Professor Alsuleiman geeft de volgende omschrijving van het soefisme: “Het soefisme is een algemene verzamelnaam die men hanteert om de talrijke mystieke stromingen binnen de islam te overkoepelen. Meer specifiek is het soefisme een stroming binnen de islam die ontstond in Irak ongeveer twee eeuwen na de hijra, dus rond het jaar 800.”
Was er sprake van een school of leer?
“Toen was het soefisme of de mystiek een stroming zonder een duidelijk omlijnde school of leer. Men sprak in die tijd van de opgetogen mystiek rond een aantal figuren, zoals Rabia al-Basri, Dhu’l-Nun al-Misri en Junayd en een aantal andere mystici die in het openbaar optraden. Men beweert dat de mystiek pas vanaf al-Ghazali (d. 1111) onderworpen werd aan het gezag van het orthodoxe soennisme. De orthodoxie hield het soefisme binnen de greep en raffineerde de zogezegde heterodoxe elementen. Sindsdien is het een aanvaarde stroming geworden binnen de orthodoxe islam.
Aanvankelijk was het soefisme dus een stroming zonder een gedefinieerde leer en pas tegen het jaar 800 kreeg die mystiek zijn geïnstitutionaliseerde vorm. Zo ontwikkelde men door de eeuwen heen een aantal tradities met elk hun eigen technieken. Men gaat naar een takiyya voor de hadra of de wekelijkse bijeenkomsten om bijvoorbeeld de dhikr te verrichten. De meester of sheikh begeleidt ook in speciale gezangen waarmee ze in trance geraken en zich distantiëren van het aardse leven.”

Kunt u iets meer vertellen over de politieke implicaties die het soefisme heeft gekend tijdens zijn ontwikkeling?
“Normaal gezien heeft klassieke mystiek enkel te maken met ascese, niet met politiek. Ascese betekent sober zijn, niet alleen ten opzichte van het materiële, maar ook ten opzichte van het aardse. Politiek valt dan onder de categorie van het aardse. Het woord ‘soefi’ komt van suf en suf betekent ‘wol’. Soefi’s droegen vroeger wollen kleren. Dat was een teken van ascese, want wol was het goedkoopste of het eenvoudigste materiaal dat je kon vinden in die tijd. Soefi’s nemen dus steeds afstand van overdaad, zelfs bij het eten. Spiritueel geluk ligt in het beleven van de waarheid en niet in het vullen van de maag.
De eerste politieke complicaties die het soefisme heeft gekend, begon met al-Hallaj. Deze Perzische mysticus vormde een gevaar voor de openbare orde vanwege zijn befaamde uitspraak ‘Ana ‘l-Haqq’ (‘Ik ben de Waarheid’). Als je jezelf vereenzelvigt met God, dan bedoel je in feite dat je gezag groter is dan het gezag van het staatshoofd. Hij werd daardoor onmiddellijk terechtgesteld en ter dood veroordeeld.
Met de institutionalisering van het soefisme ontstonden in de islamitische wereld mystieke tradities onder leiding van een sheikh, die enorm veel impact had op zijn achterban. Meestal gaat een meester zijn status legitimeren met het karaama of ‘wonder’ die hij heeft ontvangen van God. De volgelingen verheerlijken dan hun meester en schrijven hem allerlei speciale gaven toe. De meester waakt dan op zijn beurt over het doen en laten van zijn leerlingen. De groep verheerlijkt ook zichzelf tot men op den duur over een sektarische vorm van mystiek gaat spreken. Voor het regime vormden deze bewegingen uiteraard een bedreiging. De politieke leiders probeerden controle en gezag over deze bewegingen uit te oefenen en zo is de opgetogen mystiek in feite indirect bondgenoot van het establishment geworden. Daar ligt het raakpunt van de politiek met de mystiek.”
Ayatollah Khomeini heeft mystieke gedichten geschreven over zijn liefde voor God en hij maakt heel veel verwijzingen naar dichters. Dit zou men niet verwachten van een figuur zoals hij. Wat vindt u daarvan? Is hij een mysticus of hoe zou u hem omschrijven?
“Khomeini had een politiek project, hij ging in opstand en wilde een regime ten val brengen en zelf aan de macht komen. Hij heeft wel een constructie ontwikkeld van ‘ik ben de geestelijke leider’ met daarnaast een eerste minister of president. Iran heeft van meet af aan zowel een spirituele als een wereldlijke leider gekend. De president doet wat de spirituele leider op de een of andere manier verwacht. Khomeini was ook een theoloog. Daarom heeft hij blijkbaar ook een mystieke aanleg. Hij heeft die gedichten geschreven en is beïnvloed door Ibn Arabi en al-Ghazali, omdat die mystici boven de grenzen van de islamitische scholen staan. Een mysticus zal onmiddellijk de hand uitreiken naar wat er boven die grens staat. Een wahhabi doet dat niet bijvoorbeeld, want die grens is heilig voor hem. In die zin heeft Khomeini een mystieke kant, maar een mysticus zou ik hem absoluut niet noemen. Khomeini is boven alles een politicus, misschien met een stukje mystiek, maar ik zie een mysticus niet zomaar aan de macht komen.”
U maakt een onderscheid tussen klassieke en opgetogen volksmystiek.
“De volksmystiek is eigenlijk een volkse vertaling van de klassieke mystiek zoals we haar kennen uit de bronnen. Ze vertegenwoordigt nog steeds heel dat filosofisch-spiritueel denkbeeld van die grote mystici en is ondertussen uiteengevallen in twintig, dertig tariqa’s (‘vertakkingen’). Meestal is het zo dat hier de drempel tussen mystiek en ketterij heel klein is. Onder de volksmystiek horen bijvoorbeeld mensen die zich fuqara of faqir noemen. Faqir wil ‘spirituele armoede’ zeggen. Ik heb een tijdje geleden in Marokko een fuqara ontmoet die een cactusboom met zijn bloot bovenlijf beklom. Opeens sprong hij naar beneden, rolde wat over de grond en toen hij weer recht stond was er geen enkel schrammetje op zijn lichaam te bespeuren. Dat is ook karaama. Zij noemen zich ook soefi’s, maar voor mij is dat geen mystiek.
Nog een ander voorbeeld. Het woord ‘assassijn’ is afgeleid van het Arabische woord al-Hashashin. De Hashashin waren in de middeleeuwen een ismaïlitische orde van sjiitische mystici, die een speciale manier hadden om de eenwording met God te bereiken. Je moet vooral een rein hart en geweten hebben om in die trance te geraken en het licht te zien, dus niet iedereen kan de extase van ‘weg zijn’ zomaar ervaren. De Hashashin in de middeleeuwen gebruikten daarom hashish of cannabis in hun rituelen om in trance te geraken. Hun naam is dus afgeleid van het woord ‘hasjies’. Ze waren ook tijdgenoten van de kruisvaarders en ze werden op een gegeven ogenblik ingehuurd als huurmoordenaars, die in opdracht van christenen of moslims andere christenen of moslims uitschakelden. Op den duur werden ze zo gevreesd dat men een verbastering van het woord al-Hashashin in de eigen taal opnam. Zo zijn de woorden ‘assassiner’ in het Frans of ‘to assassinate’ in het Engels ontstaan. Dat is ook een stuk volksmystiek binnen de islam.
Als je al deze soefi’s gaat plaatsen tegenover de leer van Ibn Arabi, dus de echte klassieke mystiek, dan spreken we over iets dat hemel en aarde verschilt. De leer van Ibn Arabi is een speculatieve-filosofische aangelegenheid die ernaar streeft om de ziel te louteren door meer kennis van de abstracte waarheid op te doen en een innige band met God te ontwikkelen. Het is daarom ook een elitaire aangelegenheid, beperkt tot een kleine groep van mensen die daar voldoende abstractievermogen hebben om dat allemaal te begrijpen. Voor de gewone mens die geen klassieke opleiding in de islamitische theologie, Arabische taal en literatuur heeft gehad, zijn de geschriften van Abd al-Qadir Jilani en Jalal al-Din Rumi ontoegankelijk. Mystiek als dusdanig is een stuk filosofie en filosofie is nooit iets voor de massa geweest.”

Wat is de relatie tussen religie en mystiek?
“De mystiek ontstond als een tegemoetkoming aan de menselijke behoefte om meer spiritualiteit naast het rituele te hebben. De mystiek wordt aldus opgenomen in de religie en wordt een stroming. Iedere religie heeft een andere geschiedenis en elk volk heeft een andere aanleg. Daarom is het zo dat in de ene religie de mystiek aan belang wint en bij de andere de rituelen, maar beide aspecten blijven aanwezig. De mystiek is dus eigen aan alle godsdiensten, maar de objectieve regeltjes zijn ook belangrijk.
Als we de monotheïstische tradities in dit spectrum moeten plaatsen, dan is het jodendom uiteraard de religie van het rituele bij uitstek. Geen enkele religie telt zoveel rituelen als het jodendom. Het jodendom staat heel sceptisch tegenover mystiek. In de Talmoed is er een verhaal over vier rabbijnen die hebben besloten om God te zien. De eerste stierf onmiddellijk, de tweede verloor zijn verstand en de derde rabbijn bekeerde zich tot het christendom (lacht). De vierde rabbijn slaagde er wel in om God te zien. Het moraal van het verhaal is dat slechts een op de vier zich kan verdiepen in het mystieke. Volgens het jodendom wordt iemand jonger dan veertig jaar zelfs onvolwassen of onvoldoende ervaren geacht om het mystieke pad te bewandelen. Het christendom is bijna het tegenovergestelde van het jodendom. Het kent ontzettend veel mystieke elementen en op een zeker ogenblik stond het kloosterleven veel centraler dan wat de christen al dan niet moest doen.
De islam ligt ergens tussen deze twee ‘extremen’. Enerzijds geloof je en doe je wat voorschreven staat in de Koran en de hadith, volg je de vijf pijlers van de islam na en anderzijds komen daar de talloze mystieke tradities bij kijken. De moslim moet een evenwicht tussen beiden altijd bewaren. Ibn Arabi en al-Ghazali worden beschouwd als de katalysator van de mystiek binnen de islam, maar er is een belangrijk verschil tussen de twee. Ibn Arabi wordt beschouwd als de katalysator van de mystiek binnen de islam, maar wel zonder religieuze grenzen. Al-Ghazali daarentegen is de katalysator van de mystiek binnen de islam, onderworpen aan het gezag van de orthodoxie. Alle andere mystici bevinden zich tussen die twee spectra. Daarnaast heb je het spanningsveld tussen de volksmystiek en de orthodoxe leer.
Ik geef je een voorbeeld. De islam verbiedt het vereren van mensen en offeren in de buurt van een graf, maar dat is een wijdverspreid praktijk bij heel veel moslims. Mensen bezoeken het graf van een heilige, gaan daar op bedevaart en nemen alle soorten offers mee. Ze geloven dat daar niks mis mee is, maar de islam verbiedt dit allemaal, omdat daar een stuk shirk in zit. Ze kennen de canonieke leer niet en dan vervallen ze in zaken die niet mogen volgens de leer. Mensen die de leer kennen en hen daarom op de vingers tikken voor ‘ontspoorde praktijken’, worden bekeken als dwalers of in de huidige context beschuldigd als een salafi of wahhabi.
Zou u beweren dat het soefisme gebruikt kan worden als een tegenwicht voor radicalisme?
“Dat wordt nu zo gepromoot, ja. Zeker in Marokko. Er was even geleden een uitzending geweest op MTRO (Moslim Televisie en Radio Omroep, België) over mystiek in Marokko. Men liet een internationale bijeenkomst van de tariqa al-Boutchichiya in Marokko zien. Dat is de grootste mystieke orde in Marokko en dankzij de migratiecontext kent ze aanhangers in alle hoeken van de wereld. De presentator liet vallen dat Marokko nu heel sterk het soefi-model propageert en het naar voren schuift als tegenpool van het salafisme, het wahhabisme en andere vormen van extremisme. Nu spreekt men over ‘het Marokkaans model’.”

Waarom doet de Marokkaanse regering dat?
“Oorspronkelijk had het ultraorthodoxe salafisme een apolitieke ingesteldheid, maar sinds de tweede Golfoorlog in de jaren ‘90 en de problemen met Koeweit, kan men spreken van een tweevoudige splitsing binnen het salafisme. De ene strekking wordt door het Saoedisch regime gebruikt om het land te besturen en de andere is ontstaan rond Osama bin Laden in Pakistan en Afghanistan. De tweede vorm van het salafisme krijgt de laatste tijd ook zoveel aandacht in de media.
Mede door de internationale gebeurtenissen zoals 11 september en de problemen in Syrië en Irak, oefent het salafisme een aantrekkingskracht uit op de jeugd in de Arabische wereld. De jongere generatie is gekant tegen het establishment omwille van politieke, sociale en economisch redenen en in dat militant salafisme vindt ze een medium om te protesteren. In de moslimwereld zit men erg in de knoei zit met het extremisme en de vraag hoe dat te bestrijden? Mystiek is normaal gezien het tegenovergestelde van extremisme en in Marokko probeert men aan de hand van de mystiek een vorm van liberaal klimaat te creëren. Soefi’s zijn inderdaad tolerant op alle vlakken, omdat de wereld hen niet interesseert. Het soefisme promoten is in Marokko ook een vanzelfsprekend iets, aangezien Marokkanen een heel sterke aanleg voor mystiek hebben. Dat probeert men in Egypte en in andere islamitische landen ook te doen.”
U stelde eerder dat mystiek in feite tolerant is. Deelt u dan dezelfde mening als de Vlaamse media dat het soefisme een tolerantere of gematigdere strekking of stroming binnen de islam is?
“‘Gematigd’ is een zeer misplaatst woord vind ik, maar het is wel waar in de zin dat een mysticus een spiritueel project heeft en geen politieke. Als iemand een politiek project heeft, dan gaat hij logischerwijs mensen ook op de een of andere manier proberen te dwingen in zijn project te passen. Wanneer hij godsdienst gaat gebruiken als ideologie om een politiek project te realiseren, dan gaat hij onrecht plegen tegenover anderen. Ik zie een soefi dat niet doen. In die zin is de mystiek binnen de islam een heel open, spiritueel gegeven dat de scheiding van het aardse met zich meebrengt. De soefi focust op de persoonlijke band met God en wie aan de macht is, interesseert hem niet. Hij kan nooit extreem zijn.”
Wat vindt u ervan dat het soefisme als een tegengif tegen extremisme wordt gebruikt?
“Ik denk dat de manier om extremisme te bestrijden in die wereld niet bij de mystiek ligt. Het probleem ligt volgens mij bij de sociale ongelijkheid in die wereld. Zolang sociale ongelijkheid bestaat, heb je misnoegde mensen. Ook moet men de politieke problemen aanpakken die al eeuwen aanslepen in die regio. De conflicten die als sinds de Eerste Wereldoorlog in die gebieden aan de gang zijn, de Palestijnse kwestie, de dictatuur in de Arabische wereld enz. Daar moet men iets aan doen. Zo neem je de twee belangrijkste redenen van het protest ook weg.
Mystiek naar voren schuiven als alternatief zou ik kunnen vergelijken met een kankerpatiënt behandelen met een aspirientje. Wat we missen in de islam is de cultuur en ingesteldheid om met elkaars verschillen om te gaan op een redelijke wijze. Een stuk sociale gelijkheid, redelijkheid en rechtvaardigheid in die regio is een uiterste noodzaak.”
Meer informatie over prof. Abies Alsulaiman en zijn publicaties vindt u hier. Dit artikel is het tweede deel in een nieuwe serie over Soefisme. Oorspronkelijk is dit artikel verschenen op de website van Kif Kif.
Wat grappig dat Khomeini geinspireerd werd door Arabi, de Spaanse Moslim die goed met Christenen overweg kon. Wat is gebeurd dat we tegenwoordig wel weer als kemphanen tegenover elkaar staan??
Staan we als kemphanen tegenover elkaar? Ik kan niet spreken voor mensen als Khomeini en zijn religieuze ideeën, maar moslims staan volgens mij niet vijandig tegenover christenen.
Ik doelde op Khomeini’s onderdrukking van minderheden, zoals de Bahai.
Hij meent dat zijn grote voorbeelden een waardigheid bezitten waar zelfs geen geliefde engel of gezonden profeet aan kon raken. Volgens hem waren zij lichten onder de schaduw van de Troon voordat deze wereld gecreëerd werd. Het toeval wil dat hij zelf ‘de’ autoriteit is op het gebied van de leer van deze imams, dus ik hoef me om een aantal redenen geen zorgen te maken over het feit dat ik niet veel begrijp van zijn politiek. Mijn omgeving zou zich zorgen maken als ik hem wel begreep.
Wat die geliefde engelen betreft, lees vooral ook -Khomeini and the primacy of the Spiritual- van Maxime Rodinson, of citeerde je eruit?
Khomeini beschreef dat als essentieel punt van zijn doctrine in zijn beruchte boek “velayat-e faqih” (hokumat-i eslami) en die uitspraak wordt vaak aangehaald waar hij en zijn opvattingen besproken worden.
Er is ook een officiele engelse versie van velayat-e faqih:
Islamic Government: Governance of the Jurist
Ruhollah Khomeini; translated by Hamid Algar
Bin Laden wijkt inderdaad af van salafi ideeën. Om hem in verband daarmee te brengen is ook niet helemaal terecht. Het is net zo makkelijk, of zelfs makkelijker, om zijn relatie met soefisme aan te tonen. Hij komt uit een Jemenitische familie uit Hadramout, een kuststreek die bekend staat als basis van soefisme, wat in dit artikel ook tegengesteld genoemd wordt aan salafisme en zogenaamd wahhabisme. Bin Laden zelf is niet begaan met onderscheiden tussen geloofsrichtingen, maar sommige van zijn uitspraken geven aan dat hij nog steeds bepaalde soefi praktijken erkent. Hij omarmde ook de
Talibaan als zijn nauwe vrienden en beschermers, en het is algemeen bekend dat de overgrote meerderheid van
deze groep behoort tot de soefi Deobandi beweging. Aantonen dat hij soefi praktijken erkent is niet hetzelfde als beweren dat hij een ‘echte’ soefi is, maar dat verband is er duidelijk wel en hij heeft ook laten zien dat hij zich
niet bezighoudt met dezelfde zaken van geloof en aanbidding waar een Salafi zich mee zou bezighouden, omdat de secte waartoe hij behoort (Qutbisme) geen onderscheid maakt tussen kwesties van geloof, zolang als mensen zich maar houden aan hun “beweging”.
Dit (en meer hierover) staat ook zo omschreven in “The Wahhabi Myth” van H.J. Oliver.
(Het bovenstaande is een snelle vertaling van een klein stukje daaruit)
De grondleggers van de ideologie achter al-Qaeda en Daesh hebben sufi achtergronden, vooral ashari sufi’s: Hassan al-Banna (sufi en inspirator van takfiri gedachten), Abu A’la Mawdudi (hanafi sufi maturidi), Sayyid Qutb (sufi ashari), Taqi al-Din al-Nabhani (ashari en kleinzoon van Yusuf al-Nabahani, de hardcore extremistische sufi), Mohammad Qutb (ashari en broer van Sayyid Qutb). Van deze hoofdfiguren is geen enkele een traditionalist of salafi, maar sinds de jaren tachtig wordt hun gedachtengoed vaker gelinkt gepresenteerd aan figuren als Ibn Taymiyyah en Ibn AbdulWahhab, om de waarheid te verdoezelen en in de hoop om meer inwoners van de golf-landen te winnen voor hun revolutionaire kharijite ideologie. Academici, professoren, overheidsadviseurs of zgn. experts, die de ideeën van deze afwijkende groepering herleiden tot het salafisme, zijn ongelukkigen, onwetenden en goedgelovigen, die ten prooi zijn gevallen aan de khariji propaganda en zelf onwillig deelnemer en ondersteuner ervan geworden.
Een sufi kan niet extreem zijn… in een utopische wereld, maar in de praktijk maken we ook anders mee. Mensen slaan wel eens verkeerde richtingen in. De safavid groepering van de gruwelijke sjah Ismail begon oorspronkelijk ook als shafi ashari sufi groepering. Het is geen automatisch gevolg van tasawwuf. Daar moeten we het niet aan toeschrijven, zoals vele anderen bewijzen, maar het sufisme is in praktijk geen waarborg voor vredelievend gedrag gebleken in de handen van sommigen, zoals de genoemde grondleggers van de ideologie van al-Qaeda en Daesh. Dat soort groepen vallen ook onder een naam, die in het artikel niet genoemd is. Het zijn de khawarij en een volgeling van dat gedachtengoed heet een khariji. Dat is een verhaal apart met weer een eigen geschiedenis. Dat is geen verhaal van sufi’s en salafi’s. Het gaat over sektarisme en politieke prioriteiten.
De presentator, die “liet vallen dat Marokko nu heel sterk het soefi-model propageert en het naar voren schuift als tegenpool van het salafisme, het wahhabisme en andere vormen van extremisme,” maakt duidelijk dat mensen te veel generaliseren en slecht op de hoogte zijn van wat er eigenlijk speelt. Propagandisten krijgen zo te veel speelruimte en dat helpt ons niet vooruit.
Abeer, soms struikel ik over Arabische termen. Kun jij zeggen wat “takyya” is?
Vanuit de context zou ik zeggen “bijeenkomst”, maar op internet kom ik ongeveer op: “je geloof verbergen in een vijandige omgeving.”
Louise,
Een takiyya of takia (تكية) is een hospice, gasthuis, soort verblijf voor reizigers.
U vond betekenissen voor taqiyya (تقیة).
Dat klinkt bijna hetzelfde, maar de k-klank (q) is minder hard – meer als de ‘g’ in het spaanse woord ‘gato’ (kat).
Bij dit artikel fronste ik toch regelmatig mijn wenkbrauwen. (Naast het feit dat de Ney-foto niet klopt met de tekst: de persoon kust de Ney waarschijnlijk, want op die plek zit geen opening(!) en bespelen doe je de Ney vanaf het mondstuk. En ook naast de taalfouten of vreemde formuleringen als ‘opgetogen mystiek’ en mystiek als ‘project’ …?)
Ik vind het artikel rommelig, oppervlakkig, teveel alle kanten uitgaand, theoretisch en vooral beperkend t.a.v. wat soefisme kan betekenen voor mensen – zonder dat zij theoloog zijn. (Dat is echt geen voorwaarde zoals gesuggereerd lijkt te worden bij de alinea over Khomeiny.)
Ik zou willen vragen: diep liever één onderdeel uit, dan zoveel info achter elkaar te plakken.
Als men de geschiedenis van het soefisme (als mystiek aspect van de islam) op intellectuele wijze wil bestuderen kan men beter boeken over dit onderwerp lezen.
Wil je het wezenlijke van het soefisme begrijpen en ‘raken’ aan wat de ‘drie-dimensionale wereld’ overstijgt, dan is het nodig om met hoofd en hart open te staan en op die wijze trachten te ‘begrijpen’ wat leven is en juist ín de werkelijkheid van alledag, niet (alleen) via dansende derwisjen.
Beste Mirjam,
Deze reactie is bezijden het punt. De auteur interviewt een hoogleraar dus jouw kwalificaties over de tekst zijn ongepast. Als je het ergens niet mee eens bent dan mag je jouw kennis daar tegenover zetten. Stijltips idem, de gesprekspartners komen uit België dus kijk over je eigen hermeneutiek heen. Foto’s zijn tenslotte sfeerfoto’s. Al met al stel ik voor dat je de kwalificaties achterwege laat en liever op de inhoud reageert.
Enis: niet te snel mensen afwimpelen en terecht wijzen hoor, Mirjam gaat voor -open staan met hoofd en hart-, dat kan bij Nederlanders (de autochtone dan) bij uitstek via dat soefisme, en veel minder (of helemaal niet) via het salafisme waar al 50% van de amsterdamse moskeen (dus gelovigen)onder te lijden hebben. Dus ik vind dat ze terdege bijdraagt aan het verbinden.
Op deze site is er nul ruimte voor persoonlijke kwalificaties, Dirk.
Beste Enis,
Dank voor uw reactie (als eindredacteur naar ik aanneem).
Ik vraag me nu wel af: waarom heeft u mijn reactie laten plaatsen als u vindt wat u schrijft?
En waarom heeft u, ná plaatsing van mijn reactie, opeens mijn positieve openingszin eruit gehaald?
Met vriendelijke groet,
Mirjam Ates
Beste Mirjam,
alle reacties zijn welkom, ook de kritische, daarom plaatsen we deze. M.u.v. opmerkingen over de website en persoonlijke kwalificaties. Opmerkingen over de website kun je met ons delen door ons te mailen. Reacties onder artikelen moeten gaan over inhoud of over vragen die niet / voldoende behandeld zijn. We behouden ons het recht om reacties aan te passen als dat de discussie niet ten goede komt. Dank voor je eerdere reactie, je stelt goede vragen. Laten we de auteur en de site daarbij buiten beschouwing laten. Zie ook onze huisregels.
De soefi kan nooit extreem zijn. Dan zou er eerst een regel moeten komen wie zich wel of geen soefi mag noemen.Zoals bij elke groep zijn er mensen extreem of niet. Soefi zijn zegt niets over de mens als persoon , net als Moslim of Jood niets zegt over de persoon.
Professor Snoeck Hurgronje, de raadgever van bevelhebber van Heutz, die de Atjeh opstanden de kop indrukte, met 3000 slachtoffers aan NLse kant, en vele 10.000en aan Sumatraanse kant, waarschuwde voor het fanatisme van de Sumatraanse Sufi beweging. Dat kan ik me wel voorstellen trouwens, als je fanatiek of mystiek of wat dan ook bent, ga je ervoor, helemaal, voor 100%, je bent onschendbaar als je het Heil voor ogen hebt! Wat stelt een mensenleven nou helemaal voor?!
Het interview in Nieuwwij.nl ‘Abied Alsulaiman: “De soefi kan nooit extreem zijn” was best leerrijk. De soefi zijn hier te weinig gekend en het lijkt een stroming van waaruit geen extremisten kwamen.
Maar één stukje lijkt me bizar: “Het probleem ligt volgens mij bij de sociale ongelijkheid in die wereld. Zolang sociale ongelijkheid bestaat, heb je misnoegde mensen. Ook moet men de politieke problemen aanpakken die al eeuwen aanslepen in die regio. De conflicten die als sinds de Eerste Wereldoorlog in die gebieden aan de gang zijn, de Palestijnse kwestie, de dictatuur in de Arabische wereld enz. Daar moet men iets aan doen. Zo neem je de twee belangrijkste redenen van het protest ook weg.”.
Ongetwijfeld spelen die factoren een reële rol, maar tegelijk zien we ook veel religieus gemotiveerd, islamistisch geweld tegen ex-moslims, gematigde moslims, religieuze minderheden in islamitische landen en niet-moslims (yesidi’s, christenen en animisten) in Zwart-Afrika en Azië. Nochtans kunnen al deze groepen niet beschouwd worden als ‘schuldigen’ van sociale ongelijkheid (ze hebben het dikwijls net minder goed), noch van de het neo-kolonialisme en nog minder van de dictaturen in de Arabische landen.
Als we dan zien dat al die vormen van geweld steeds hetzelfde ideaal kennen (hun versie van de islam en met name de sharia overal opleggen), moeten er dan geen andere, belangrijkere oorzaken zijn dan die twee exogene factoren? Moeten er dan geen endogene oorzaken zijn, die dus eigen en intern zijn aan die islamistische vorm(en) van de islam zelf?