Claire Boonstra richtte Operation Education op, een beweging die wil bijdragen aan onderwijs dat meer aansluit bij wat mensen, de samenleving en de planeet nodig hebben en waarin de waaromvraag in het onderwijs centraal staat. Want waarom doen we wat we doen?

Je hebt het over de voortdurende meetbaarheid en zekerheid die we in het onderwijs zoeken, opdat iedereen ‘op niveau’ komt. Wat maakt dat we daarnaar streven?

Heel simpel: we willen niet graag dat het misgaat met ons onderwijs. Je kunt het zo zien: er is hetgeen wat bekend is, het onbekende en het onkenbare. Die laatste is nooit te voorspellen, zoals de coronacrisis. Hetgeen bekend is, dát is hoe we onze wereld hebben ingericht. Dat is dus die meetbaarheid: alles in aparte hokjes en normaalverdelingen verwerken. In het onderwijs maar ook in andere sectoren betekent dat dat we constant anticiperen, trainen, budgetten toekennen en aan de hand daarvan vinkjes zetten. Daarnaast definiëren we ook graag het ‘goede’ en het ‘niet goede’. Afwijkingen van de norm vinden we op zijn minst ingewikkeld. Soms zelfs niet oké – dan noemen we het letterlijk een ‘disorder’ of ‘stoornis’.

Is dat van de laatste vijftig jaar, of al langer gaande…?

Dat begon al toen we los kwamen uit de jagers-verzamelaars tijd en we richting landbouw en vastigheid gingen. Daarvoor was het ‘onkenbare’ per definitie de realiteit. Toen we ons gingen settelen werd voorspelbaarheid belangrijker – en met de industrialisatie zijn we dat natuurlijk gaan opschalen.

Dat opschalen is in het onderwijs ook gebeurd. Vroeger was het onderwijs alleen hoofdelijk en alleen voor de elite beschikbaar. Toen kreeg -gelukkig- iedereen recht op onderwijs en moesten we betaalbaar, schaalbaar onderwijs inrichten. Dit model werkte daar goed voor. In die tijd, met de kennis en mogelijkheden van toen. Veel kinderen konden worden verheven uit armoede – met dat doel natuurlijk een fantastisch effect.

Wat maakt jullie onderwijsbeweging anders?

Het meest belangrijk zijn onze onderwijsvragen. We stellen vragen als: waarom zijn er klaslokalen, waarom hanteren we een gemiddelde, waarom delen we kinderen in, bijvoorbeeld in hoog en laag, waarom standaardisatie, waarom een urennorm, waarom onderwijsinspectie, en waarom geven we cijfers? Van al deze vragen zijn we gaan onderzoeken: hoe is dat zo gekomen? Wat zijn de voordelen en nadelen? Wat zeggen wetenschap, onderzoek, en ervaringen, én zijn er alternatieven? We zijn met Operation Education datgene gaan doen wat wij nodig vinden. Zo hebben we een Expeditie Leiderschap ontwikkeld voor schoolleiders, allerlei labs, broedplaatsen, festivals en bijeenkomsten, en een community van onderwijsprofessionals die echt verantwoordelijkheid nemen en willen nemen voor de transformatie van het onderwijs.

Claire Boonstra (3)
Claire Boonstra Beeld door: Juliejet Bakker

Vaak wordt in dit kader gezegd: je gaat niet experimenteren met kinderen, want je hebt maar één kans. Dat vind ik natuurlijk ook. We willen immers allemaal dat het goed komt met een kind. Maar dit ‘beheersbare’ model heeft wel gevolgen voor heel basale behoeften die we als mens hebben. Zoals de behoefte aan autonomie, aan verbinding, samenhang, dat ‘jij anders bent dan een ander en dat is goed’. Niet iedereen loopt datzelfde lineaire pad. Geen kind, geen mens is op alle aspecten gemiddeld.

Wat zijn typische 21e-eeuwse vaardigheden volgens jou?

Dat zijn vaardigheden die uniek zijn aan mensen. Vaardigheden die niet te vervangen zijn door computers en robots. Verbeeldingskracht is enorm belangrijk. Voor zover wij weten zijn wij de enige levende wezens die weten dat ze bestaan en die een nieuwe wereld kunnen inbeelden en van binnenuit kunnen creëren. Dat kun je niet programmeren, hoe creatief robots nu ook worden gemaakt. Dat is onze belangrijkste scheppingskracht gebleken en zal altijd relevant blijven.

Daarnaast is cruciaal: een beroep kunnen doen op je geweten en je intuïtie. Ethiek en moraliteit zijn extreem belangrijk. Wat is wenselijk, wat is goed en niet goed? Wat is waar? Opdrachten waar je een goed en fout antwoord op kunt geven, die kun je op een gegeven moment overlaten aan robots. In deze tijd zijn digitale vaardigheden van belang: ja, maar wel heel functioneel. Je moet er goed mee om kunnen gaan en begrijpen hoe het werkt. De huidige digitale vaardigheden zijn niet vergelijkbaar met die van dertig jaar geleden. Ik was vroeger méga digitaal vaardig. Nou… de vergelijking met mijn handige kinderen nu, die is hilarisch.

In je werk dat ik online las, spreek je over universele waarden. Kun je die toelichten?

Nu in Corona-tijd vraagt iedereen als eerste: hoe gaat het met je? Hoe is het met je welzijn? Die menselijkheid is weer op nummer één komen te staan, en daar gaan die universele waarden voor mij over. Het is echt de bril waarmee ik kijk, mijn mensbeeld. Ik zie die waarden terug in wie we zijn geworden als mens, vanaf de jagers-verzamelaars. Het gaat weer om dingen die letterlijk in onze natuur zitten. Een goed voorbeeld: als vroege mens waren we altijd gewend om met onze natuur en omgeving in harmonie te leven. Dat blijkt ook steeds meer een diepe behoefte: als dat niet kan, dan hebben we daar last van en dan reageert ons systeem daar op. Ook de behoefte aan reflectie, stilstaan – nu noemen we dat bijvoorbeeld meditatie -, saamhorigheid en verbinding is altijd daar geweest.

Dat is bij ons van Operation Education dus niet gedreven vanuit een bepaalde religie, maar dat universele ‘goed zorgen voor jezelf, je omgeving en het grotere geheel’ komt wel in alle levensbeschouwingen terug.

Hoe kan jullie visie concreet vertaald worden op scholen?

Ik ben erg gecharmeerd van scholen die zeggen: ieder kind is op de wereld om te leren en wil de beste versie van zichzelf worden. En wij zorgen ervoor dat we aansluiten op wat zij kennen, kunnen of interessant vinden. De Agora scholen (zoals in Roermond, maar ze zijn inmiddels met meer) zijn daar bijvoorbeeld op ingericht. De jongeren wordt daar steeds gevraagd: wie ben je, waar wil je naartoe en wat doe je als je thuis bent? Zij leren aan de hand van challenges die ze zichzelf stellen. De faciliterende structuur die daar om heen zit wordt niet van bovenaf opgelegd. Hij wordt ingevuld door de leraren, de leerlingen en de omgeving, in nauwe samenwerking met elkaar. Ze kunnen niet verdrinken, die structuur is erop gericht om hén aan het stuur van hun eigen leven te laten komen.

Claire Boonstra (2)
Claire Boonstra Beeld door: Juliejet Bakker

Een prototype school wat jou betreft?

Ik geloof niet in het adopteren van een blauwdruk. Ik denk ook dat iedere school zijn eigen paradigmaverschuiving mag en moet hebben. Ik denk wel dat er universele elementen in zo’n school zijn die toepasbaar zijn op – eigenlijk – ieder mens.

Heeft dat bevragen over wie je bent continu, ook een keerzijde denk je?

Je moet er geen consequenties aan verbinden als een kind dat nog niet weet. De positieve kant is dat kinderen leren dat die vraag gesteld mag worden. Het mag zijn: ik ben Jan, ik ben 14 jaar, ik weet nog niet wat ik later wil worden maar ik hou wel van… Het gaat erom dat je leert hóe je dat gaat vinden. Daarbij is het nooit een doel op zich, het is hooguit een kompaskoers voor je eerstvolgende stap.

Bij Nieuw Wij zijn we bezig met waardengedreven kiezen voor jongeren. Hoe verliep jouw keuzeproces? Wist jij altijd al wat je wilde worden?

Ik kom uit een ingenieurs gezin, waar de bèta-kant een ding was. Vanaf mijn twaalfde zei ik wel al dat ik naar de TU Delft wilde en ik had een enorme fascinatie voor bruggen en tunnels als klein meisje. Toen waren er nog van die “Thea-studeert-techniek” dagen om meer meisjes te trekken in Delft. En bij civiel was het toen gewoon leuker dan Lucht & Ruimtevaarttechniek. Zo simpel is het gegaan; ik had echt geen idee waar ik eigenlijk voor koos.

Uiteindelijk heb ik zoveel verschillende dingen gedaan, en onbewust ben ik al die jaren voorbereid op wat ik nu doe. Gewoon door alle rare stappen die ik heb gemaakt, zoals in verschillende sectoren werken. Sommige dingen leken niet eens met elkaar te maken te hebben. Met de levenswijsheid van nu kan ik mijn eerdere keuzes wel verklaren: bijvoorbeeld bij civiele techniek vond ik vooral het grotere, maatschappelijke plaatje interessant en niet alle berekeningen. Later, in mijn managementfuncties, begon ik steeds meer op te lopen tegen ‘de mal’ waar je in moet passen om het goed te doen. Pas een paar jaar geleden, na jaren van onzekerheid of ik wel ‘goed genoeg’ was, kwam ik erachter: dit ben ik!

Is er voor iedereen iets wat bij hem of haar past, heeft iedereen uiteindelijk een purpose?

Ik geloof wel in purpose – ik heb het zelf gevonden. Maar het kan ook zijn dat je het nooit vindt, en je purpose kan natuurlijk ook veranderen door de tijd heen. Het heeft ook te maken met: de juiste context krijgen óf deze zelf kunnen creëren.

Als je nog geen purpose hebt, kan dat je onzeker maken. Maar dat is heel normaal, want je hebt nog weinig levenservaring! Mijn advies aan jongeren: laat je daar niet door van de wijs brengen, maar ga wel dingen doen waar je interesse, je fascinatie ligt. En wees alsjeblieft niet bang als dat niet meteen nuttig lijkt te zijn. Het boek Range van David Epstein is wat dit betreft een enorme aanrader. Hij laat zien dat juist mensen die verschillende dingen gedaan hebben uiteindelijk juist die maatschappelijke doorbraken helpen te bewerkstelligen. Omdat ze niet in silo’s denken en verschillende perspectieven meenemen.

Soms wordt lacherig gedaan over het ontwikkelen van ‘kunstzinnige’ talenten – “want daar kun je toch geen droog brood mee verdienen?”. Maar vergeet niet dat bijvoorbeeld expressieve vaardigheden een belangrijk stuk gereedschap zijn om je goed uit te drukken. De mensen die ik ken die in hun jeugd veel aan theater hebben gedaan zijn nu degenen die in een totaal ander vakgebied, op het podium, op de zeepkist of in een vergadering iedereen aan hun lippen hebben hangen. En daardoor veel voor elkaar krijgen!

Waar moet je nu op letten als je een studie of opleiding kiest?

Niet elke opleiding biedt dezelfde flexibiliteit waar het gaat om het curriculum. Dat was vroeger al zo. Een voorbeeld: Mijn zusje en broertje zaten ook in Delft maar bij een andere studie en zij hadden een vak “Intercultural Awareness’. Ik had dat zo graag willen doen, maar ik mocht dat vak er niet bij kiezen vanuit civiele techniek.

Vandaag de dag zijn er steeds meer studies of instellingen die meer keuzeruimte bieden om te combineren, tussen vakgebieden en sectoren. En die – heel belangrijk! – hun mooie woorden ook echt waarmaken waar het gaat om de mogelijkheden in de praktijk. Wees dus kritisch in je keuze. Een goed voorbeeld hiervan vind ik Hogeschool Windesheim.

Hoe blijf jij op je koers met dit werk? Hoe overtuig je anderen van je missie?

Er zijn altijd mensen die iets vinden van wat ik doe en hoe ik naar de wereld kijk; in positieve en negatieve zin. Maar wat betreft mijn missie met het onderwijs: het is voor mij geen optie om het níet te doen. Ik ben lang bezig geweest om iedereen te mobiliseren en te overtuigen, maar nu zeg ik: dit is voor mij zo evident, ik geef je een uitgestoken hand en je kunt met me meelopen. Ik wil nu meer een magneet zijn en aantrekkingskracht creëren. Voorleven wat ik belangrijk vind!

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Juliejet Bakker

Adviseur

Juliejet Bakker (1994) is religiewetenschapper en deed de master Building Interreligious Relations aan de VU. Culturele en religieuze …
Profiel-pagina
Al 4 reacties — praat mee.