Update: ten tijde van het verschijnen van dit interview was Halil Ibrahim Karaaslan voorzitter van het CMO. Hij heeft zijn functie als voorzitter inmiddels neergelegd en werkt nu als docent.

Het CMO vertegenwoordigt 10 moskeekoepels waar zo’n 300 moskeeën bij aangesloten zijn, dient sinds 2004 als gesprekspartner van de overheid en heeft voornamelijk een informerende rol richting haar achterban. In het dagelijks leven is Kaaraslan docent Loopbaan en Burgerschap op een MBO-college in Schiedam. Tevens geeft hij workshops over inclusiviteit in het onderwijs aan collega-docenten op verschillende scholen.

Voor we van start gaan met de zuilen: wat houdt inclusiviteit in?

“Inclusie gaat over de vraag hoe we ervoor zorgen dat verschillende groepen binnen een organisatie zich hierin herkennen. Of we het nu hebben over de Nederlandse samenleving, over het onderwijs, de moskee, of welke organisatie dan ook. Het gaat erom dat er sprake is van een goede afspiegeling van alle groepen die deel uitmaken van deze organisatie. Het gaat er niet om – zoals nu vaak het geval is – dat er één dominante groep is die bepaalt en dat de rest zich maar aanpast. Inclusie houdt in dat alle groepen mogen mee beslissen. Iedereen hoort erbij.”

Zuil 1:  De geloofsbelijdenis (shahada)

Is het begrip inclusiviteit wat jou betreft toepasbaar op de vijf zuilen van de islam?

“Ik denk het niet. Je kunt namelijk geen moslim worden als je niet gelooft in de éénheid van God en als je Mohammed niet erkent als profeet. Bij de shahada zou ik eerder spreken van een liefdesverklaring dan van inclusie. Hiermee verklaar je als individu dat je van de islam houdt en daar je leven naar wilt richten. Ik denk dat mijn religie iedereen die dat wil verwelkomt. En de uitnodiging ook open houdt voor een ieder die dat niet wil. Wel denk ik dat vanuit islamitisch perspectief de waardering voor iemand die de éénheid van God wel erkent anders zal zijn dan diegene die dat niet doet. Niet zozeer hier op aarde, maar in het hiernamaals. Ik denk dat daar wel duidelijke voorwaarden voor zijn. Religie in het algemeen is inclusief in die zin dat het ieder schepsel liefheeft, respecteert en een plek geeft, maar niet inclusief in die zin dat ieder schepsel dezelfde waardering krijgt, immers niet iedereen gaat naar de hemel of naar de hel.”

Je geeft aan dat de shahada wat jou betreft een liefdesverklaring is. Kun je dat nader uitleggen?

“Ja, dat hoort het te zijn. Ik vind dat het voor een geboren moslim teveel een gegeven is. Iets wat met de paplepel is ingegoten. Sommige moslims zeggen dat ze een culturele moslim zijn. Of dat ze moslim zijn maar er verder niets mee doen. Terwijl bekeerlingen op latere leeftijd heel bewust toetreden tot een bepaalde religie en helder voor ogen hebben waarom ze dat doen. Dat vind ik heel mooi.

Ik denk dat veel jongeren bij ons zich die vraag nooit hebben gesteld: ik ben moslim maar wat betekent dat eigenlijk? Ik vind dan ook dat iedere moslim op latere leeftijd daar bewust bij stil moet staan.”

Maar houden jongeren zich niet automatisch bezig met identiteitsvraagstukken?

“Het onderwijs in onze moskeeën stopt vaak als kinderen twaalf jaar oud zijn. Maar dan begint identiteitsvorming juist. Jongeren gaan zich afvragen wie ze zijn. Maar de moslimidentiteit vormt zich vooral rondom een element waar ze geen associaties mee hebben. Ze zien en horen veel dingen in de media over de islam waar ze zichzelf niet in herkennen. Ze zetten zich er tegen af zonder intensief met de inhoud van hun religie bezig te zijn.

Vaak weten ze niet hoe ze zich moeten verhouden tot niet-moslims. Jongeren reageren daardoor heel defensief met betrekking tot kritiek op de islam. Ze missen vaak de kennis en het zelfvertrouwen om hierover in debat te durven treden.

Ik stel vaak op school bewust de vraag aan jonge meisjes waarom ze een hoofddoek dragen. Veel van deze meisjes kunnen daar geen antwoord op geven. Als moslim begrijp ik hen. Maar een niet-moslim stelt die vraag ook, maar op het moment dat je hem of haar geen antwoord kunt geven, geef je wellicht de verkeerde indruk dat je deze onder dwang zou dragen.”

In sommige gevallen is het toch ook zo?

“Ja, dat klopt, die gevallen zijn er helaas. Maar het is des te sterker, dat wanneer je uit vrije wil een hoofddoek draagt, of een baard laat staan, je kunt uitleggen waarom je dat doet. Vooral in een rationele maatschappij als Nederland is het heel makkelijk om jongeren in deze vragen te trainen door ze deze vragen te stellen, ze bewust met religie om te laten gaan en ook aan karaktervorming te doen. Niet om te bepalen wat ze moeten denken, maar wel om hen te stimuleren om zichzelf vragen te stellen, te zoeken naar antwoorden en te bepalen wat voor een type moslim ze willen zijn.

Dit zijn hele wezenlijke vragen die we onszelf niet meer durven te stellen omdat we als gemeenschap de richting zijn opgegaan van een soort pakketislam. We zijn teveel bezig met elkaar de maat te nemen, in plaats van dat we zeggen de beoordeling of je wel of geen goede moslim bent ligt bij God.”

istanbul-2384107_1920
Beeld door: Pixabay

Zuil 2: Het gebed (salat)

De shahada is een liefdesverklaring. En de salat?

“De posities waarin we bidden geven als je recht op staat de letter Alif, in een roekoe (voorovergebogen houding) vorm je de letter Daal en bij de sojoud, het knielen op de grond, vorm je de letter Miem. Dat zijn de Arabische stamletters die samen de naam Adam vormen en daarmee zouden verwijzen naar de eerste mens. De salat herinnert ons aan het feit dat we mens zijn en daarmee gebrekkig.

We knielen tot Allah bewust van het feit dat we niet in staat zijn dingen te veranderen die we niet kunnen zonder Zijn hulp. Het gebed stelt ons in staat om terug te keren naar de kern, om vol overgave eerlijk en kwetsbaar te zijn. Je doet als mens je best, en God doet de rest.

Toch lukt het me niet altijd het gebed de aandacht te geven die het verdient, door op tijd te bidden. Daar voel ik me wel eens schuldig over. Ik laat me wel eens meeslepen door de waan van de dag en dan denk ik vaak: dat komt straks wel. Terwijl ik eigenlijk vind dat ik mijn leven om het gebed heen moet plannen in plaats van andersom. Ik word er wel steeds beter in.”

Zuil 3: De armenbelasting (zakaat)

Geeft de moslimgemeenschap genoeg zakat?

“We geven te weinig zakaat. Niet zozeer in financiële zin, maar meer in immateriële zin. Ik word daar regelmatig in teleurgesteld, ook door de jongere generatie die heel erg bezig is met succesvol zijn en carrière maken, maar veel te weinig met het delen van kennis en vaardigheden.

Als moslims zijn we momenteel méér bezig met de vorm en minder met de inhoud. Mensen staren zich soms blind op de lengte van een hoofddoek, of de lengte van de baard. Ik zeg daarmee niet dat die discussies niet belangrijk zijn. Maar wat heb je eraan als je de basisprincipes van goed gedrag en vriendelijk zijn tegen de medemens niet beheerst?

Ook in ons onderwijs zijn we erg gefocust op de vorm. Ik kan bijvoorbeeld Arabische woorden herkennen, ik kan ze lezen, maar ik begrijp ze niet. Terwijl de allereerste geopenbaarde koranvers luidt: ‘Lees in naam van jouw Heer’. Daar hoort ook begrip bij. Ik kan wel lezen maar ik kan niet begrijpen in naam van mijn Heer, tenzij ik er de Nederlandse vertaling op nasla. Beseffende dat ik daarmee een bepaalde nuance mis, die ik wel gehad zou hebben als ik het in het Arabisch had kunnen begrijpen. Hier hebben we ook mensen voor nodig met de juiste expertise. Die zijn er wel, maar ze doen veel te weinig.”

Bedoel je dan zakat in de vorm van vrijwilligerswerk?

“Niet alleen dat maar ook qua tijdsinvestering in zaken die ons allen aangaan. Zoals in het maatschappelijk debat. Soms denk ik wanneer ik in een negatieve bui zit: waarom moet ik altijd degene zijn die een weekend dat ik met mijn gezin had kunnen doorbrengen opofferen? Terwijl er genoeg mensen zijn die het beter zouden kunnen dan ik, maar die doen dat dan niet. Het zijn steeds dezelfde mensen die de klappen moeten vangen.

Vervolgens zie je diezelfde mensen gedesillusioneerd verdwijnen en worden ze vervangen door een nieuwe lichting die uiteindelijk ook weer de handdoek in de ring gooit omdat de druk te groot wordt vanuit het thuisfront omdat je niet vaak thuis bent, maar ook omdat je het nooit goed genoeg kan doen. Er is altijd wel kritiek. Er moeten grotere aantallen komen die de last mee kunnen dragen. Maar we steunen elkaar niet als gemeenschap. Mensen die zich vol passie inzetten voor de zaak, dat mis ik heel erg.”

Zijn er andere vormen van zakat die je mist?

“Ja, geduld met de medemens. Dat is namelijk ook een gift. We maken onderling vaak de opmerking over niet-moslims dat ze altijd standaard dezelfde vraag stellen of bijvoorbeeld water drinken tijdens het vasten is toegestaan. Ik snap dat als je honderd keer dezelfde vraag krijgt, het vervelend gaat vinden en jezelf gaat afvragen of die ander wel echt geïnteresseerd is. Vooral ook door de manier waarop dat soms gebeurt. Ook met betrekking tot andere gevoeligere onderwerpen.

Het is te makkelijk om het onder desinteresse te scharen of onder racisme, discriminatie en islamofobie. Dat doen we soms te snel. Daarmee sluit je soms mensen uit die het goed bedoelen, maar knullig overbrengen. Door de ander daarvan te beschuldigen, maak je elkaar accepteren er niet makkelijker op.

In veel gevallen werkt een toereikende hand beter. Ik krijg wel eens het verwijt dat ik daarmee te soft ben. Maar je moet wel weten wanneer je dat doet. Als ik weet dat iemand het in wezen goed bedoelt,  dan reik ik een hand uit. Maar als iemand van bijvoorbeeld Pegida tegenover me staat, dan reik ik bij wijze van spreken liever een vuist uit. Daar zit een verschil in. Maar je kunt niet altijd met je vuisten in de lucht zitten. Want op een gegeven moment vervreemd je de mensen van je, die je juist bij jouw zaak zou moeten betrekken. Mijn geduld raakt ook wel eens op. Maar het blijft een streven om het op te kunnen brengen.”

Zuil 4: Het vasten in de maand Ramadan (sawm)

Is de Ramadan een goede training in geduld?

“Jazeker. Het is een maand waarin je op een zware manier geconfronteerd wordt met jezelf en waar je als een beter mens probeert uit te komen. En dat een jaar probeert vast te houden tot de volgende Ramadan. Soms lukt dat en soms ook niet. Zoals ik al zei: soms ga je mee met de waan van de dag en dan schiet het er bij in.

Naast meer geduld opbrengen met de medemens probeer ik me in deze maand ook meer op mezelf te richten in spirituele zin en te onttrekken van allerlei afleidingen, zoals social media. Het is goed voor de mens om zich af en toe van alles te onttrekken. Ik zou graag in deze maand een week op ‘retraite’ gaan. Maar als vader van drie heel jonge kinderen vind ik dat lastig om te regelen.”

hajj-66986_1920
Beeld door: Pixabay

Zuil 5: De bedevaart naar Mekka (hadj)

Ben je al op bedevaart geweest?

“Als de hadj geen basisvoorwaarde zou zijn geweest voor het zijn van een moslim, zou ik niet gaan. Ik heb namelijk gewetensbezwaren ten aanzien van de manier waarop Saoedi-Arabië regeert en de wijze waarop het land zich profileert op het wereldtoneel.

Een tweede punt waar ik moeite mee heb is de manier waarop anderen zich gedragen tijdens de hadj. Om een voorbeeld te noemen: er is een ritueel waarbij de bedevaartgangers symbolisch de vervloekte satan stenigen. Dat gebeurt soms met zoveel fanatisme dat je daar andere bedevaartgangers mee treft. En dan denk ik: kom op, mensen, dit is symbolisch bedoeld. Aan de ene kant kun je het iemand niet kwalijk nemen zo bevlogen te zijn, maar tegelijkertijd zou ik graag zien dat mensen die dingen in perspectief zien. Toch zal ik een keer moeten gaan en de nodige geduld moeten opbrengen. Ik zie dat als mijn plicht. Ik hoop binnen nu en vijf jaar met mijn vrouw te kunnen gaan.”

Graag een slotwoord over de vijf zuilen

“De vijf zuilen zijn voor mij de basisprincipes van de islam. Toch vind ik dat niet genoeg. God vraagt ons ook om rechtvaardig te zijn en ons tegen onrecht te verzetten. Op die gebieden zijn moslims soms afwezig. Maar dat is juist ook islam.

Ik vind het jammer dat religie niet altijd in zijn totaliteit genomen wordt, maar dat mensen er soms dingen uithalen die stroken met hun eigen agenda. Als je je houdt aan de vijf zuilen, wil dat niet zeggen dat het een garantie is dat je daardoor naar de hemel gaat. Of als je je daar niet aan houdt, dat je naar de hel gaat. Wij zijn zo geneigd om te oordelen over elkaar dat we daarmee alleen al de essentie van de islam als gemeenschap kwijt zijn. Dat gevoel van superioriteit heeft niets met islam van doen.”

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
Maria Bouanani

Maria Bouanani

Schrijver

Maria Bouanani studeerde Franse Taal en Cultuur aan de Faculteit Letteren van de Universiteit Utrecht. Voor Nieuw Wij schrijft ze …
Profiel-pagina
Al 9 reacties — praat mee.