Jitske Kramer werd in 1973 in Leiden geboren, op de autoloze Tweede Kerstdag. “Ik was een Kerstkindje. Op mijn verjaardag zei mijn moeder altijd: al die lampjes zijn voor jou. Mijn beide ouders zijn katholiek opgegroeid en voor de kerk getrouwd, maar daarna hebben ze het geloof losgelaten.” Met een brede glimlach: “Het verhaal gaat dat ik stiekem door mijn oma ben gedoopt, maar dat weet niemand zeker.”

Kramer noemt zich een VPRO-kind. Haar ouders lazen de VPRO-gids. Enig kind Jitske keek graag naar VPRO-programma’s als ‘Achterwerk in de kast en ‘Theo en Thea’. Toen Kramer drie was, verhuisde haar gezin van Oegstgeest naar Groningen. In die stad woonde ze tot ze ging studeren in Utrecht. “Voor mijn ouders was de verhuizing een migratie. In 1976 was telefoneren nog duur en de Randstad ver weg. We zijn nooit echte Groningers geworden, maar ik noem me wel stadjer.”

Jitskes vader was HR-manager. Haar moeder werkte als kleuterleidster. “Mijn vader heeft zich altijd hard gemaakt voor zwangerschapsverlof. Mijn moeder behoorde tot de eerste generatie vrouwen die mochten blijven werken na hun bevalling. Zij had een spaarrekening geopend en toen ze drie, vier jaar later geld wilde opnemen, moest ook mijn vader een handtekening zetten. Bizar.” Kramers ouders waren maatschappelijk geëngageerd. “Ik zat als kind op mijn vaders schouders bij de massale protesten tegen kruisraketten.”

Op haar achttiende ging Kramer aan de Universiteit Utrecht antropologie studeren. Ze kon in die studie veel kwijt van haar liefde voor theatermaken. “Ik heb een fijne jeugd gehad en veel aan sport en improvisatietheater gedaan, maar ik wilde de rest van de wereld verkennen. Ik was klaargestoomd om naar de toneelschool te gaan, maar die heb ik uiteindelijk niet gevolgd. Ik ben wel afgestudeerd als theater-antropoloog en ik heb in mijn studie onderzoek gedaan naar de functie van theater in de samenleving. Ik ben nog steeds een theatermens.”

Na diverse omzwervingen in onder andere Oeganda en Botswana belandde Kramer weer in Utrecht. Met haar toenmalige vriend, met wie ze twintig jaar samenleefde, kreeg ze een zoon en een dochter. De kinderen zijn inmiddels volwassen. Kramers huidige partner is cabaretier, columnist en radiomaker Dolf Jansen. Met hem werkt ze soms samen in het theater. Sinds 2006 is Kramer ondernemer en eigen baas. Ze runt in Utrecht met veertien collega’s het trainings- en onderzoeksbedrijf Human Dimensions.

Jitske Kramer | Portraits
Jitske Kramer Beeld door: Marie Broeckman

“We geven trainingen in Deep Democracy en antropologisch veranderen en we doen cultuuronderzoek in organisaties. Ik geef leiding, maar ik geef ook lezingen en ik schrijf boeken.” In haar lezingen en masterclasses maakt Kramer gebruik van haar theaterervaring. “Theater ligt dichtbij trainen en opleiden, en in lezingen sta je letterlijk op een podium. Ik gebruik theater als educatief medium. Bij theatermaken moet je nieuwsgierig zijn naar waarom een personage doet wat het doet. Wat is zijn of haar leefwereld en hoe kan ik me daarin inleven?”

Als corporate antropoloog heeft Kramer “exact dezelfde nieuwsgierigheid naar mensen in bedrijven. Ik hanteer alleen een andere werkvorm.” Na haar studie werkte Kramer voor een opdracht als trainingsactrice in organisaties. “Ik moest de voorzitter van een ondernemingsraad spelen. Dat lukte me wel, maar ik had eigenlijk geen idee. Ik dacht vooral steeds: waar ben ik beland? Wat doen die mensen de hele dag? Waarom is het moeilijker een organisatie binnen te komen dan een land? Waarom al die poortjes? En waarom praten die mensen zo raar in codetaal?”

Kramer noemt zich een duider. “Ik vertel bij lezingen wat ik zie en vraag mensen: zien jullie het ook? Ben je er blij mee? Maar ik ben niet van gij zult dit en gij zult dat.” In het theater combineren Kramer en Jansen hun krachten. Dolf gebruikt comedy, Jitske kennis en duiderschap. “Ik praat over mijn boeken, zet lijnen uit en kijk wat het publiek nodig heeft en Dolf reageert daarop met zijn observaties. Die kunnen stevig zijn. Ondanks de lichtheid van de lach komen ze soms hard binnen bij mensen want Dolf kan flink doordenderen.”

In theatercolleges en masterclasses komt Kramers laatste boek Tricky Tijden (Boom Uitgevers, 2024) over cultuurvorming aan de orde. “Als ik naar de samenleving kijk, en daarmee naar organisaties en mensen, dan constateer ik dat niks betekenis heeft van zichzelf. We moeten er samen betekenis aan geven. Dat heet cultuurvorming. Cultuur is een betekenis gevend systeem. Je geeft betekenis door te zeggen: we vinden dit goed, dat fout. We vinden dit mooi, dat lelijk. Dit is waar, dit is niet waar.”

“Zo krijg je ordening. Die ordening kun je een narratief, een verhaal noemen. Het narratief is dat we dingen waardevol vinden of waardeloos. We gedragen ons, als het goed is, naar wat we waardevol vinden. Dat leidt tot collectief gedrag met normen en spelregels. Dan hebben we dus waarden, gedrag en normen – en die vormen het narratief waar we in geloven. Op basis daarvan geven we de wereld vorm en maken we wetboeken, protocollen en systemen.”

“Op veel terreinen staat ons narratief ter discussie. Kijk naar de zorg. Die heeft baat bij veel zieke mensen. Als we gezonder worden, hebben we een probleem met het businessmodel van ziekenhuizen. Dat is krankzinnig. Ooit heeft het systeem ergens toe gediend, maar nu schiet het door en dan moet je bijsturen. Kijk naar het onderwijs. Een voorbeeld: in het basisonderwijs is de structuur nog steeds gebaseerd op een oud agrarisch systeem met een lange middagpauze waarin kinderen thuis warm konden gaan eten.”

Jitske-Kramer_Dolf-Jansen_fotgraaf-JanitaSassen_2-scaled
Jitske Kramer en Dolf Jansen Beeld door: Janita Sassen

“Dat fysieke systeem hebben we niet meer nodig, maar we houden er wel aan vast. Kijk hoe we met onze landbouw en veeteelt omgaan. Krankzinnig. Natuurlijk moeten we eten, maar hebben we daarvoor geïndustrialiseerde veeteelt nodig? Dat is zeer de vraag. Het systeem van onze landbouw en veeteelt is uit balans geraakt. Het heeft achterlijke vormen aangenomen. Maar als je het onderwerp alleen al aanraakt, wordt iedereen woest, want het is zo waardevol en we geloven er nog in. Het is nog steeds gebaseerd op een mythe van na de oorlog: we gaan de wereld voeden. Prachtig, maar het systeem piept en kraakt.”

“We moeten andere waardevolle dingen vinden. Als we naar ons persoonlijk narratief kijken, dan kunnen we ons afvragen: past mijn werk nog bij me? Dan twijfel je over één verhaallijntje. Dat is prima, maar als je je ook gaat afvragen of je partner nog bij je past én of je nog op de goede plek woont én je vindt je hobby’s stom, dan heb je een individuele midlife crisis waarin alles ter discussie staat. Ook onze samenleving heeft een midlife crisis – en wel een collectieve.”

“We hebben een cultuurverandering nodig omdat ons narratief niet meer klopt. Dat komt omdat we de economische groei boven alles plaatsen. Op zich is dat geen probleem. Elk mens wil lekker droog slapen en dat je kinderen het beter hebben dan jij. Dat geldt hier maar ook in de jungle van Oeganda en Indonesië. Ieder mens wil dat extra kippetje op tafel, als vlees je ding is. Maar in onze waardenhiërarchie is het financieel stelsel boven de mens komen te staan.”

“De kernwaarde is dat de economie altijd moet groeien. We zeggen dat we de mens centraal stellen, maar de economische groei is belangrijker. Op die waarde is onze samenleving gebouwd. Je ziet overal hetzelfde patroon: neoliberalisme met een onbegrensde financiële groei die een bepaald gedrag stimuleert. Mensen gaan spelen met de grenzen, de groei oprekken. Mensen die daar kritisch over zijn, dat vinden we party poopers. Dat zijn vervelende mensen, zeikerds, deugneuzen.”

Kramer vergelijkt de bestaande samenleving met een feestje. “We hebben met elkaar een feestje gebouwd, maar niet iedereen mag met dit feestje meedoen en we vergeten te vaak hoeveel rommel we maken. Eigenlijk is het feestje vooral leuk voor de mensen die aan de, wat ik noem, chocoladekant van het koekje zitten. Ik zelf zit ook aan die kant – en met mij velen. En wij hebben een heel leuk feestje. We hebben welvaart en we roepen fake it till you make it en the sky is the limit en we gaan soms wel drie keer per jaar op vakantie. Kortom, we hebben het fantastisch.”

Jitske Kramer | Portraits
Jitske Kramer Beeld door: Marie Broeckman

“En dan zijn er mensen die zeggen: er ligt overal rotzooi. We hebben er een puinhoop van gemaakt. Het toffe feestje dat wij ons leven noemen berokkent sociale schade aan mensen en ecologische schade aan de aarde en bezorgt anderen voortdurend overlast. Het kan alleen bestaan door uitbuiting. Omdat er kinderen werken in kobaltmijnen kunnen wij mobiele telefoons kopen. Omdat er kinderen zijn die kleding maken, kunnen wij die goedkoop aanschaffen. We weten het, maar we kopen het spul toch.”

“Mijn werk gaat over keuzes maken, over eerlijk delen en verdelen, over wederkerigheid, over geven en nemen, over inclusie en diversiteit. In Tricky Tijden heb ik onderzocht hoe mensen en samenlevingen omgaan met grote veranderingen. Antropologen spreken over liminaliteit. We leven in een tussentijd van transformatie, van grote veranderingen. Alle verhaallijntjes knellen. We voelen dat het niet meer kan zoals het was, maar we weten nog niet precies hoe het anders moet.”

“We worden teruggeworpen op wat we echt belangrijk vinden. Wie ben ik, wat wil ik? Onze culturele keuzes staan ter discussie. In de tussentijd gebeurt al het nieuwe ook al, terwijl veel mensen nog volop aan het feesten zijn: iedereen die baat heeft bij onze manier van leven, bij ons bestaande narratief. Dit geldt over de hele wereld. Het is niet alleen een Westers probleem. In de wereldeconomie is alles met elkaar verbonden. De prijs van een appel op de markt in Oeganda hangt af van keuzes in de Europese Unie.”

“Onbegrensdheid is de oorzaak van het gros van de mondiale problemen. Het begon in 1971 met het loslaten van de gouden standaard in de financiële wereld. In de jaren tachtig kregen we er met het internet een onbegrensde digitale wereld bij. Onder het mom van vrijheid van meningsuiting mogen we dat internet niet begrenzen. Op zich is die vrijheid een groot goed, maar omdat de algoritmes zo’n diepe machtsstructuur kennen, is er geen sprake meer van echte vrijheid maar van een machtsarena.”

“In de jaren tachtig zagen we ook de globalisering opkomen, met multinationals. Op zich is het gaaf dat we daardoor dingen kunnen doen die we eerder niet konden doen. Maar als je een bedrijf wilt onderwerpen aan wet- en regelgeving, dan zegt het gewoon: dan gaan we weg.” Sprekend over onbegrensdheid houdt Kramer ook haar hart vast als ze kijkt naar de snelle en onstuitbare opmars van Artificial Intelligence (AI).

“We zitten in een situatie die we als mensheid niet eerder hebben gekend. Transformaties zijn van alle tijden, maar deze tijd kenmerkt zich door een unieke mix. Ik persoonlijk gedij heel goed in deze tijd. Ik heb de middelen en de mogelijkheden. Mijn hoofd kan omgaan met wat er gaande is. Ik zie onbegrensde kansen. Het gezegde wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje geldt niet meer. Alles lijkt te kunnen. Dat voedt onze obsessie met oneindige groei, maar de wereld is begrensd.”

“Ook mensen zijn begrensd. We raken collectief burn-out en we zijn collectief oververhit.” Onszelf beperkingen opleggen is essentieel, stelt Kramer. “Liminaliteit hoort bij het leven. Elke mens kent liminale fases met groeispurts en rustmomenten. Zo is het ook in de samenleving. De kenmerken die horen bij een tijdelijk cultuurmoment hebben we geïntegreerd in de staande cultuur. We belonen niet het gedrag dat begrenst, maar juist het spelen met grenzen. Niet even, maar voortdurend.”

“De grappige creatieve mensen die dat het beste kunnen, de feestjesbouwers, die vinden we belangrijker dan de mensen die reality checks doen. Ondernemers willen minder regels, of bespelen de regelmakers met lobby-campagnes. Dat wij anderen pijn doen, dat willen we niet horen. De mensen die nog niet op het feestje waren, die zeggen: nu is het mijn tijd. Die zeggen: ik wil ook die vliegvakantie en ik wil ook elke dag vlees. Ook mijn eigen kinderen zeggen: we snappen het wel van dat vliegen, maar ja, jij hebt de hele wereld overgevlogen, dat willen wij ook.”

“Natuurlijk zijn er op het feestje ook mensen die wel inzien dat het anders moet. Maar liever niet vandaag. De mensen die al op het feestje zijn – of er bijna zijn – willen niet dan het toffe feestje wordt opgedoekt.” Iedereen wil volgens Kramer op het feestje worden uitgenodigd en het liefste aan de chocoladekant van het koekje kunnen zitten. Ze vindt het daarom niet onlogisch dat zoveel mensen stemmen op rechtse partijen die de status quo willen handhaven.

“Ik vind het zorgwekkend stemgedrag, maar als alle verhalen ter discussie staan, ook in jouw persoonlijke leven, en je tegen muren oploopt, dan begrijp ik het wel. Als mensen het gevoel hebben buiten de boot te vallen, of het idee hebben dat ze hun manier van leven dreigen te verliezen, dan is het verleidelijk om op iemand te stemmen die zegt dat alles goed gaat komen en dat het ‘door die ander’ komt.”

“Wanneer vanzelfsprekendheden op losse schroeven staan, feitelijk of voor je gevoel, dan maakt dat erg onzeker. Daar krijg je buikpijn van. Veranderen is een pijnlijk proces, waarvoor we in ons persoonlijke leven therapeuten opzoeken. Of waarin we onze gevoelens dempen met drank en drugs. Als iemand dan zegt: als je dit supplement neemt, komt alles goed, dan is het logisch dat je ontvankelijk bent voor dat soort onzinverhalen en valse beloftes – en dat je dat supplement probeert. Of stemt op een politicus die een vergelijkbare belofte doet.”

Kramer heeft begrip voor het feit dat mensen zich vastklampen aan elke strohalm. Maar voor politici die “de bestaande machtsstructuren willen behouden door zaken geheim te houden en zoveel kulverhalen te vertellen, dat niemand meer weet wat waar is”, geldt dat niet. “Er zijn politici die denken: flood the zone with shit. Dat zijn charlatans die zondebokken aanwijzen. Die roepen dat je geen huis kunt krijgen door de migranten. Dat is uiteraard kolder, maar het klinkt voor veel mensen lekker.”

Jitske-Kramer_fotograaf-Nathan-Reinds-37-scaled
“Er zijn politici die denken: ‘flood the zone with shit’. Dat zijn charlatans die zondebokken aanwijzen” Beeld door: Nathan Reinds

“Het zijn gemakkelijke beloftes en een alibi om geen verantwoording af te hoeven leggen voor de keuzes die we de afgelopen tien, twintig jaar hebben gemaakt. Degenen die de bestaande orde willen behouden, zetten graag dit soort strategieën in. En er zijn genoeg mensen die erin trappen. Veel mensen zeggen: ik weet dat er van alles moet veranderen, maar ik wil er geen last van hebben. Not in my backyard. Toch zullen mensen die iets te verliezen hebben, moeten gaan delen. Durven zij hun privileges op te geven?”

“Ik gok dat de doelgroep van NieuwWij mensen telt die, met een goed hart, aan de chocoladekant van het koekje zitten. Zijn zij bereid die plek te delen? De baby boomers die het goed voor zichzelf geregeld hebben, willen die hun dure grote huizen opgeven? Blijven die hun geld oppotten? Stemmen die voorbij hun eigenbelang?” Ook de kinderen en kleinkinderen van de boomers zijn erbij gebaat dat alles bij het oude blijft, stelt Kramer. “Je weet dat je ouders geen 120 worden en dat je een keer gaat erven. Dat is prettig voor mijn generatie – en ook voor mijn kinderen.”

Boomers hebben de buit binnen, maar er is een grote groep die nog iets te winnen heeft. Kramer noemt het “fascinerend dat mensen die niet in de hoge inkomensgroepen zitten toch VVD stemmen in de hoop dat hen iets toevalt. Als je in een tochtige huurwoning zit met een schreeuwende buurman dan wil je daar uit. Als dan een politiek leider zegt: ik ga dat morgen voor je regelen door de buitenlanders eruit te gooien, dan klinkt dat zo verleidelijk. Toch moet je je afvragen of je niet beter een andere leider kunt geloven die zegt: we gaan het proberen te regelen, maar niet morgen. Heb nog even geduld. De vraag is natuurlijk of je dat geduld op kunt brengen en of je de politiek hierin kunt vertrouwen.”

Kramer pleit ervoor dat politici de feiten respecteren. “Provinciebestuurders die over wetenschappelijke rapporten zeggen: ach, dat is maar een mening, horen niet in het centrum van de macht te zitten. Dat je checkt waar een rapport vandaan komt, prima. We hebben veel gelobby in Nederland dat we in andere landen corruptie noemen. Een EU die zegt: je mag een vegetarisch product geen kipstuckjes meer noemen, dat is ook lobby. Trap er niet in. Het is zo’n onzin-argument, de zorg dat mensen in de war zouden raken van ‘kipstuckjes’… dat hoort eerder in een cabaretvoorstelling dan in de serieuze politieke arena.”

Veel politieke streken zijn volgens Kramer tricksterstreken. In Tricky Tijden gaat zij uitgebreid in op het fenomeen trickster. “Een trickster is een archetype, geen functie, in ieder van ons zit een trickster. Een trickster is iemand die speelt met grenzen. Het kan een oplichter zijn maar ook een redder. In elk verhaal van mensen over de hele wereld zitten tricksters. Denk aan de Noorse god Loki, de piraat Jack Sparrow, de liegende pop Pinokkio, Reinout de Vos, Pipi Langkous, Robin Hood en de Griekse god Prometheus.”

“Tricksters maken nieuwe tweedelingen. De toehoorder moet beslissen: vind ik de trickster in het verhaal goed of fout. Het antwoord hangt af van jouw perspectief. Tricksters schudden de boel op. Je kunt volgens de antropologische literatuur niet een liminale tijd ingaan of doorgaan zonder tricksters. Iemand moet de status quo bevechten. Tricksters geven geen nieuwe grenzen aan. Zij blijven doorschudden. Grenzen stellen, dat moeten de leiders doen.”

“Tricksters zijn altijd bezig anderen te beïnvloeden en hanteren daarbij bepaalde technieken. Tricksters in verhalen zijn amorele figuren. Ze staan buiten een moreel kader. Pinokkio liegt niet omdat hij denkt dat het strategisch verstandig is. Wij zijn allemaal een beetje trickster want iedereen heeft weleens een verhaaltje om bestwil verteld, zijn cv net een slagje mooier gemaakt of die hele fraaie foto op Instagram gezet.”

“We spelen allemaal met verhalen en dat maakt het leven leuk. Toch: zodra mensen trickstervaardigheden, -streken en -gedrag gaan benutten, dan is er een essentieel verschil met het archetype. Mensen zijn van vlees en bloed en hebben per definitie wel een moreel kader. Als ik ga liegen, is er een groot verschil met de archetypische trickster uit de verhalen. Ik ben geen houten pop. Ik maak afwegingen.”

“In mijn boek beschrijf ik een tricksterspectrum. Een leugentje om bestwil is onschuldig. Je leert je kinderen dat ze eerlijk moeten zijn, maar als oma die rare jurk aan heeft zeg je: oma, wat een bijzondere jurk. Dat is een beetje tricky maar niet erg. Sommige leugens zijn schofterig. Bruinbrood in de supermarkt verkopen dat eigenlijk witbrood is. Dat een fabriek die giftige stoffen uitstoot daar bij de aanvraag van een vergunning niks over zegt, dat is geen leugentje om bestwil. Dat is schofterig.”

“Dat we over dit soort leugens morele discussies voeren, danken we aan de tricksters. Dat is hun functie. Wij gaan nadenken over goed of fout, mooi of lelijk, waar of niet waar en zo komen we in transformatie. Dan hebben we tricksters nodig om de boel op te schudden en met de leiders te strijden. Die leiders moeten dan wel echte leiders zijn, want anders wordt het een zootje. Je moet tricksters geen leider maken. En je moet er niet te veel van hebben. Je hebt aan één Pipi, Pinokkio of Reinout de Vos genoeg.”

Jitske_Ramnami-India_fotograaf-Michael-Zomer-scaled
Jitske Kramer tijdens een studiereis in India Beeld door: Michael Zomer

“Omdat we de onbegrensdheid hebben opgenomen in de bestaande culturen is het niet onlogisch dat mensen tricksters als leiders kiezen. We stimuleren het trickstergedrag. We geven marketeers, ondernemers en spindoctors de macht. Marketing is één grote toolbox van tricksterstreken en AI is hun walhalla. Maar als je goed bent in tricksterdingetjes doemen er morele vragen op. Anika en Tommy zeggen tegen Pipi: zou je dat wel doen? Pinokkio heeft Japie de Krekel als geweten. Maar de Japies trappen we plat, die zijn irritant.”

“Ik noem bewust geen namen maar we kennen allemaal politici die heel goed zijn in het gebruik van tricksterstreken. Ik zeg niet dát ze tricksters zijn en geen moreel kompas hebben. Hun morele kompas is wel anders afgesteld dan het mijne. Iedereen die zich in de politieke arena begeeft, van welke politieke kleur ook, is goed in tricksterstreken. Maar die moeten wel gegrond zijn in enige vorm van realiteit, in leiderschap voor iedereen, waarbij het belang van de aarde meespeelt.”

“Moraliteit hoort ook bij leiderschap maar daarvan kun je nog zeggen: die leider heeft andere waarden dan ik. Als iemand zegt: vrouwen moeten terug naar het aanrecht, zijn geen baas in eigen buik, dan kan ik zeggen: die politicus heeft geen kompas. Maar hij heeft het wel. Het is alleen heel anders afgesteld dan het mijne. Als die persoon vervolgens ook nog heel goed is in tricksterstreken en onzinverhalen vertelt en beloftes doet waar mensen instinken, dan is het tricky shit die persoon als leider te kiezen.”

“Hoe we het wel voor elkaar krijgen we dat de goede mensen op de goede stoelen komen te zitten? Door als individu in de spiegel te kijken. Voor iedereen aan de chocoladekant van het koekje, vraag je af: heb ik die derde vakantie echt nodig en moet er echt elke dag vlees op mijn bord liggen? Wees waarachtig en eerlijk. Hoop niet op een pijnloze oplossing. Laat je niet belazeren. Wij mensen kunnen het verhaal herschrijven, de cultuur hervormen. En wanneer individuen die op belangrijke posities zitten duurzamere en sociale keuzes maken, gaat dat veranderingsproces sneller.”

“Cultuurverschuiving gaat altijd gepaard met verschuiving in de macht. Kies leiders die deugen. Als je iemand wijst op iets dat niet klopt en die persoon zegt: daar heb ik geen actieve herinnering aan. Als iemand leugens over nareis op nareis op nareis nodig heeft om in de Tweede Kamer te komen. Als iemand zegt: het komt door de migranten dat jij geen woning hebt. Als iemand zegt: gif is gewoon gewasbescherming en vanwege het economisch belang is het belangrijk dat je het gebruikt. Kijk dan nog eens even heel goed of je hen als leiders wilt. Laat je niet in slaap sussen.”

Kramer realiseert zich “dat we een nieuw verhaal kunnen schrijven maar dat niet iedereen behoefte heeft aan een progressief, menselijk, inclusief en divers verhaal. Er zijn mensen die kiezen voor een verhaal met ‘eigen volk eerst’, met slechts twee genders, met een god die het belangrijkste in hun leven is, met de overtuiging dat alleen witte mensen deugen. De opkomst van fascisme kan het gevolg zijn van het feit dat mensen zich in de luren laten leggen, maar het kan ook komen omdat er mensen zijn die vinden dat fascisme werkt.”

Jitske Kramer | Portraits
Jitske Kramer Beeld door: Marie Broeckman

“Die mensen vinden dat vrouwen niet mogen meedoen in de politiek en geen stemrecht mogen hebben. Die mensen zitten zelfs in het Witte Huis. Er zijn mensen die vinden dat de grenzen dicht moeten en dat we geen geld moeten besteden aan ontwikkelingswerk. In mijn progressieve bubbel zeggen ze: het is een oprisping van een oud systeem. Maar er zijn nog steeds mensen die zeggen: we moeten terug naar de tijd zoals onze God die bedoeld heeft. We hebben een beetje gekke periode gehad met die vrouwenrechten. Het is nu tijd voor een theocratie.”

“In elke tussentijd vallen er gaten in de macht en is er een strijd om het narratief. We moeten weer in een situatie terechtkomen waarin leiders die het oneens zijn toch tegenover elkaar gaan zitten om te overleggen. Wat zou het fijn zijn als we weer mensen aan de macht krijgen die het volstrekt met elkaar oneens kunnen zijn, maar die niet alleen bezig zijn met quick wins en hun ego en carrière. Leiders die kijken naar de hele samenleving en niet alleen naar hun eigen achterban. Visionaire mensen met oplossingen en wortels in de realiteit.”

“De kern van iedere transformatie en vernieuwing is dat je verschillende ideeën hebt over waar je heen wilt. Belangrijk daarbij is wel: wie heeft nu de macht, wie zit aan welke tafel, welke stemmen horen we. Het speelveld is niet voor iedereen gelijk. Je hebt mensen met een grotere bek, met meer budgetten, met slimmere tricksterstreken, mensen die zeggen: wij zijn met meer, wij waren hier eerst.”

“Al die dynamieken spelen mee omdat we allemaal mens zijn. Ik maak het klein. Je hebt een familie die zegt: ome Jan vertelt zulke leuke grapjes, dus we maken hem de baas. Maar ome Jan kan zijn handen niet thuishouden, hij sjoemelt met het familiebudget, hij drinkt een borrel te veel en hij maakt racistische grapjes. Je kunt dus beter geen ome Jannen aan de macht helpen.”

“Ik ben erg van de democratie, maar een gezond autocratisch systeem hoeft niet per se slecht te zijn als je het goed inricht met democratische constructen. Een sterke leider kan ook democratisch zijn. Hoe dan ook: de gekte moet uit de besturingssystemen. En we moeten ophouden met tricksterstreken als het woord polariseren misbruiken. We raken elkaar kwijt door die grote woorden. Als je bedoelt dat iemand een andere mening heeft, moet je niet zeggen dat diegene polariseert. Dat is iets anders. We moeten met elkaar blijven praten, ook en juist als we het oneens zijn. Als we dat niet doen, verliezen we onze menselijkheid en kunnen we de boel alleen nog laten uitfikken.”

Kramer blijft hoopvol. “Het is niet ingewikkeld: naar een ander luisteren, zien wat er speelt, je niet laten beduvelen door mooie filmpjes op social media, je niet laten manipuleren door algoritmes. Daar ligt ook een taak voor de media. Die moeten niet bang zijn voor hun eigen verhaal. Ze moeten niet voor een rechts verhaal kiezen aan de talkshowtafels en dat verhaal dan niet goed bevragen omdat ze bang zijn voor hun eigen hachje. Je kunt je als media niet meer neutraal opstellen in een wereld vol populisme.”

hansinvernizzi

Hans Invernizzi

Journalist

Hans Invernizzi is journalist en werkte dertig jaar bij hogeschool Windesheim in Zwolle als docent en manager bij de opleiding …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.