Wat vinden mensen bij Commundo?
“Veel mensen zijn op zoek naar een stukje zingeving in hun leven, zowel privé als in hun werk. Dat wordt versterkt door de trend om ook andere dingen dan geld belangrijk te vinden in het leven. Deze branche is feitelijk een kruising tussen reizen en ontwikkelingssamenwerking. Je merkt dat het aantal kleine organisaties – de ‘doe-het-zelvers’ – op dit gebied groeit. De grote organisaties hebben in het verleden vaak steken laten vallen. Daardoor sponsoren mensen liever kleine projecten, waarin op een directe manier hulp wordt geboden. Daarnaast is er een groeiende groep die nog dichter bij een project betrokken wil zijn. Deze mensen gaan nog een stapje verder door intensief samen te werken en te leven met mensen in ontwikkelingslanden. Dit geeft het gevoel opgenomen te worden in de gemeenschap. Zo ben ik zelf net terug van twee weken Guatemala. Het treft mij iedere keer weer hoe de mensen je opnemen en je laten voelen alsof je een van de familie bent. Ze willen alles met je delen zonder dat ze bedelen of zielig lopen te doen. Als mensen onder elkaar. Je logeert bij de mensen thuis waardoor je heel dicht in het dagelijkse gezinsleven komt. Maar zonder dat het ‘aapjes kijken’ wordt.”
Kun je wel een zinvolle bijdragen leveren als je zelf geen bouwvakker of ingenieur bent?
“In het begin is het inderdaad flink wennen. Je voelt je onhandig en denkt dan: ‘Ik loop alleen maar in de weg’. Maar het programma is zodanig opgezet dat jij als vrijwilliger de lokale hulporganisaties assisteert. Het kan voor hoogopgeleide mensen (lacht) wel even slikken zijn dat ze ineens kopjes staan te wassen in plaats van bijvoorbeeld Engelse les te geven. En zo groei je in de tijd die je daar bent naar elkaar toe. En langzamerhand ontdek je waar je iets van jezelf kwijt kunt. Je kunt behoorlijk wat in bijvoorbeeld de bouw doen na twee dagen meelopen met de lokale bouwvakkers Het is extra werk voor de lokale partnerorganisaties om een speciaal programma te maken en je in te werken. Maar ze krijgen er ook veel voor terug, zoals ambassadeurs, extra handen en fondsen. Het samen werken geeft de lokale bevolking het gevoel dat ze er niet alleen voor staat. Ik noem het een stukje solidariteit en energie. Zo merk je dat met de komst van de westerse vrijwilligers ineens ook andere familieleden en dorpelingen zich voor het project in willen zetten.”
Is er geen structureler beleid nodig om vooruitgang te bereiken?
“Ja. Maar weinig regeringen zijn daartoe in staat. De meesten zijn zo corrupt als maar kan. Zo’n 80% van het geld verdwijnt in de zakken van diegenen waar het niet thuishoort. En de overige 20% wordt niet zelden op een zodanige manier ingezet dat de bevolking er meer last dan lust van heeft. Zo kan het gebeuren dat je daar een schooltje opzet en dat de regering met de één of andere wet komt waardoor de boel alsnog niet kan draaien. Ik word er soms een beetje triest van. Wat we doen is niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat. Dat geldt voor al het ontwikkelingswerk: daar kunnen we als Commundo niets aan doen. We richten ons op de projecten die als het aan de overheid lag, buiten de boot zouden vallen. Zo is het bouwen van een school de taak van de regering. Wat wij dan bijvoorbeeld doen is een school bouwen voor werkende kinderen, die anders geen onderwijs zouden krijgen.”
Hoe bereidt u de vrijwilligers voor?
“Wij gaan tevoren op de cultuurverschillen van een land in. Religie zie ik als een onderdeel van een cultuur. De mensen in het gastland hebben andere gewoontes en andere normen en waarden. Het kan hem zitten in hele kleine dingen: hoe je je kleedt, omgaat met fotograferen of grotere dingen zoals de positie van de vrouw. We zetten daar vaak rollenspellen voor in. Daarnaast worden de groepen altijd begeleid door een Nederlander die al lang in het gebied woont. Zo’n bruggenbouwer kan dan ter plekke uitleggen waarom de dingen gaan zoals ze gaan.”
Moet het ‘ontvangende’ land ook iets van de Nederlandse cultuur meekrijgen?
“Dat is precies onze missie! Een uitwisseling van culturen waardoor er wederzijds een beter begrip ontstaat. Het is een kans om elkaar beter te leren kennen. Dat is – een klein beetje – het begin van een betere wereld. Het vrijwilligerswerk is hét middel om elkaar beter te leren kennen. De eerste twee, drie dagen is het elkaar even aftasten maar daarna merk je wel dat er behoorlijk wat interactie ontstaat. De gesprekken gaan met name over dagelijkse dingen: familie, gezinssituatie, scholing, werk, enzovoort. Over politiek wordt nauwelijks gepraat. Dat interesseert mensen in ontwikkelingslanden weinig. Je ziet dat mensen dan met een totaal andere blik terug naar Nederland komen. Ze hebben gezien dat het er in zo’n land heel anders aan toegaat dan de Nederlandse media hen doen geloven. Ze hebben vaak een veel positiever beeld van zo’n land. Maar voor echt wederzijds begrip moet je wel langer blijven hoor! En dan nog: je hebt reisleiders die jaren in zo’n land wonen maar nog altijd ‘de buitenlander’ zijn. Dus in die zin (lacht) word je daar behoorlijk gediscrimineerd met je witte velletje!”
Tja, heb er zelf ook wel eens over na zitten denken om zoiets te doen. Maar… Zie er toch ook wel weer tegenop.
Hi Joanne, Kan me voorstellen dat je er best tegnop ziet. Wat belangrijk is is mi dat je met een betrouwbare organisatie met ervaring in zee gaat en dat je je goed voorbereid. Bij Commundo is al heel veel georganiseerd en je gaat met een groepje, met begeleiding op stap zodat het wat laagdrempeliger is en je je puur op het vrijwilligerswerk kan concentreren.
Hoi Yolande, mag ik vragen welke criteria jullie stellen voor (toekomstige) vrijwilligers?
groetjes!