‘Veel studenten die voor de master Humanistiek kiezen hebben een achtergrond in de sociale of geesteswetenschappen. Zelf heb ik na mijn bachelor Liberal Arts and Sciences een master in Planologische Wetenschappen gedaan. Daarna heb ik vier jaar als planoloog bij een stichting in Londen gewerkt, eerst op projecten die te maken hadden met inclusie en betaalbare woningbouw, en vervolgens bij een adviesloket over ruimtelijke ordening voor burgers.
Daar sprak ik vaak met mensen die iets ingrijpends was overgekomen, bijvoorbeeld dat de gemeente had besloten hun huis te slopen of dat het park in de buurt plaats moest maken voor flatgebouwen. Ik zag dat sommige mensen er gemotiveerd of opstandig van werden, anderen juist moedeloos. Gaandeweg begon ik het veel interessanter te vinden waarom mensen reageerden zoals ze deden dan de regels achter al die beslissingen over hun leefomgeving. Hoe ga je om met wat je overkomt? Dat fascineerde mij.’
Verhoudingskunde
‘Van geestelijke verzorging hoorde ik voor het eerst in een interview met een geestelijk verzorger en hoogleraar, die zijn vak ‘verhoudingskunde’ noemde. Hoe mensen zich tot het leven verhouden: dat dekte mijn interesse precies. Een eenjarige master leek me geen goed idee, omdat ik zo’n andere achtergrond heb, en zo kwam ik bij de Universiteit voor Humanistiek terecht. Het beroepselement – de uitgebreide stage – in deze studie vond ik heel belangrijk, omdat ik goed voorbereid dit vak wilde beoefenen. Ook mijn levensbeschouwing past bij het humanisme, en ik vond het fijn dat de universiteit zo kleinschalig is. Nadat ik de open dag had bezocht, was ik zeker van mijn keuze.
Toen ik met de studie begon, had ik eerst een inhaalslag te maken. Maar er waren ook andere studenten die geen bachelor Humanistiek hadden gedaan en met een andere achtergrond instroomden, en iedereen was heel toegankelijk. Daardoor vond ik mijn weg snel.
De vakken boeiden me meteen. De docenten zijn heel betrokken en inhoudelijk sterk. Sinds vorige herfst ben ik student-assistent in de leerstoelgroep Burgerschap en humanisering van de publieke sector. Zo heb ik meer inzicht gekregen in de onderzoeksprojecten die aan deze universiteit gedaan worden. Het liefst zou ik hierna promotieonderzoek willen combineren met het werk als geestelijk verzorger.’
Levensverhalen in het echt
‘Ik ben net klaar met mijn stage in het Isala Ziekenhuis in Zwolle. Veel van de vaardigheden die je nodig hebt als geestelijk verzorger leer je tijdens het tweede jaar als je stage gaat lopen. Daar kom je in gesprek met mensen die zijn vastgelopen in hun leven, bijvoorbeeld vanwege ziekte of omdat ze in de gevangenis zitten. Dat kan best spannend zijn, en dan helpt het als je al tijdens je studie met gespreksvoering hebt geoefend.
Het ziekenhuis was een fijne stageplek, omdat je er als geestelijk verzorger veel verschillende taken hebt. Een belangrijk deel van de stage bestond uit begeleidingsgesprekken met patiënten. Vaak waren het korte ontmoetingen, niet meer dan twee of drie keer met dezelfde persoon. Toch stelden mensen zich snel open. Ze vertelden me wat ze hadden meegemaakt in hun leven, waar ze op hoopten en hoe ze tegen de toekomst aankeken. Vaak stonden ze op een kwetsbaar punt in hun leven. Al die verhalen gaven mij het gevoel alsof ik een mooi boek had gelezen, alleen was het geen fictie maar echt. Dat maakt het werk van geestelijk verzorger heel bijzonder.’
Omgaan met verschillen
De stage bracht me ook in contact met andere onderwerpen, zoals wat goede zorg is of wat het betekent om als zorgverlener te werken. De werkdruk is hoog, en de verhalen van patiënten kunnen belastend zijn voor zorgverleners. Ook komen er vaak ethische vraagstukken bij kijken. Over al die vraagstukken mocht ik meedenken. Daarnaast heb ik scholing aan zorgverleners gegeven over cultuursensitieve zorg. Wat betekent het om zorg te verlenen aan iemand die een andere culturele achtergrond heeft dan jij? Dat kan leuk zijn, maar ook lastig. Het kan extra druk bij het werk veroorzaken.
Mede dankzij mijn stage vind ik het interessant om te onderzoeken hoe mensen omgaan met verschillen, en wat je als geestelijk verzorger kunt bijdragen aan de ontwikkeling van interculturele vaardigheden bij zorgverleners of andere professionals. Geestelijk verzorgers zijn de aangewezen personen om daarover na te denken, want voor omgaan met verschillen heb je inlevingsvermogen en zelfkennis nodig. Je moet in staat zijn op jezelf te reflecteren. Zo houd je oog voor wat voor jou belangrijk is en wat voor de ander, en weet je hoe je daarbij aan te sluiten zonder jezelf te verliezen.
Jezelf tegenkomen
Na twee jaar kan ik zeggen dat de studie me veel heeft geleerd over het vak, maar ook over mezelf. Met name de stage heeft daaraan bijgedragen. In de gesprekken met patiënten kwam ik veel van mezelf tegen. Dat is een plus ten opzichte van andere wetenschappelijke studies. Dat heeft ook mijn kijk op het beroep van geestelijk verzorger veranderd. Nu denk ik dat het beroep zwaar kan zijn omdat je zoveel van jezelf tegenkomt. Als je deze master kiest, zal je zonder meer veranderen. Het helpt als je daar open voor staat.