Het werk van Hasan Yar (46) lijkt soms op dweilen met de kraan open. In zijn werk als directeur van Ihsan (Islamitisch Instituut voor maatschappelijk activeringswerk) probeert Yar de maatschappelijke inzet van moslims voor zorgbehoevenden bijvoorbeeld te vergroten. Dergelijke stichtingen bestonden al voor humanisten en christenen, nog niet voor moslims. En dat was vanwege het verschil in taal, religie en cultuur wel nodig, vond Yar.

Sinds het bestaan in 2001 voerde Ihsan vooral projecten uit met gevoelige thema’s. Zo is volgens Yar met bescheiden succes gepoogd huiselijk geweld bespreekbaar te maken, het gebrek aan cohesie en veiligheid in het Amsterdamse stadsdeel Bos en Lommer aan te pakken, het vrijwilligerswerk onder moslimjongeren te bevorderen en de participatie van moslimvrouwen in bestuursfuncties te verhogen.
Het tij zit Yar niet mee. De prille maatschappelijke betrokkenheid onder moslims in Nederland dreigt verstikt te raken door hard roepende fundamentalisten, politici en media. Dat baart Yar zorgen, want de islam kan Nederland zoveel verder helpen, zoals in de zorg voor elkaar. Yar is verder opleidingsdocent theologie aan Hogeschool Inholland en bereidt een promotieonderzoek voor over maatschappelijke betrokkenheid van moslimjongeren in Nederland en de rol van moskeeën daarin.

U wilt moslims activeren tot sociaal en maatschappelijk denken, wat bedoelt u daarmee?

,,Daarmee bedoel ik maatschappelijk bewustzijn bijbrengen, het besef dat je niet op een eiland zit, maar dat je verankerd bent in de samenleving en dat je je daarvoor moet inzetten.
Ihsan – de naam van onze stichting – betekent ‘goed handelen’. Het is de hoogste vorm van geloven en handelen. Het is geven zonder een tegenprestatie te verwachten. Alle profeten hebben die deugd. We willen deze belangrijke deugd in de islamitische traditie opnieuw leren lezen in deze maatschappelijke context.
Veel moslims benadrukken het sociaal denken niet meer. In plaats daarvan zijn rituelen zichtbaarder geworden, zoals kleding, voedsel, gebed en vasten. De dieperliggende betekenissen van rituelen zijn naar de achtergrond geraakt.’’

Waardoor is zo’n belangrijke deugd als Ihsan naar de achtergrond geraakt?

,,Door de migratiegolven werken oude vormen van solidariteit en barmhartigheid niet meer. Neem zoiets als de zakat (een van de vijf zuilen van de islam). Dat wordt in de volksmond vertaald als een aalmoes geven, armenbelasting. In wezen betekent zakat dat je een deel van je bezit af moet staan aan kwetsbaren. De armen is slechts een van de zeven groepen kwetsbaren. Omdat veel moslims uit economisch onderontwikkelde landen komen, werden de armen in de geschiedenis als doelgroep voor zakat dominant.
Moslimimmigranten treffen in Nederland geen absolute armoede aan. We leven hier in een verzorgingsstaat, iedereen is gegarandeerd van zorg en inkomsten van de wieg tot het graf. Geld sturen ze daarom hooguit naar familie in de landen van herkomst.
Daarnaast waren moslims eerst vooral bezig om zelf te overleven. Van een kale kip kun je niet plukken. Daardoor werd zakat niet langer uitgevoerd. Je ziet nu wel dat ze de verplichte 2,5 procent voor kwetsbaren gaan afdragen, zodra hun positie verbetert.’’

In een interview met Trouw in 2003 vertelde u dat ook taboes een grote rol spelen bij zorgverlening door islamitische vrijwilligers. Omdat er rond psychiatrische patiënten, verslaafden, daklozen, prostituees, ex-gevangenen en homo’s taboes bestaan, moesten zij op minder steun rekenen dan bijvoorbeeld lichamelijk gehandicapten en ouderen, zei u. Illegalen bijvoorbeeld klopten vergeefs aan bij moskeeën. Hoe wordt een kwetsbare groep een taboe binnen de islam?

,,Dat heeft ermee te maken of je iets aan je situatie had kunnen doen. Het gros van de moslims in Nederland gelooft dat God alles bepaalt en dat de mens daarbinnen een zeer kleine wil heeft. Voor alles wat je buiten die eigen wil doet – en wat dus voortkomt uit natuur, samenleving en geaardheid – ben je niet verantwoordelijk. Dan moet de gemeenschap voor je opkomen. Handel je uit eigen wil, dan ben je verantwoordelijk. Rond die handelingen is het taboe groter.’’

U deed destijds een ’moreel appèl op de islamitische basiswaarden om sociaal handelen te bevorderen’ onder moslims. Is er sindsdien wat verbeterd?

,,Mijn indruk is dat sommige kwetsbaren makkelijker worden geaccepteerd dan tien jaar geleden. Toen hoefde ik in moskeeën echt niet aan te komen met projecten over bijvoorbeeld verslaafden en loverboys. Nu is het besef doorgedrongen dat dit ook onder hun leden voorkomt. In de wetenschap wordt in toenemende mate ontdekt dat veel gedrag biologisch of cultureel wordt bepaald. Moslims moderniseren ook en nemen dat rationele denken over. Een project over homoseksualiteit is nog steeds onmogelijk om van de grond te krijgen.’’

Hoe maak je moslims zorgzamer?

,,Wat zakat betreft moet je laten zien dat het verplicht is en een toegevoegde waarde heeft voor je leven. Ik zoek de kracht vooral in het zelfhulpmechanisme van mensen. Wat enorm goed werkt, is groepen uitnodigen een bijdrage te leveren aan de aanpak van problemen. Iemand aanspreken op problemen kan stigmatiserend werken. Een Turks spreekwoord zegt: Als je veertig dagen tegen iemand zegt dat hij gek is, wordt hij de 41e dag gek.
Door die aanpak zijn in Bos en Lommer na drie jaar zes projecten gerold, waaronder een voedselbank. Ook hebben we zo huiselijk geweld bespreekbaarder gemaakt binnen gezinnen. We gingen bij vrouwenverenigingen gewoon uitleggen wat geweld betekent en wat je zelf kunt doen. Dat werkte, terwijl zij eerst het bestaan van huiselijk geweld ontkenden.’’

Wat is het grootste gevecht dat u nu voert?

,,Ons grootste gevecht is dat we vinden dat de islam een grote bijdrage kan leveren aan deze maatschappij, maar dat we nu niets kunnen bieden. We komen niet aan het woord. De islam kan helpen in het omgaan met elkaar, de aarde, je tijd en geld. Maar we horen alleen wie het hardste roept, de fundamentalisten: moslim- en seculiere fundamentalisten.
Alles wat met islam en moslims te maken heeft, wordt ter discussie gesteld. Uit onderzoek blijkt dat de helft van de Nederlanders bang is voor de invloed van de islam (Motivaction, 2006). Dat beeld belemmert ons. Een moskee oprichten stuit altijd op veel verzet van omwonenden, geen wijk wil een moskee.
Ik merk dat de verharding naar moslims toeneemt. Wat sommige politici zoals Wilders en media roepen is niet uitnodigend, meer marginaliserend, uitstotend en zeer confronterend. De investeringen die afgelopen dertig jaar zijn gedaan in integratie worden daardoor bijna teniet gedaan.
Het is echt jammer dat we daardoor delen van een beschaving niet kunnen inzetten in de ontwikkeling van Nederland. Daarvoor heb je engagement nodig met de samenleving, moslims die zeggen: dit is ons land, hier gaan we voor.’’

Wat is het gevolg van die verharding?

,,We merken dat vooral jongeren die hier geboren en getogen zijn, zich aangetast voelen in hun ‘wij-gevoel’, dat is het gevoel van verbondenheid met de eigen cultuur én de Nederlandse samenleving. Dat komt doordat er harder naar hen wordt geroepen in termen van ‘zij’. Voor opgroeiende kinderen die hun identiteit nog vormen en zoeken, is dat een harde klap. Zo creëer je een subsamenleving. Ik vind het zorgwekkend dat juist hoogopgeleide jongeren die hier perspectief hebben, willen vertrekken naar een land met minder perspectief.
Aan de radicaliseringstrend onder jongeren zie je dat ze zich vervreemden van de samenleving, zich er niet mee kunnen identificeren.
Andere jongeren passen zich zo sterk aan dat ze vervreemden van hun roots. Ook dat eist zijn tol. Ze verkorten hun namen (Mohammed wordt Mo), anders worden ze niet uitgenodigd op sollicitatiegesprekken. De vraag is: hoe voorkom je dat je vervreemdt van roots en samenleving, hoe creëer je dat ‘wij-gevoel’, een hogere identiteit waarin iedereen zich kan spiegelen?’’

En het antwoord?

,,Een van de manieren waarop je je met een land identificeert is via zijn normen en waarden. Ik denk dat de van oorsprong Nederlandse, christelijke deugden zoals zorg dragen voor elkaar en zuinigheid een brug kunnen slaan naar de islam.’’

Hoe?

,,Om als jongere een identiteit te kunnen ontwikkelen die zich verbindt met roots én samenleving, heb je buiten het gezin een overzichtelijke publieke ruimte nodig – als brug naar de grote boze samenleving toe – waarin je vragen kunt stellen, leert samen te werken, leert te zorgen en op te komen voor de ander. Dat kan in een moskee of kerk.
Bij Ihsan richten we ons vooral op moskeeën en aanverwante organisaties en netwerken, omdat we geloven dat juist zij – net als het hele maatschappelijk middenveld – fungeren als brug tussen individu en samenleving. Mede daarom trainen we vooral hun bestuursleden en medewerkers.
De overheid heeft haar best gedaan in de integratie, maar spreekt de religieuze taal niet. Een seculiere overheid kan niet oprecht met gelovigen over ethiek en deugden hebben, want zij baseert zich op een ander principe:‘als het maar werkt’.
Kerken en godsdiensten kunnen die rol dus wel spelen, omdat ze universeel zijn, maar zij hebben die rol niet kunnen of willen spelen of niet beseft.
In moskeeën is er nog te veel ongelijke communicatie. Mijn kinderen zijn in Amsterdam geboren en snappen er niets van als onze imam aan de hand van schapen, vee en kamelen het zakatgebed uitlegt. Zij kennen die dieren alleen van de dierentuin.
Aansluiting kun je ook vinden door bondgenootschappen te sluiten met subgroepen zoals vegetariërs (ook zij hebben respect voor dieren en natuur), christenen (ook zij geloven in God) en socialisten (ook zij komen op voor de kwetsbaren) en met liberalen (ook zijn benadrukken vrijheden). Ook bekeerde, autochtone moslims kunnen helpen om de Nederlandse waarden te vertalen naar de islam.’’

Frustreert dit gevecht u?

,,Mij persoonlijk niet, ik heb een olifantenhuid en ga gewoon door. Maar ik kan de frustratie wel begrijpen.’’

Waardoor houdt u dit werk vol?

,,Toen ik jong was – ik woonde tot mijn achttiende in Turkije – werd ik geïnspireerd door de Turkse dichter Ismet Özel. Hij zei: ‘Degene die alleen van een samenleving neemt en niet teruggeeft, is een last en een uitbuiter.’ Toen dacht ik: ik moet iets doen, iets teruggeven, ik kan me niet terugtrekken. Wat ik te bieden heb, is dat ik zowel de Turkse als de Nederlandse cultuur ken, dat ik zowel de agrarische, industriële en postmoderne cultuur begrijp, dat ik die ter discussie kan stellen en nieuwe concepten kan bedenken. Dat soort gedachten helpt mij om door te gaan.’’

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.

Pauline Weseman

journalist, docent, religiewetenschapper

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.