Wanneer we kijken waar het meeste seksuele misbruik plaats vindt, dan is dat achter de voordeur van heel gewone huizen. Zo blijkt 70 procent van de slachtoffers de dader persoonlijk te kennen of komt deze uit haar of zijn of uit de huiselijke kring.  Dit blijkt onder meer uit dit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De gevolgen van dit seksuele geweld kunnen zeer ingrijpend zijn. Misbruikte mensen krijgen moeite om anderen te vertrouwen en om een ander fysiek toe te laten. Denk hierbij aan een hand geven, een knuffel ontvangen, of iemand emotioneel en fysiek echt dichtbij laten komen. Daarbij spelen ook schaamte en wellicht een schuldvraag een rol. De vraag komt op:  heb ik dit op de één of ander manier uitgelokt of over mezelf afgeroepen?

Relatie seksueel geweld en christendom

Religieuze gewoonten of zingeving kunnen gaan wankelen of niet meer kloppen na misbruik. Wanneer iemand bijvoorbeeld door haar vader seksueel misbruikt is, kan het steeds weer pijnlijk zijn om zondags in de kerk te moeten bidden tot ‘God’, die ook als ‘Vader’ wordt genoemd. En die toch voor je heet te ‘zorgen’.

Aandacht voor de gevolgen van seksueel geweld en godsdiensttrauma’s is een ‘paarse draad’ in het werkzame leven van Fieke Klaver. Eind deze maand neemt zij afscheid van Stichting VPSG, na tien jaar ondersteunend geweest te zijn als bestuursvoorzitter.

Stichting VPSG is gevestigd in Haarlem en geeft sinds 1985 advies en ondersteuning bij seksueel geweld, godsdienst en zingeving. Dit doen zij onder andere door individuele gesprekken aan te bieden aan mensen met ervaring van seksueel misbruik, of dit nou recent heeft plaatsgevonden of in een ver verleden. Daarnaast is voorlichting binnen kerken een belangrijk doel, evenals het geven van trainingen over seksueel geweld aan professionals.

Als theologiestudente is Klaver begin jaren tachtig betrokken geraakt bij een onderzoeksgroep rondom Godsdienst en Incest, met vrouwen uit verschillende kerken. Zij zegt hierover: “Seksueel misbruik in de kerk was ineens een nieuw thema. We wilden in kaart brengen wat er gebeurde en verkennen wat we voor mensen met misbruikervaring  zouden kunnen betekenen. En natuurlijk deze praktijken uitbannen.”

“We deden dat met inbreng van professionele expertises in psychologie en theologie en eigen ervaring, in openhartige en zoekende gesprekken. Met als doel gelovige vrouwen goed te kunnen begrijpen wanneer zij gingen praten over wat hen was overkomen. Daarbij keken we ook naar de invloed die het misbruik had op hun vertrouwen in God en hoe zij konden functioneren binnen een geloofsgemeenschap. Het kerkelijk landschap was begin jaren tachtig veel georganiseerder dan nu. Er was veel groepswerk van vrouwen en dat bood kansen. De pas opgerichte Oecumenische Vrouwensynode bood een goed platform.”

“Ik ben tevreden dat seksueel misbruik vaak beter bespreekbaar is geworden,” vervolgt Klaver. “Tegenwoordig komt in allerlei kerken deze thematiek op de agenda. Er is regelgeving om misbruik te voorkomen en om beschadigde mensen recht te doen. Heel goed! Daarnaast vind ik het voor kérken belangrijk om nadrukkelijk naar de geloofscommunicatie te kijken. Naar de taal, naar de beelden. Wat werkt machtsmisbruik in de hand? Wat geeft moed en wat haalt je onderuit als je beschadigd bent door seksueel misbruik?”

Ze geeft hierover een voorbeeld. Klaver: “Neem de nadruk op de benaming ‘Vader’ en ‘Heer’. Het wordt zo makkelijk en vaak gebeden. Door dit soort benamingen doen wij God tekort. Dat kan in de weg gaan staan bij jouw eigen relatie met God. Er zijn veel meer kanten aan God. Ik pleit voor een tuin vol verschillende benamingen van God die afwisselend ingezet worden. Mijn oproep aan voorgangers in kerken is dan ook dat ze zich bewuster worden van de impact van de manier waarop zij praten over God. Tot welzijn van de mensen, maar zeker ook tot eer van God. Dit om te zorgen dat niet één dominant beeld van God ontstaat. Voor mij is God zo veelzijdig en toch uiteindelijk onnoembaar.”

Als ik haar vraag naar een verhaal uit de Bijbel dat haar hierin wél aanspreekt, dan raakt haar het verhaal van de tot slaaf gemaakte Hagar, die tot twee maal moet vluchten vanwege haar meesteres, en die dan in de woestijn God ervaart als ‘een God die ziet, en hoort’ en zich zo haar lot aantrekt.

Toekomst zonder seksueel geweld?

Stichting VPSG neemt 31 mei afscheid van Klaver, nadat zij tien jaar lang bestuursvoorzitter is geweest. Dat gebeurt op een symposium met als titel Werken aan weerbaarheid – naar een toekomst zonder seksueel geweld. Wat denkt de vertrekkende voorzitter zelf? Is zo’n toekomst mogelijk?

Ze lacht een beetje wanneer ze naar een antwoord zoekt. “Het is een ver visioen, dat richting wil geven… Voor mij – nu – is werken aan weerbaarheid essentieel, en veerkracht oefenen. Dat je als kind, of zo nodig later, een eigen kompas ontwikkelt rond je integriteit, dat je vertrouwen oefent én nee leert zeggen.”

“Soms zakt me de moed, bij weer nieuwe onthullingen, mij in de schoenen,” zegt ze. “Dan blijft de slogan van Stichting VPSG belangrijk: ‘praat erover’. Wanneer iemand toe kan geven aan zichzelf dat zij of hij is misbruikt en het naar buiten durft te brengen geeft dat ruimte. Ruimte om te dealen met schaamte over wat je is overkomen. Ruimte om te dealen met loyaliteit bijvoorbeeld ten opzichte van ouders als het misbruik binnen het gezin heeft plaatsgevonden. Ruimte om te kijken naar twijfels over een eigen aandeel, een eigen schuld hierin. Dat alles vraagt om een veilige luisteraar, die niet meteen in oordelen schiet of zichzelf beschuldigd voelt. En het hoeft niet per se met woorden, er zijn andere helpende manieren om je te uiten.”

Wat kinderen en mensen daarin nodig hebben? Volgens Klaver een actieve toegang tot hun innerlijk kompas. “Een kompas dat wordt gevormd en gevoed door ervaringen van vertrouwen, hoe klein ook soms. De luisteraar kan helpen zoeken in het levensverhaal naar beelden en situaties die toen hielpen en die ook nu opnieuw tot steun kunnen zijn. Dat is veerkracht oefenen.”

Ten slotte wenst ze mensen die beschadigd zijn toe: “.. dat je de moed vindt te kijken naar wat er met je gebeurde en dat je het ook gewoner gaat vinden om erover te praten. En ik wens je veerkracht en het steeds weer ontvangen van levenskracht. Neem bijvoorbeeld de zaadjes die ik eerder heb gezaaid in mijn tuin. Daar komt nu ook weer een nieuw groen puntje uit. Dat blijft gebeuren ondanks winter en kou. Dat ontroert en geeft moed!”

Inger-van-Nes

Inger van Nes

Psycholoog en theoloog

Inger van Nes is psycholoog en theoloog en werkzaam als counselor en communicatiemedewerker bij Stichting VPSG, voor advies en …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.