig zijn met de opvang van de Molukkers in 1951? Die opvang was toen onmenselijk. De mensen werden toen aan hun lot overgelaten door de overheid.
De grondwet is inderdaad de basis waarop een samenleving gestoeld hoort te zijn.
De partijen hebben hun grondbeginselen vaarwel gezegd en lobbyen naar hartelust. Dat is ook wel begrijpelijk, omdat ze alléén niets bereiken in deze tijd met zijn pluriformiteit.
Maar door coalities vermindert de besluitvaardigheid en vervagen principes. Moeilijke situatie!
Mijn vertrouwen in de politiek is weg. Soms snap ik gewoon niet meer waarvoor we een regering hebben.
De gemeentes staan voor nieuwe opdrachten die te zwaar zijn. En veel sociale burgers zeggen: “Wij doen het zelf wel, want van Den Haag uit gebeurt er niks!”
Nee, daar zijn ze alleen in verkiezingstijd bezig mensen om te kopen met rozen en verder zitten ze op hun kamertje nieuwe regeltjes te fabriceren, waar de ellende en verwarring alleen door toeneemt.
Ik ga mijn eigen weg. De weg waar ik me goed bij voel. En ik weet wat ik stem!
“Zij stelt daar dat diegenen die hier willen wonen, werken en leven, onze normen en waarden moeten accepteren.”
Daar ziet iets dubbels in. Ik heb een Nederlands paspoort en het staat mij vrij om normen en waarden ter discussie te stellen en zelfs om de wet moreel gesproken als ondergeschikt aan de waarheid te zien. Vervolgens mag ik ook nog mijn eigen ideeën over de waarheid hebben. Dat alles zolang ik me maar naar de wet schik, zolang ik maar accepteer dat ik daarop afgerekend wordt.
Voor een nieuwkomer lijkt dat niet te gelden. Als ik bij het voorgaande ook vermeld dat ik moslim ben, vind ik ook opeens meer tegenstand van anderen tegen dezelfde mening. Voor ‘moslim’ kan in die zin ook een paar andere termen ingevuld worden.
Mijn Nederlanderschap is een feit. Daarom mag ik denken zoals ik omschreef. Waarom is dat dan een probleem als een ander ook Nederlander wil worden? Is modelburgerschap een voorwaarde terwijl Nederlanders daar niet per se aan voldoen? Het gewenste model varieert van spreker tot spreker. Dat maakt duidelijk dat er wat anders speelt…
PS Anders dan vele anderen heb ik geen dubbel paspoort. Mijn mening is ook niet strafbaar, maar kan soms gevaarlijk zijn om te delen als je wel een dubbel paspoort hebt.
Iedereen heeft zo zijn persoonlijke opvattingen en eigenaardigheden. Dat geeft niks. Zolang je rekening houdt met anderen en bedenkt wat jouw gedrag voor effect heeft bij de ander.
Volgens mij ben jij een redelijk, gewetensvol mens. Dus dat zit wel goed, Abdur.
Een samenleving of groep die alleen uit gelijkgestemden bestaat, heeft geen uitdaging en dommelt in.
Andere culturen zijn hier door de eeuwen heen opgenomen. Ikzelf heb in mijn voorouders iets Frans, iets Zwitsers en iets Indonesisch.
Nieuwe culturen brengen nieuwe, uitdagende impulsen.
Dat is eng en verwarrend, maar het biedt ook nieuwe kansen.
Juist door gesprekken met vreemdelingen, leer je jezelf beter kennen
Een samenleving van gelijkgestemden is zeldzamer dan persoonlijke ervaring doet vermoeden en komt eigenlijk neer op een fragiele gemoedstoestand. Mensen, die dat willen beschermen, vechten tegen confrontatie met de realiteit. Wie naar zichzelf kijkt en zijn eigen afwijkingen kan accepteren, kan dat ook van anderen. Dan is het geen schok meer als de wereld in beweging komt (wat snel genoeg onvermijdelijk is). Saamhorigheid komt voort uit de het vertrouwen dat de aanwezigen vrede willen met elkaar. Als het aan die wil ontbreekt, maakt het niet uit wat ze verder wel of niet met elkaar delen. Het ontbreken van die wil is iets dat toegedicht wordt, soms terecht en soms onterecht. Anders zijn of hetzelfde uitzien hoeft geen effect te hebben op die wil. Gedwongen conformisme kan die wil zelfs verminderen (uit onvrede van mensen met zichzelf). Elkaar de vrede gunnen is zelfs veel prettiger als het van vele verschillende kanten komt. Genoeg ruimte voor eigen identiteit is een vereiste en kan zelfs leiden tot een veel extremer gevoel van vrede. Elkaar de straat uitpesten is natuurlijk ook een optie, maar het maakt vanzelf van iemand anders de meest afwijkende. Dat is een gevecht zonder eind. Wie dat wint, woont alleen en heeft geen samenleving. Als we niet eens kunnen accepteren wie er al zijn, moeten we aan onszelf werken, niet aan de ander. Bij de beoordeling van nieuwkomers komen onhebbelijkheden bovendrijven, die onvrede onder de bestaande bevolking veroorzaken. Die twee zaken horen we niet gescheiden te zien. Dat is een irrationele vlucht voor de realiteit en doet de samenleving geen goed. Sommigen worden alleen maar bedreigd omdat het kan, terwijl anderen precies hetzelfde zijn zonder dat die aangepakt worden. Dat schijnt niet eens nodig te zijn, en dàt geeft aan dat het probleem echt ergens anders ligt. Het is machtsmisbruik van mensen die zelf onderdeel van diepere problemen zijn. Hun voorstellen kunnen logisch gesproken onmogelijk een oplossing zijn voor wat zij als probleem omschrijven. De echte koekoekskuikens zijn geen nieuwkomers hier. Ze worden alleen wel heel erg laat wakker.
“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.”
We hebben politici die het niet zo zien.