Hoe is jouw belangstelling voor het thema ‘depolarisatie’ ontstaan?

“Na mijn studie filosofie werkte ik als journalist en documentairemaker voor onder meer Filosofie Magazine, de Nederlandse Moslim Omroep en Amnesty International. In dat werk kreeg ik oog voor de dialoog en de controverse tussen moslims en niet-moslims. Ik werd de polarisatie ingetrokken. Hoe dit werkte, wilde ik begrijpen.

Ik heb me in dit vraagstuk vastgebeten en kwam al snel in Noord-Ierland terecht. De ervaring met conflict in Noord-Ierland – de polarisatie tussen Katholiek en Protestant – is buitengewoon leerzaam. Specialisten daar kunnen helpen om de dynamiek van conflicten te doorgronden. Ik ben er een training gaan volgen, maar toen ik keek naar het polariserende debat in Nederland, trok ik de conclusie dat conflictmanagement en conflicthantering niet voldoende zijn om tot depolarisatie te komen.

Er zit een fundamenteel verschil tussen een conflict en polarisatie. Bij een conflict kunnen we aanwijzen wie de eigenaren van het probleem zijn en je kunt hun belangen analyseren. Die personen hebben een verantwoordelijkheid en een belang. Daar kun je ze op aan spreken in de hectiek van het conflict. Bij polarisatie daarentegen, is iedereen getuige, maar draagt niemand de verantwoordelijkheid. Een ander bijkomend aspect is dat bij polarisatie een sterkere gevoelsdynamiek speelt, waardoor we er niet in slagen om rationeel en genuanceerd met het probleem om te gaan.

De polarisatieproblematiek wordt echter vaak aangepakt met technieken om conflicten te hanteren. Dat werkt niet. Het kan zelfs een averechts effect hebben. En zo ontdekte ik een blinde vlek: het ontbreekt ons aan kennis over polarisatiemanagement en polarisatiehantering.

Nu voelt de samenleving de urgentie voor polarisatiemanagement en polarisatiehantering. Zelf ervoer ik die urgentie al jaren geleden, gevoed door wat ik als journalist in gebieden zag waar een burgeroorlog woedt. Een burgeroorlog is het eindstadium – het dieptepunt – van polarisatie. Die polarisatie dan overwinnen, is enorm moeilijk. Preventie is beter. Maar wat is dan het model van polarisatie en hoe moeten we daar mee om gaan? Ik heb een praktisch denkkader ontwikkeld.”

Hoe ziet dit denkkader eruit? We hebben zo vaak het gevoel dat we worden meegezogen in het polariserende debat. Kan zo’n model ons helpen om grip op de zaak te krijgen?

“Wat kenmerkend is voor een polariserend debat is dat het gaat over identiteiten en dat hierbij twee polen recht tegenover elkaar staan. Deze twee polen worden bemenst door de zogenaamde pushers. Pushers gooien one-liners en statements in de vorm van x = y de wereld in. Voorbeelden zijn: ‘asielzoekers zijn gelukszoekers’ en ‘boeren zijn dierenbeulen’. Dit vormt de brandstof voor de polarisatie. Pushers zien het als hun taak brandstof te leveren.

Door deze uitspraken krijgen de pushers aan beide kanten gezelschap van een groep joiners. De joiners zijn het niet helemaal eens met de pusher, maar bekennen kleur. Ze gaan meedoen. Zij verzamelen argumenten bij de statements van de pushers. Zo wordt de discussie tussen de polen gevoed.

Daar tussenin is een stille groep mensen, die noch voor de ene groep, noch voor de andere groep kiest. In dat midden zitten mensen die (beroepshalve) neutraal zijn, maar ook onverschilligen, naast een groep van zeer betrokken mensen. Het midden is een onmachtige partij. Zij zijn de prooi voor de pushers. De pusher probeert hen aan zich te binden. De pusher is namelijk gebaat bij een zo klein mogelijke middengroep. En naar mate de middengroep kleiner wordt, zullen de twee joinerkampen groeien en neemt de polarisatie toe. Pushers herhalen de basiswet van polarisatie: ‘you’re either with us, or you are with the ennemy’.

In dit spanningsveld is er nog een vierde positie: de rol van bruggenbouwer. De bruggenbouwer probeert vanuit het midden de twee kampen aan de uiteinden met elkaar te verbinden. Maar dat is niet in het belang van de pusher. Een echte pusher is geïnteresseerd in monoloog, niet in dialoog. De pogingen van bruggenbouwers maken het er soms niet beter op, omdat ze het gesprek over identiteit gaan voeden; hoe goed bedoeld ook jagen ze polarisatie alleen maar aan. De pusher gebruikt de bruggenbouwer om zelf nog meer in de spotlight te gaan staan. Als de polarisatie dan toeneemt, komt een vijfde rol in beeld, die van de zondebok. Die zondebok wordt altijd in het midden gevonden. Dat vind ik een zeer belangrijk inzicht. De middenpositie wordt onmogelijk gemaakt, dus ook de figuur van de bruggenbouwer is een perfecte kandidaat om zondebok te worden.

Dit model gebruik ik in mijn trainingen. Elke keer ervaar ik dat dit model zorgt voor een omslag in het denken. We hebben van nature de drang om de oorzaak aan te wijzen. We willen weten waarom de pusher doet wat hij doet. Al onze aandacht, zowel in de media, als bij mensen die het probleem willen aanpakken, gaat naar de pushers. Maar al die aandacht voor de pushers levert brandstof voor verdere polarisatie. In plaats daarvan moeten we de aandacht verleggen naar het middenveld. De silent is de doelgroep van de pushers. Graadmeter voor de ernst van polarisatie, is de grootte van de middengroep. Om te depolariseren, moet je investeren in een sterk middenveld.”

Dat is een lastige klus. Een onzichtbare groep sterk maken, hoe pak je dat aan? De moed zakt al in de schoenen.

“Geloof in het midden. En ik heb natuurlijk een boek waarin vier game changers staan omschreven. Het kan. Maar zonder dat geloof zal het ook niet lukken. Ik zal een voorbeeld geven.

In kamp Heumensoord, bij Nijmegen, was een groot asielzoekerscentrum. Bewoners uit de omgeving van dit kamp zochten de asielzoekers op, maakten met hen een wandelingetje, deden spelletjes enz. Geen grote, schokkende dingen. Hier werd gedacht vanuit de vragen: kunnen we elkaar leren kennen? Kunnen we samen dingen doen?

Een van de initiatieven haalde de media. Een verzorgingshuis uit Nijmegen wilde asielzoekers uitnodigen en voor hen koken. De pushers was dit een doorn in het oog. ‘Dit kan toch niet de bedoeling zijn? Wie garandeert de veiligheid van onze oudjes?’ Er werd gespeeld op gevoel. De redelijkheid en de nuance verdwenen.

Ik train professionals, zoals burgemeesters, officieren van justitie, docenten en politie, om in deze situatie het juiste vraagstuk te benoemen, om de identiteitsdiscussie waarin de pushers sterk zijn te laten, en het gesprek over te nemen, gericht op die middengroep. Dat vergt een grondige kennis van de dynamiek van wij-zij denken. Die dynamiek heb ik in mijn boek vastgelegd.”

Welke mogelijkheden hebben we om te focussen op redelijkheid en nuance te midden van one-liners?

“Het midden moet de identiteitsdiscussie van de pushers laten. De vraag naar identiteit is voor hen niet interessant. De vraag van het midden is altijd een vraag rond loyaliteit, de vraag ‘met wat voel jij je verbonden’. De silent richt zich op een wat, op een kwestie; de pushers richten zich op een wie, op identiteiten. De kwestie van het midden is altijd een vraagstuk. Een vraagstuk dat we alleen met een onderzoekende houding, met redelijkheid, nuance en goede vragen aan elkaar kunnen proberen op te lossen.”

De media besteedt veel aandacht aan polariserende issues. Dit model toont dat ze daarmee juist brandstof aanleveren voor de polarisatie. Hoe kan de journalistiek goed werk leveren zonder bij te dragen aan de polarisatie?

“In Denemarken heb ik een nieuwsredactie getraind en met hen onderzocht hoe ze een journalistiek 2.0 kunnen ontwikkelen: ‘constructive journalism’. In deze vorm van journalistiek bedrijven staat hoor- en wederhoor, de kern van de traditionele journalistiek, minder centraal. In plaats daarvan wil deze journalistiek verbinding met het midden maken, en op zoek gaan naar constructieve oplossingen, naar hoop, initiatief en verlangen. De berichtgeving wordt minder zwart-wit, wordt minder beoordelend, en focust op mensen die in het midden staan, al dan niet beroepshalve. De waarheid is minder van belang. Er is meer dan één waarheid. In plaats daarvan zal het meer en meer moeten gaan over waarachtigheid.

Bij constructive journalism zie je dat mijn game changers worden ingezet. Game changers geven de ijkpunten waarlangs je kunt depolariseren. Ik onderscheid er vier: je kunt de doelgroep, het onderwerp, je positie en je toon veranderen.”

In dit filmpje wordt het goed samengevat:

Er is dus hoop. Zelfs in de journalistiek zijn er mogelijkheden. Jouw denkkader helpt ons om in te zien hoe polarisatie werkt en wat we kunnen doen om tegenwicht te bieden. Toch is er nog steeds een grote verandering in de samenleving nodig willen we onder de druk van de polarisatie wegkomen.

“Ja, dat klopt. Het is zeker niet makkelijk om juist als de polarisatiedruk hoog is in het midden te blijven. Daar is durf voor nodig. Maar heb dat lef. Ik denk dat het mogelijk is. Ik wil geen onheilsprofeet zijn. Die onheilsprofeten drukken ons uiteindelijk uit het midden. Ik wil daar juist blijven staan. En gelukkig zijn er ook veel professionals, diezelfde burgemeesters, politiefunctionarissen, docenten en officieren van justitie, die in dit midden staan en daar leiderschap tonen. We hebben dat leiderschap nodig, leiderschap dat ons optilt en de kracht geeft om in dit midden te blijven staan. En zo kunnen wij constructief tegenwicht bieden aan de polarisatie.”

Het boek Polarisatie, geschreven door Bart Brandsma, is uitsluitend te bestellen via de website www.polarisatie.nl.

Tanja van Hummel

Tanja van Hummel

Filosoof en Schrijfcoach

Tanja van Hummel is filosoof en schrijfcoach. Tijdens haar filosofiestudie aan de Radboud Universiteit ontdekte zij een voorliefde voor …
Profiel-pagina
Al 2 reacties — praat mee.