Voor zijn bekroonde boek Ver van de boom interviewde hij driehonderd gezinnen die een kind kregen dat anders was dan ze verwacht hadden. Zelf heeft hij altijd gevoeld dat zijn ouders zich niet konden neerleggen bij het gegeven dat hun kind homoseksueel is. Als vader van vier kinderen maakt hij zich in het Amerika van Trump zorgen over de omgang met verschil in de Amerikaanse samenleving. Solomon is Joods, maar heeft het geloof niet van thuis meegekregen. Na een aantal zware depressies schreef hij het beroemd geworden boek Demonen van de middag. In die periode ontwikkelde hij een gevoeligheid voor spiritualiteit en religie, die hij tot dan toe niet had.
Hieronder vindt u de tekst van het gesprek dat Hella van der Wijst met hem had. Voorafgaande aan dit gesprek was er ook nog een korte ontmoeting met John, zijn man, en met zijn zoon George.
Het is een bijzonder gezin. En nu schrijf je een boek over je gezin. Waarom?
“Omdat ik geloof dat veel mensen op deze manier liefde kunnen ervaren die nu nog buiten hun bereik ligt. Met deze verhalen normaliseren we het. Ik krijg veel brieven waarin staat: ‘Ik durfde niet aan kinderen te beginnen, maar las uw boek of hoorde u spreken. Ik heb besloten om een gezin te stichten.’ Dat vind ik echt geweldig.”
Je zegt: Normaliseren. Uiteraard zijn er mensen die zeggen: ‘Normaal? Dit is geen normaal gezin.’
“Er wordt wel gedacht dat gezinnen zoals de mijne botsen met de integriteit van hun soort gezin. Ik geloof niet in beperkte liefdesmodellen, alleen in ruime. Zoals de planeet diversiteit in soorten nodig heeft, zo is er diversiteit in gezinnen en liefde nodig voor de ecosfeer van zachtmoedigheid. We komen allemaal bij elkaar met de kerst, en dat is heerlijk. Soms zien we dit deel van de familie, dan het andere, maar er is veel vreugde. Ik snap niet dat iemand hier tegen kan zijn.”
Wanneer besloot je vader te worden?
“Ik wilde altijd al kinderen. Toen ik opgroeide, dacht ik dat ik moest kiezen. Ik kon me terugtrekken in wat ik was: homoseksueel. Of ik kon met een vrouw kinderen krijgen. Ik wilde zo graag kinderen, ik probeerde het lang met vrouwen. Maar ook al had ik vriendinnen en fijne relaties… ik was niet trouw aan mezelf. Ik mocht kinderen niet in zo’n situatie van bedrog brengen. Maar de wereld veranderde en homo’s mochten nu ook gezinnen stichten.”
Je nam je besluit toen je schreef aan Ver van de boom. Klopt dat?
“Ja. Men zei: ‘Hoe kun je schrijven over al die problemen en dan besluiten om aan kinderen te beginnen?’. Deels kwam het omdat John en ik er klaar voor waren. Maar het boek gaat ook over de vreugde van het ouderschap… ook als alles anders is. Het heeft me de ogen geopend. Ik ben opgegroeid in een doorsnee gezin. Ik had twee ouders, hetero, getrouwd, en ze bleven bij elkaar. Ik had een jongere broer. Ons leven was erg traditioneel. Het had 1950 of 1850 kunnen zijn. Ik heb altijd gedacht dat je maar op één manier een gezin kon hebben. Werkend aan het boek dacht ik: Deze zoon heeft een handicap, die zoon is transgender. Veel gezinnen beginnen ‘normaal’, wijken daarna af van de norm en worden toch gelukkig. Ik dacht: Er zijn veel invullingen.”
Wat voor inzicht kreeg je toen je al die gezinnen interviewde?
“Het belangrijkste inzicht is dat er sprake is van een samenspel tussen ziekte en identiteit. Bijna alles kan een ziekte worden genoemd en bijna alles een identiteit. Homoseksualiteit is lang gezien als een ziekte. Een defect leven als identiteit. Maar veel mensen met wat wij ernstige ziektes noemen, ervoeren hun toestand ook als identiteit.”
Je schrijft over horizontale en verticale identiteit.
“Ik onderscheid twee soorten identiteit. Je hebt de verticale identiteit die overgaat van ouders op kind. Je etniciteit, je nationaliteit, meestal ook je taal, je religie. Die zaken heb je gemeen met je ouders. Al kun je er soms veel last van hebben, je wilt er niet vanaf omdat je ermee vergroeid bent. Dan heb je de horizontale identiteit. Horizontaal omdat je die niet meekrijgt van je ouders. Waar het kind verschilt van de ouders. Die identiteit wordt overgedragen door lotgenoten. Dat bepaalt de horizontaliteit. Dat je homo bent, doof, autistisch, transgender, enzovoort. Ik wilde kijken wat er gebeurt bij een gezin dat zichzelf normaal vindt maar een kind heeft dat anders is. Vaak wordt juist het ervaren van het verschil het punt waar ouders en kinderen grote intimiteit ervaren.”
Volgens mij gaat de zon straks onder, misschien moeten we dus naar boven. Ga jij maar voor. Ben je zover?
“Als jij zover bent.”
Heel hoog.
“Inderdaad. Niet naar New Yorkse maatstaven, maar toch. Hier is Amsterdam.”
Wat vind je van het uitzicht?
“Het uitzicht is spectaculair. Echt spectaculair. Het is een prachtige stad. Ik kom hier al van jongs af aan. Ik ervaar hier een open mentaliteit. Ik ben blij dat Wilders niet is gekozen, dat zou m’n beeld hebben verwoest. Het is een open samenleving, vrijgevig. De mensen zijn erg direct maar meestal ook erg vriendelijk.”
De open samenleving is aan het veranderen…
“Ik weet het, en dat is triest, maar het verandert overal. De openheid van de laatste 20 of 30 jaar wordt bedreigd. Ik hoop dat die hier sterk blijft. De laatste verkiezingen zijn een keerpunt. Niet langer winnen bij elke verkiezing de duistere krachten van het neofascisme. Soms winnen ze niet, en dat vind ik erg geruststellend.”
Zou er ruimte zijn voor mensen die anders zijn in deze tijd van politieke verandering?
“Het belangrijkste geschilpunt van deze tijd is diversiteit. Sommige mensen geloven dat verschillen bedreigend zijn. Dat mensen die anders zijn vijanden zijn. Anderen vinden verschillen juist mooi. Verschillen verrijken de samenleving en maken het leven de moeite waard. Ik behoor tot het tweede kamp. Ik geloof dat het waar is en dat mensen het weer gaan beseffen. Maar het is altijd een gevecht. Uitsluiting beschadigt niet alleen degene die uitgesloten wordt, maar ook degene die uitsluit. Mensen denken dat ze een bolwerk optrekken tegen een bedreigende wereld, maar in feite bouwen ze een gevangenis. Als ze dat nu niet zien, dan zien ze het als de deuren op slot gaan. Hopelijk verandert dat hun mening.”
De gezinnen die je interviewde voor ‘Ver van de boom’… gaven die jou ook dit inzicht?
“Jazeker. Deze gezinnen waren aanvankelijk diep geschokt door wat hun kind mankeerde. Vaak eindigde het met acceptatie en liefde en werden ze ruimdenkender. Zelfs de moeder van een misdadiger vertelde me dat ze in de lift stapte van een gebouw waar ook een detentiecentrum was. Enkele gevangenen werden meegenomen in dezelfde lift. Ze dacht: ‘Dit is iemands kind die een vreselijke fout heeft gemaakt, net als m’n zoon. Omdat m’n kind een misdaad heeft gepleegd, voel ik me meer verbonden met de mensheid dan ooit.
Wij hebben een Libische vluchteling in huis. Ik had hem ontmoet toen ik in Libië werkte, in de late Khadafi-tijd. Hij is gevlucht en trok bij ons in. Hij woont bij ons omdat hij zo’n fijn mens is en omdat wij als homoseksuele Amerikanen bevoorrecht zijn. Hij als homoseksuele moslim is dat niet. Maar ook omdat z’n aanwezigheid onze vrienden en kinderen eraan herinnert en ook ons, dat deze gedemoniseerde mensen echt mensen zijn. Dat je bevriend met ze kunt raken.”
Waarom is het aan Andrew Salomon om deze boodschap te verspreiden?
“Omdat ik de vruchten pluk van de generatie die voor mij kwam. In m’n jeugd was het idee dat ik als homo overal geaccepteerd zou worden, overal kon komen, kon trouwen en een gezin kon stichten, ondenkbaar. Ik pluk de vruchten van de veranderingen. Sommige mensen die er de vruchten van plukken, keren mensen in nood de rug toe. Ze zeggen: Ik word nu geaccepteerd, klaar. Maar ik voel het als een morele plicht, als je tot de bevrijde groep behoort, om je af te vragen wie jij nu op jouw beurt kunt helpen. Ik voel dat heel sterk. Niet dat ik er altijd in slaag, maar ik vind dat ik zoveel geluk heb gehad. Als ik 20, 30 jaar eerder was geboren, had ik een rotleven gehad. Omdat ik profiteer van veranderingen, wil ik meer veranderingen.”
Wat voor belangrijke levensles heb je geleerd van de mensen die je interviewde?
“Ik heb geleerd dat hun geluk een keuze is. Dat je mede een goed leven hebt door steeds weer te kiezen voor een ervaring die vreugdevol is en door betrokken te zijn bij de wereld. Hoe breder je opvatting van geluk, hoe groter je kans op geluk. Alle ouders die ik heb geïnterviewd zijn dankbaar voor een leven dat ze nooit wilden hebben. Ze hadden kinderen met problemen of die anders waren en dachten aanvankelijk dat het een hel was. Uiteindelijk raakten ze betrokken. Een socioloog zei: We zorgen voor onze kinderen omdat we van ze houden. En we houden van ze omdat we voor ze zorgen. Ik leerde van deze gezinnen dat de intensieve zorg voor deze kinderen de basis werd voor een diepere liefde dan ze ooit hadden ervaren.”
Je wordt emotioneel als je dit zegt, hè?
“Ja.”
Waarom?
“Dit gevoel gaat zo diep. Ik spreek zoveel van die gezinnen. In het begin dacht ik: Ze doen maar alsof. Ze wilden geen gehandicapt kind, dat wil niemand. Ze proberen er alleen maar een positieve draai aan te geven. Dat vond ik goedkoop zelfbedrog. Maar ik bracht veel tijd met hen door en zag hoe diep hun band met hun kinderen ging. Toen dacht ik: We hebben allemaal onvolmaakte kinderen. We houden van onze onvolmaakte kinderen. Als een engel zou zeggen: Ik kan je onvolmaakte kind wegnemen en een beter kind teruggeven, mooier, geestiger, liever, intelligenter, beleefder, dan zouden we ons kind houden, uit liefde. Ik dacht: Goed, van buiten lijken deze kinderen erg onvolmaakt te zijn. Maar als je een sterke band hebt met iemand die onvolmaakt is, dan hou je van die persoon, inclusief de onvolmaaktheden. Dat was bevrijdend voor mij. Daardoor raakte ik het idee kwijt dat je kind per se zo moest zijn. Dat je leven er per se zo moest uitzien. Het gaat erom dat je houdt van wat je hebt, en dat heb ik geleerd. Het niet steeds willen veranderen, maar ervan houden zoals het is. Ik zag bij die gezinnen dat de kinderen niet waren zoals ze hadden gewild, maar dat ze toch heel veel van ze gingen houden zoals ze waren.
Elke keer als we iets of iemand verliezen, is er de mogelijkheid van wederopstanding. Niet alleen in religieuze context, maar in ons dagelijks leven.
Had ik iets anders gewild? De depressies waren bepaald niet leuk. Ik ben blij dat ik ze heb gehad. Ik heb er veel van geleerd. Ik ben er beter door gaan schrijven. Ik werd een betere echtgenoot en vader door het inzicht dat ik kreeg. Maar ik zou ze niet weer willen hebben. Ik ben blij dat het achter de rug is. Als ik een beetje gespannen ben, denk ik: Nee, niet weer. Er zijn dus veel dingen die ik graag anders had willen hebben, maar ze hebben me wel gebracht op het punt waar ik nu ben.
Toen ik drie jaar geleden vijftig werd, zei George opeens tegen John tijdens het feest dat John met anderen had georganiseerd dat hij wilde speechen. John zei: Je kunt niet speechen, je bent vier. Alleen opa, oom David en ik speechen vanavond. Maar George stond erop, en John wilde geen scène en zei: Goed, hou het kort. Hij bracht hem naar de microfoon en George zei heel hard: ‘Dames en heren, mag ik uw aandacht?’ En iedereen draaide zich om. En George zei: ‘Ik ben blij dat papa jarig is. Ik ben blij dat we taart krijgen. En papa, als je klein was, zou ik je vriendje zijn.’ Op dat moment dacht ik: Ik was liever niet depressief geweest, maar dat heeft me op dit punt gebracht. Maar zo gaat het niet altijd. Het kan je ook kwaad maken en uitputten. Maar het leverde me dit op, en ik hou van m’n huidige leven en ik kan moeilijk spijt kan hebben van wat eraan vooraf ging, hoe pijnlijk ook.”
Je citeert in je boek Jezus in het evangelie van Thomas. Hoe luidt dat citaat?
“De passage luidt: ‘Als je voor de dag komt met wat in je is, zal wat in je is je redden. Als je niet voor de dag komt met wat in je is, zal wat in je is je vernietigen.’ Ik heb sterk het gevoel dat mensen veel tijd en energie besteden aan het zich anders voordoen dan ze zijn. Als je erin slaagt eerlijk te zijn over wie je bent, al zou je soms anders willen zijn, maar als je er eerlijk over bent dan ben je echt verlost.”
Ik wil niet cru klinken, maar plaats je je kinderen niet in een afwijkende positie door ze in zo’n gezin te laten opgroeien?
“Ik kan alleen maar hopen dat wat ik ze geef – de liefde, de aandacht, de betrokkenheid en de aanmoedigingen – voldoende zijn om er gelukkige kinderen van te maken. Ik denk niet dat onze gezinssamenstelling negatieve gevolgen heeft. Maar ze zijn nog jong, je weet het nog niet. Misschien zeggen ze later: ‘Waarom zijn we opgegroeid in zo’n raar gezin? Waarom, waarom?’”
Wat zou je antwoorden?
“Dat ik m’n best heb gedaan en ze al m’n liefde heb gegeven. Dat ik geloofde dat dat goed zou uitpakken. Tot nu toe zijn ze erg gelukkig en zien we weinig problemen. Maar ze zijn jong, je weet het niet.”
Zullen we gaan zitten? Dan wachten we op het ondergaan van de zon en het vallen van de avond. Dit is niet de skyline van New York, hè?
“Het is niet de skyline van New York.”
Maar het is mooi.
“Dat wilde ik net zeggen. De ware schoonheid van Amsterdam is dat alles zo dichtbij is.
Kun je je een wereld voorstellen zonder onvolmaaktheid?
“Zo’n wereld wil ik me niet eens voorstellen. Dat lijkt me niet alleen vreselijk saai, maar ook oppervlakkig. Ik doe alles om m’n kinderen gelukkig te maken, maar juist als ze ziek zijn of het moeilijk hebben gehad op school, kom je pas echt dicht bij elkaar. Als ze altijd volmaakt gelukkig waren, was onze band anders geweest. Ik doe dus alles om ze gelukkig te maken, maar als ik ze constant gelukkig zou maken, zou ik falen als vader.”
Wat vind je van Pasen, van de betekenis van Pasen in het licht van wat je me net hebt verteld?
“In die context is de betekenis van Pasen dat iemand is gestorven vanwege de onvolmaaktheid van de wereld. Maar degene die stierf voor die onvolmaaktheid is opgestaan in het kielzog van die onvolmaaktheid. Elke keer als we iets of iemand verliezen, is er ook de mogelijkheid van een wederopstanding. Niet alleen in die religieuze context, maar in ons dagelijks leven.”
Geloof je daarin?
“Ja, heel erg.”
Is onvolmaaktheid nodig voor een goede samenleving?
“Onvolmaaktheid is nodig, maar het gevecht ertegen ook. Zonder onvolmaaktheid geen strijd. In die strijd ontdekken we ons mens-zijn.”
Je wilt een gedicht voorlezen…
“Het is van Wallace Stevens,‘The Poems of Our Climate’.
Het onvolmaakte is ons paradijs.
Weet dat in deze bitterheid de vreugde schuilt.
In gebrekkige woorden en weerbarstige klanken, omdat het onvolmaakte ons zo eigen is.”
Is dat een goede afsluiting?
“Ik denk het wel. Laten we er alles uit halen.”
Het onvolmaakte is het paradijs.
“Het is ons paradijs.”
Al is er geen echte zonsondergang, de avond zal vallen.
“Een onvolmaakte zonsondergang is een volmaakte afsluiting”