“De kerken lopen leeg” koppen de media regelmatig. Officiële cijfers ondersteunen dat. Die aantallen hebben betrekking op officieel ingeschrevenen en kerkgangers van de traditionele kerken. Geloof en spiritualiteit laten zich echter niet onder welke seculiere of andere mat vegen, maar vindt vorm in eigentijdse structuren. Rosaliene Israël is theoloog en pastor, woont vijftien jaar bij Oudezijds 100 en is zeven jaar lid van Spe Gaudentes, kern van Gemeenschap Oudezijds 100. Deze gemeenschap probeert in leven en werk het evangelie van Jezus Christus present te stellen. Oudezijds 100 biedt concreet hulp door inloop, maatschappelijke opvang, begeleid wonen, medisch maatschappelijke werk en medische zorg voor onverzekerden.
Spe Gaudentes, zij die zich verheugen in hoop, is het christelijk samenleven aan de Oudezijds alleen maar verheugen en hopen?
“Eerlijk gezegd, op deze plek samenleven met al die verschillende mensen met uiteenlopende achtergronden is niet eenvoudig. Je komt er gaandeweg achter dat de ander echt anders is. Vaak begrijpen we elkaar verkeerd en is er onbegrip. Bovendien ontmoeten we hier mensen van wie je op grond van hun levensgeschiedenis weinig hoopvols verwacht. Dat samen met de chaotische en onstabiele omgeving maakt dat het hier niet alleen maar hopen en verheugen is. Tegelijk is dat waar we ons toe geroepen voelen. Om in die alledaagse, weerbarstige werkelijkheid in elkaar en de mensen die op ons pad komen tekenen van hoop te ontdekken. Dat het kan, dat het gebeurt, al is het dan maar ‘soms even’. ‘Ici entrent les envoyées de Dieu’ staat er boven de deur van onze inloop. Wie hier binnenkomen, zijn door God gezonden. In de ander ontdek ik iets van God, iets dat mijn leven oneindig verrijkt. Dat is hoopvol en verheugend.”
Wat is voor jou de kernbetekenis van kloosters en communiteiten voor de huidige wereld?
“Voor mij zijn kloosters en communiteiten gemeenschappen waar geleefd wordt vanuit trouw aan jezelf, aan de ander en aan God. De overgave aan de ander, die nooit met jou samenvalt, en de continuïteit (‘ik blijf hier voor als jij terugkomt’) vormen voor mij de kern van het geordende klooster- en communitaire leven. Daarmee is deze vorm van leven een mogelijke concretisering van wat het betekent om christen te zijn. In een vluchtige wereld maken deze gemeenschappen in al hun menselijkheid zichtbaar wat de waarde is van langdurige verbinding en een omvattend commitment. Ik merk dat het de mensen er omheen inspireert en bemoedigt dat dit soort gemeenschappen er zijn. In een wereld waarin mensen in toenemende mate op zichzelf zijn aangewezen, laat het communitaire leven een ander mensbeeld zien: het draait niet om mij alleen.”
Nieuwe, opstartende christelijke gemeenschappen weten jullie te vinden, zeg je. Geef eens een paar voorbeelden en wat hopen die bij jullie te vinden?
“Spe Gaudentes en Oudezijds 100 bestaan al vele jaren en vanaf de begintijd is er contact met diverse andere gemeenschappen, communiteiten en kloosters. Onze gemeenschap maakt – net als bijvoorbeeld de Nikola-kommuniteit (Utrecht) en de Hooge Berkt gemeenschap (Bergeijk) – deel uit van de generatie christelijke gemeenschappen opgericht in de jaren ’60 en ’70, die de tand des tijds hebben doorstaan. Onze locatie midden in het centrum van Amsterdam, waar jonge mensen ‘aanmeren’ om te studeren of te werken, maakt dat er steeds nieuwe aanwas is. De meeste mensen trekken na een aantal jaren bij ons gewoond te hebben weer verder en nemen de opgedane ervaring met communitair leven mee naar de nieuwe plek waar zij zich vestigen. Zo verspreidt het verhaal over onze gemeenschap zich als vanzelf en worden andere jonge mensen erdoor geraakt. Omdat we als communiteit ons geroepen voelen om een brugfunctie tussen kerken en kerkelijke gemeenschappen te vormen, staan we in Amsterdam, maar ook ver daarbuiten, in contact met allerlei groepen en worden we door mensen met initiatieven voor nieuwe gemeenschappen opgepikt. Zo hebben we contact met nieuwe of in oprichting zijnde gemeenschappen zoals OverHoop (Utrecht Overvecht), de Elthetogemeenschap (Amsterdam-Oost), het Kleiklooster (Amsterdam Zuid-Oost), Leefgemeenschap Slotervaart (Amsterdam Slotervaart) en City of Life (Hilversum). Met hen voeren we gesprekken over roeping, de vormgeving van een gemeenschappelijk gebedsleven en commitment, al dan niet gemeenschappelijk bezit en het onderhoud van gemeenschappelijke ruimtes. Van spiritueel tot zeer aards en praktisch.”
Wat is ‘New Monasticism’? En wat is het verschil tussen communiteit en commune?
“‘New monasticism’ verwijst – een daarbij schaar ik me achter de definitie van praktisch theoloog Rein Brouwer (The Simple Way. A practical theology of new monasticism. Jaarboek voor liturgieonderzoek 28, pp. 167-151) – naar de van oorsprong Amerikaanse beweging opgericht door Shane Claiborne. Samen met een aantal vrienden koos hij er als student voor om geïnspireerd door het aloude monastieke ideaal een gemeenschap te stichten, genaamd The Simple Way. Zijn radicale ideaal van vreedzaam, contemplatief en ‘geordend’ samen leven, gastvrijheid bieden en bewuste omgang met de aarde, heeft bij jonge, met name protestantse, christenen opnieuw interesse gewekt in het christelijke gemeenschapsleven. Veel van de jonge mensen die bij onze gemeenschap terecht komen en/of bezig zijn met het oprichten van christelijke leefgemeenschappen weten zich door deze beweging geïnspireerd. Tegelijk is nieuwe monastiek van alle tijden, zo laat de rijke geschiedenis van ordes, congregaties, communiteiten en christelijke leefgemeenschappen zien. Het geordende gemeenschappelijke leven, bidden en gastvrijheid verlenen heeft steeds opnieuw vorm gekregen in reactie op de tijd en de positie van de kerk(en).
Hoewel er vast en zeker sociologische, economische en politieke kenmerken aan te wijzen zijn die in een bepaalde tijd kunnen verklaren waarom mensen verlangen naar gemeenschappelijke samenlevingsvormen, zie ik toch ook fundamentele verschillen. Communiteiten oriënteren zich op het monastieke leven als een concretisering van ‘evangelisch’ leven, waarbij zij zich steeds, zij het kritisch, tot de kerken verhouden.”
Je doet ook onderzoek naar de betekenis van christelijke leefgemeenschappen?
“Het intrigeert mij dat op dit moment met name onder jongeren met een klassieke protestantse achtergrond het klooster- en communitaire leven ‘in’ is. Zij weten bestaande kloosters en communiteiten te vinden en de afgelopen jaren zijn diverse nieuwe gemeenschappen opgericht, ook in het kader van revitalisering van wijkgemeentes. Maar er is, in elk geval in Nederland, nauwelijks wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de wijze waarop dergelijke communiteiten en christelijke leefgemeenschappen zich door de tijd heen hebben ontwikkeld en hoe zij in staat zijn gebleken om zich tot de steeds veranderende context te verhouden. Daarom wil ik een drietal uitgebreide case studies van langer bestaande communiteiten en leefgemeenschappen maken, zodat ik hun dynamiek in kaart kan brengen. Dat is van belang voor het zelfverstaan van deze gemeenschappen en hun good practices worden zo toegankelijk gemaakt voor nieuwe groepen en initiatieven op het gebied van (kerkelijke) gemeenschapsvorming.”
Op 31 oktober vieren jullie het 50 jarig bestaan van Spe Gaudentes met een groot symposium. Bestaat de communiteit over 50 jaar nog en hoe ziet die er dan uit?
“Ik hoop en verwacht van wel! En als wij niet meer zouden bestaan, dan zou ik zeker hopen en verwachten dat andere vormen van klooster- en communitair leven blijven bestaan. Het ligt in de aard van het klooster- en communitaire leven om trouw te zijn aan je roeping, om vol te houden en niet op te geven. Die kwaliteit is van onschatbare waarde voor mensen van elke tijd, ook de onze. Ik hoop dan ook van harte dat ons symposium eraan bij zal dragen die waarde aan het licht te brengen!”