Nawin Ramcharan was al tijdens zijn studies Bestuurkunde en Sociologie aan de Erasmus Universiteit geïnteresseerd in levensbeschouwing en politiek. Als verkozen studentenlid van de centrale universiteitsraad legde hij contacten met verschillende vertegenwoordigers van levensbeschouwingen. Zo zette hij zich samen met de Joodse studentenvereniging in voor bestrijding van antisemitisme. Sinds 2021 is hij actief bij de in 2020 opgerichte hindoe organisatie Soham. Soham geeft Hindoes een stem in binnen- en buitenland, zoals in Bangladesh, en werkt samen met de NCDR bij de bestrijding van Hindoe discriminatie in Nederland. TV-programma Iedereen Verlicht (NTR) maakte er dit verslag van.
We spreken elkaar in een week waarin de viering van Diwali centraal staat. Een week vol vieringen en weinig slaap. Maar toch vindt Nawin het belangrijk tijd vrij te maken voor dit gesprek om zijn politieke ideeën te kunnen uiten.
Je bent al van jongs af aan zeer politiek bewust. Welke waarden moeten volgens jou in de politiek centraal staan?
“Voor mij is de kern van goed bestuur geworteld in drie principes: meritocratie, samenwerking en dienstbaarheid aan iedereen. Kwaliteit moet altijd boven identiteit staan; het gaat niet om wie je bent, maar wat je bijdraagt aan de maatschappij. Democratie werkt alleen als mensen met verschillende overtuigingen nog kunnen samenwerken, en als bestuurders er zijn voor het hele volk, niet slechts voor hun eigen achterban. Politiek begint immers niet bij macht, maar bij moraal.”
Als je kijkt naar die waarden, welke thema’s zouden dan volgens jou bovenaan moeten staan bij de komende verkiezingen?
“Een samenleving zonder veiligheid is een samenleving zonder ziel. Veiligheid en orde vormen de basis van alles: pas als mensen zich veilig voelen, kunnen ze groeien, ondernemen en verbinden. Ik heb mij veel ingezet voor de veiligheid van minderheden. Ook nu bij mijn functie als voorzitter van Soham maak ik mij hard tegen de discriminatie van hindoes in Nederland. Deze vorm van discriminatie is minder bekend en erkend bij overheidsinstanties maar niet minder belangrijk!
Daarnaast geloof ik in het denken als gemeenschap; we moeten opnieuw leren dat vrijheid niet alleen een recht is, maar ook een verantwoordelijkheid tegenover de rest van de gemeenschap. Een voorbeeld hiervan is economie en arbeidsethos. Werken is niet alleen een middel om geld te verdienen, maar een vorm van liefde voor je land. Wie werkt, draagt bij. Daar hoort tegenover te staan dat de overheid zuinig en doelmatig met publieke middelen omgaat. Conservatieve normen en waarden – discipline, familie, wederzijds respect – zijn voor mij geen ouderwetse concepten, maar bouwstenen van beschaving.
Wie in de politieke arena krijgt of krijgen van jou een ongevraagd advies wat betreft die waarden? En welke adviezen zijn dat?
“De grootste fout van veel jonge politici vandaag is uitsluiting. De reflex om anderen te negeren, te veroordelen of te cancelen, is het tegenovergestelde van democratische volwassenheid. Leiderschap betekent juist het gesprek aangaan, ook met wie je niet begrijpt of er juist mee oneens bent. Alleen dan kan politiek weer over oplossingen gaan, in plaats van over vijanden. De toekomst vraagt om moedige leiders die verbinden waar anderen verdelen.”
Wat is volgens jou democratie? Is het nodig om die te versterken? Hoe kijk je hier tegenaan?
“Democratie is voor mij niet slechts een systeem waarin mensen één keer in de vier jaar een stem uitbrengen. Het is een moreel contract tussen volk en bestuurders, een verhouding dat de macht nooit los mag raken van de mensen die haar hebben toevertrouwd. In de kern betekent democratie dat politici en bestuurders dienaren zijn van het volk, niet managers van een systeem.
Toch is dat besef de laatste jaren langzaam uitgehold. We zijn terechtgekomen in een politiek systeem dat enkel kortetermijn-succes beloont. Politici worden afgerekend op de winst bij de volgende verkiezing, niet op de kwaliteit van hun langetermijnvisie. Beleidsverandering in domeinen zoals economie, woningmarkt of de zorg wordt daardoor steeds reactiever, oppervlakkiger, en meer gericht op het blussen van brandjes dan op structurele oplossingen.
Tegelijkertijd raakt het vertrouwen van burgers uitgehold. Mensen stemmen op idealen, maar krijgen na de verkiezingen compromissen waarin niemand zich herkent. Daardoor groeit het gevoel dat “de politiek” niets doet, terwijl de politiek juist verstrikt is geraakt in haar eigen systeem.
Mijn conclusie is dat onze democratie heeft het zwaar heeft, omdat het zichzelf moeilijk kan corrigeren als het uit balans raakt. Er zijn geen mechanismen die deze balans kunnen terugbrengen, waardoor er een verschuiving van volkssoevereiniteit naar systeemsoevereiniteit ontstaat: volksverantwoording vervalt, en macht concentreert zich in netwerken van bestuurders, lobbyisten en experts die vooral elkaar spreken, maar zelden nog het volk. Onze democratie functioneert formeel nog, maar het contract allang niet meer.”
Hoe versterken we dan deze democratie?
“Democratie is niet perfect, maar de oplossing tot betere democratie zit in het vermogen tot zelfcorrectie en meer directe democratie. Dat kan bijvoorbeeld door meer bestuurders direct te kiezen in plaats van aan te stellen, door te zorgen voor meer openheid in de instellingen en door leiderschap opnieuw te bekijken met meer aandacht voor evenwicht en de belangen van het volk.”
