“Ik ben geboren en getogen in Amsterdam, en heb mij de afgelopen jaren verdiept in de geschiedenis van mijn moeders moederland, Suriname. Ondanks dat ik daar nooit gewoond heb, ben ik wel steeds meer emotioneel verbonden geraakt met dat land waar mijn voorouders naartoe gebracht zijn vanuit Afrika. En de impact die dat heeft gehad op het persoonlijk leven van mijn overgrootouders, mijn grootouders en mijn ouders. Maar nu ook op mij, want ik ben er steeds meer van overtuigd geraakt dat een groot deel van mijn persoonlijkheid ontwikkeld is door die slavernijgeschiedenis, die nog steeds resoneert.

Mercedes-Zandwijken

Hoor ik in de Albert Heijn een Surinaamse moeder schreeuwen tegen haar kind, dan weet ik bijna zeker dat dit voortkomt uit het slavernijverleden. Als ik me de geluiden voorstel uit de slavernij, dan bestaan deze uit heel veel schreeuwen, heel veel huilen, op een bijna hysterische wijze. Zou ik een film maken over de slavernij, dan zou dat het geluid erbij zijn.

De kinderen van de tot slaaf gemaakten werden met zekere regelmaat verkocht. Wanneer een moeder van het veld kwam na een hele dag werken, was het eerste wat ze deed om haar kinderen schreeuwen, die aan het spelen waren, of… verkocht waren. Dus als het kind niet onmiddellijk tevoorschijn kwam, raakte die moeder helemaal in paniek. En als het kind dan eindelijk bij haar was, schudde ze het door elkaar: waarom kom je niet meteen? Doodsangst! Om die angst te kunnen omzetten of transformeren heb je verschillende vormen van bewustzijn nodig. En aandacht.

Verwerking

De Joodse gemeenschap kreeg na de oorlog na verloop van tijd allerlei vormen van steun aangeboden om het leed te verwerken, waaronder psychoanalyse, psychotherapie en traumabehandeling. Je ziet de tweede en derde generatie soms nog steeds aan de deur van de therapeut kloppen met allerlei klachten. Onze trauma’s zijn nooit geadresseerd, nooit gekend en erkend; ze woekeren maar voort. Er heeft niet of nauwelijks onderzoek over de gevolgen plaatsgevonden, waardoor er ook geen genezingsprogramma’s zijn ontwikkeld. Ook voor veel zwarte mensen is het heel lang een taboe geweest om over de pijnlijke geschiedenis te praten. Nu komt daar langzaam verandering in.

De Nederlandse overheid moet nu haar verantwoordelijkheid nemen als het gaat om het leed dat zij destijds heeft berokkend en waarvan de erfenis nog tastbaar aanwezig is. De manier van omgaan met deze geschiedenis laat heel veel te wensen over, en dan druk ik me eufemistisch uit. Het is voor mij bijvoorbeeld heel vanzelfsprekend dat er excuses gemaakt worden. Dat vind ik niet meer dan humaan en respectvol. Daar zitten velen al 157 jaar op te wachten. En voor velen staat dat een innerlijke transformatie in de weg.

Herdenkingscultuur

Ik wil dat witte mensen zich bewust gaan worden van hun eigen koloniale geschiedenis en de gevolgen daarvan in hun eigen persoonlijk leven. Ik streef ernaar dat zoveel mogelijk Nederlanders het vanzelfsprekend gaan vinden om rond 1 juli bij elkaar te komen om stil te staan bij de herdenking en viering van de afschaffing van de Nederlandse slavernij. Dat is mijn ambitie. Het zou ertoe bijdragen als er meer slavernijmonumenten komen.

Voor de Tweede Wereldoorlog zijn er 3000 monumenten in Nederland. In de Plantagebuurt in het Joods Kwartier in Amsterdam hangen overal plakkaten met teksten over de geschiedenis van deze buurt. Mijn dochter woont in de Henri Polaklaan, vlakbij de crèche waar ze de Joodse kinderen vandaan haalden en naar Auschwitz deporteerden. Vandaag de dag komt de ene schoolklas na de andere langs met de meester of de juf in het kader van het onderwijs over de Tweede Wereldoorlog.

De Amsterdamse grachtengordel zit vol met verwijzingen naar de ‘Gouden Eeuw’ van de slavenroof. Met als tastbare herinneringen de vele panden die gebouwd zijn met het geld van de koffie, de suiker en alle andere grondstoffen uit de koloniën. Een vriendin van mij doet nu een speciale rondvaart, de Black Heritage tour, waarin ze pand voor pand stilstaat bij de wijze waarop de eigenaren van destijds hun geld verdienden.

De Keti Koti-dialoogtafel is geïnspireerd op de Joodse sedertafel, waarmee de Joden de uittocht uit Egypte herdenken met bittere kruiden, prachtige liederen en symbolische gerechten. Zo zit de Keti Koti-tafel ook in elkaar. Anders dan de sedertafel, die gericht is op familie en vrienden, is de Keti Koti-tafel specifiek gericht op zwarte en witte mensen die elkaar nog niet kennen. We smeren elkaars polsen in met kokosolie om de pijn die we in het heden en het verleden voelen weg te wrijven. We kauwen op bitter hout waarin kinine zit, wat symbool staat voor de bittere smaak van het slavernijverleden.

Bij dit ritueel zingt een koor treurliederen uit de periode van de slavernij. Tijdens het eten van een gereconstrueerde slavernij-maaltijd gaan we vervolgens met elkaar in gesprek over de hedendaagse erfenis van het slavernijverleden, om de stilte daarover te verbreken. Dat is een nieuwe traditie waar we elk jaar met steeds meer samenwerkingspartners bij stilstaan.

Emoties

De reacties van de deelnemers achteraf zijn vaak heel emotioneel. Zwarte mensen zeggen: ‘Dit is de eerste keer dat ik met wit over dit onderwerp gesproken heb.’ Het is voor velen vaak een nieuwe ervaring om iets pijnlijks te delen met iemand met een andere huidskleur. Ook de ervaring dat er op een respectvolle manier naar je geluisterd wordt en gereflecteerd wordt op wat je deelt, is nieuw.

Het is al een paar keer gebeurd dat deelnemers na afloop op mij afstapten en zeiden: ‘Ik heb iets gedeeld dat ik nog nooit met een ander gedeeld heb.’ Vooral de kennismakingsvraag ‘wat maakt je bijzonder, anders en kwetsbaar?’ roept veel emotie op. Kortom, de Keti Koti-tafel maakt een dieper en meer open contact mogelijk tussen zwart en wit. Daardoor ontstaat er meer compassie en empathie over de erfenis van het slavernijverleden.

Wilt u een Keti Koti-dialoogtafel in uw gemeente organiseren, schroom dan niet om contact op te nemen. Gezamenlijk wordt in uw gemeente een Keti Koti-tafelcollectief opgericht, bestaande uit witte en zwarte Nederlanders. Aan de deelnemers wordt via een Keti Koti-tafelworkshop kennis en ervaringen overgedragen, wat resulteert in de organisatie van een Keti Koti-tafel in uw eigen gemeente. Meer informatie: www.ketikotitafel.nl

Dit interview verscheen oorspronkelijk op 16 augustus 2020 en is opnieuw gepubliceerd in het kader van de Nieuw Wij Winterherhalingen.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
Gé Speelman

Gé Speelman

Docent Protestantse Theologische Universiteit

Gé Speelman is docent aan de Protestantse Theologische Universiteit (Pthu). Zij richt zich onder andere op de dialoog tussen christenen en …
Profiel-pagina
Welmoet_Boender

Welmoet Boender

Islamoloog

Welmoet Boender is universitair docent Islam aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.