“Hoe het is om moslim te zijn in Nederland? Fijn! Er zijn natuurlijk wel problemen. Veel mensen, inclusief moslims zelf, weten niet wat de positie van de islam nu eigenlijk is. Ik zie het als een soort bevalling die aan het beginnen is, met weeën. Je weet niet wat er komt en hoe je daarmee om moet gaan. Welke richting het uitgaat met de islam, of het een jongen of een meisje wordt, daar proberen we volgens mij met z’n allen nog op te anticiperen. Maar de omgeving is gezond en geschikt om in geboren te worden.”

Incidenten

“Als theoloog ben ik vooral geïnteresseerd in wat de verantwoordelijkheid van de moslims zelf is. Ik ben niet geïnteresseerd in welke weerstanden er tegen de islam bestaan of welke politieke partijen of individuen er last van hebben. Maar welke inspanningen moeten de moslims zelf leveren, wat moeten ze doen om – na de bevalling – een waardige plek te krijgen? Veel dingen gaan goed. Elke moslim is hier vrij om zijn of haar geloof te belijden. Je bent vrij in je eigen geloofsbeleving, je mag de naam krijgen die je wilt, naar de moskee gaan, er zijn gebedsruimtes in gevangenissen, ziekenhuizen, pretparken, bij het leger en op universiteiten. Afgezien van enkele incidenten zijn hoofddoekjes geen issue meer.

Maar dan komt het: er wordt een moskee gebouwd waarover commotie ontstaat, zoals in Gouda. De meeste weerstand ontstaat niet door de bouw of de grootte van de moskee, maar door de ideologische opvattingen van de geldschieters. Ook in Amsterdam is de bouw van een moskee gefinancierd door een sallafistische geldschieter uit een golfstaat. De moslims daar hebben niet in de gaten dat daardoor een stempel op dat instituut komt. Weerstand ontstaat doordat Nederland bang is voor ongewenste invloeden uit een onbekend buitenland. Maar dit zijn incidenten. Afgezien daarvan gaat het vrij goed met de moslims in Nederland.”

Wat willen moslims?

“Aan de andere kant is er nog een lange weg te gaan. De samenleving wil helderheid: welke kant willen de moslims eigenlijk op? Vroeger kon je dat aan het lot overlaten; mensen wachtten gewoon wat er op ze afkwam en ze reageerden improviserend. Tegenwoordig wil de samenleving het nú weten. Het is een trend: men wil meer reguleren, het islamitisch religieuze landschap moet een duidelijke vorm krijgen. Men denkt dat het anders onbeheersbaar wordt. En moslims voelen die druk.

Moslims voelen de druk van de Nederlandse samenleving die helderheid wil

Lange tijd dacht men in Nederland dat de betekenis en het belang van religie zouden afnemen; religie zou een privézaak worden. Maar de realiteit laat een ander beeld zien: de religiositeit onder moslims wordt juist intenser. Dat heeft de verwachting verward. Voeg daarbij de problemen met radicalisering en gewelddadig extremisme. Daardoor denkt men: zonder druk, zonder de vraag te stellen welke kant het op gaat, wordt het alleen maar erger.”

Zelf visie formuleren

“Natuurlijk zijn moslims al bewuster gaan nadenken. Moskeeën zijn voorzichtig geworden. Ze letten op dat ze niet bidden voor radicale predikers. En wanneer ze gastsprekers uitnodigen, gaan ze eerst na welke achtergrond die hebben: strookt de ideologie van die persoon wel met wat we zouden willen? Moskeeën, onderwijsorganisaties en dergelijke zijn al veel alerter geworden – uit zichzelf, niet opgelegd door de overheid of zo. Maar wat mij betreft moeten ze nog duidelijker aangeven waar ze voor staan.

In Nederland hebben de kerken allerlei visies geformuleerd: op de overheid, op de islam, op de scheiding kerk en staat, op criminaliteit, op diaconaat. Moslims hebben dat nauwelijks. Het kader – landelijk, maar ook lokaal in moskeeën – zou moeten zeggen: dit is onze visie op de samenleving, op de grondwet, op democratie. Een officieel maatschappelijk standpunt is er eigenlijk niet. In landen als Marokko wordt zo’n officieel standpunt door de overheid afgedwongen, hier moeten moslims dat uit zichzelf doen.”

Ultiem belang

“De Nederlandse kerken hebben twee eeuwen geleden meegemaakt dat er spanningen waren tussen kerken, verlichters en overheden. Daar moesten ze hun weg in zien te vinden. In de loop van die tweehonderd jaar is er meer harmonie gekomen; verantwoordelijkheden zijn afgebakend, de scheiding tussen kerk en staat heeft een eigen dynamiek – dat is allemaal gestabiliseerd. De kerk heeft oog voor het algemeen belang, ze is er uiteindelijk voor de natie, ook al heeft ze een eigen leer. Moslims moeten dat proces nog ondergaan.

Veel moslims zijn nog gehecht aan hun eigen cultuur en het land van herkomst. Allemaal prima, maar waar ben je als individu het meeste en op lange termijn aan verbonden? Als dat niet helder is, is het dweilen met de kraan open. Ligt je ultieme belang in Irak, Iran, in het Midden-Oosten of hier? En hoe vertaal je dat in de manier waarop je denkt en gelooft?

Visies die kerken formuleren verdwijnen misschien wel in de spreekwoordelijke bureaula – het zijn ook geen heilige geschriften – maar het gaat meer om het proces dan om het product. Na zo’n proces kun je de samenleving wat voorleggen en kun je in debat gaan. Kijk, dat debat is er allang, maar dan óver de islam. Als moslim kun je echter beter zelf het heft in handen nemen dan de krantenkoppen afwachten.

Seculiere moslims kunnen de moslimgemeenschap helpen een evenwichtige visie te ontwikkelen

Je ziet nu vaak dat moslims in een defensieve houding schieten. Daarmee verblind je jezelf. Misschien kun je wel iets leren van kritiek en weerstand. Zelfs als die onterecht is, kun je ervan leren. Dat zijn die weeën, waar ik het over had.

Ik spreek ook over een geboorte, omdat de geschiedenis hier in Nederland nog maar zo kort is. Mijn vader kwam hier in 1965. Sindsdien is er al enorm veel veranderd, maar alles is nog steeds in ontwikkeling. Vijftig jaar geleden was de islam nauwelijks een issue. De islam was een religie van minderheden. In het onderwijs en het welzijnswerk, bij de overheid – het ging er amper over. Dat komt omdat men dacht: we leven in een seculiere samenleving, dit gaat vanzelf wel over. Pas de afgelopen vijftien jaar bleek dat het toch anders is.”

Secularisatie

“Secularisatie binnen de islam is iets anders dan binnen het christendom. Dit zet ik uitgebreid uiteen in mijn boek Wie is moslim? Geloof en secularisatie onder westerse moslims. In de klassieke secularisatietheorie wordt veel nadruk gelegd op de praxis: minder kerkbezoek, minder rituelen, kinderen die niet meer naar de kerk gaan. Ontkerkelijking staat bijna gelijk aan secularisatie. Bij moslims kun je niet spreken van ‘ontmoskeeïng’. Voor moslims is elke plek op aarde een moskee; met een kleedje kun je overal bidden. In Nederland zijn wel veel factoren die moslims ervan weerhouden om naar de moskee te gaan, maar dat heeft niks te maken met afwezigheid van geloof. Moskeebezoek is geen betrouwbare graadmeter. Veel mensen gaan nooit naar een moskee en worden toch opeens orthodox of sluiten zich aan bij IS. Maar er zijn ook mensen die vaak naar de moskee gaan en toch seculier genoemd kunnen worden. Volgens mij moet je secularisatie binnen een islamitische context zoeken in de ideologische dimensie van de islam. Daar waar een rationalisatieproces op gang komt in politieke opvattingen, maatschappelijke normen en waarden, in de verhouding moslim/niet-moslim, ten aanzien van godsdienstvrijheid, minderheden, mensen die een andere levensstijl hebben, sektes, religieuze minderheden, kortom in de verhouding tot de ander.”

Evenwicht

“Binnen de islamitische orthodoxie worden praxis en zelfs spiritualiteit niet gezien als eigenschappen van een orthodoxe moslim. Je kunt dag en nacht bidden en praktiseren, als je verder liberaal bent, geldt je als seculier. Ook seculiere moslims zelf leggen nauwelijks nadruk op de praxis. Hun prioriteit om hun seculiere boodschap over te brengen, speelt zich af in dat ideologische domein.

Van daaruit willen ze ook iets doen aan de macht van de moskee. Men valt de moskee niet aan zoals in de kerkgeschiedenis de kerk werd aangevallen, maar men probeert de gedachten te veranderen. Je gaat anders kijken naar geestelijken op het moment dat je rationaliseert – op het moment dat je andere opvattingen krijgt over bijvoorbeeld democratie, de grondwet, de samenleving, burgerschap, gelijkheid tussen man en vrouw. Of over wat nu eigenlijk een geloofsgemeenschap is. Dan onderwerp je je niet meer aan dogma’s, maar ga je tegenwicht bieden. Dan ga je van de moskee eisen de democratie te respecteren in plaats van theocratie – ik noem maar wat. Je gaat dus niet wég van de moskee, maar je gaat er juist mee in discussie. Je blijft er juist, je gaat er naartoe. Voor de moslimcontext kan juist de seculiere blik de gemeenschap helpen om tot een meer evenwichtige visie te komen.”

Bovenstaand interview werd eerder geplaatst in het blad Woord&Dienst (april 2015).

Over Mohamed Ajouaou

Dr. Mohamed Ajouaou is universitair hoofddocent Islam aan de Vrije Universiteit en hoofd Islamitische Geestelijke Verzorging bij de Dienst Justitiële Inrichtingen. Eerder was hij adviseur van overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties op het gebied van islam en integratie. In zijn boek Wie is moslim? gaat hij in op de religiositeit van westerse moslims, geloof en praktijk, en op vooronderstellingen die het gesprek over moslims in Nederland vertroebelen. Klik hier voor een recensie van dit boek.

Margot-Berends

Margot C. Berends

freelance journalist en fotograaf

Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.