Wat wordt bedoeld met intersectionaliteit en cultureel archief?
“Intersectionaliteit is een methodiek en een theorie over hoe je naar de werkelijkheid kijkt. Ik noem het ook wel kruispuntdenken of een caleidoscopische visie. Ik kijk in een casus bijvoorbeeld naar gender en ras, maar ook naar seksualiteit en klasse als het relevant is. Zo bouw ik een veelzijdig, caleidoscopisch, beeld op van wat er aan de hand is. Het gaat erom dat de werkelijkheid complex is en dat je dus ook de instrumenten nodig hebt om die te kunnen begrijpen. Gender alléén is niet genoeg, noch ras of steeds slechts één van die maatschappelijke en symbolische assen van verschil; je hebt er méér nodig en ze spelen gelijktijdig.”
“Het culturele archief (een term van de Palestijns-Amerikaanse auteur Edward Said) verwijst naar de patronen die in onze kennis, houding en gevoel zitten. Hoe wij naar zaken kijken en er over praten is lang geleden in ons culturele archief opgeborgen. Nederlanders zijn eeuwenlang koloniale heersers geweest en keken dus op een bepaalde manier naar gekleurde volken. We waren ervan overtuigd dat ze, net als andere Europese volkeren, het recht hadden om het grondgebied uit te breiden en andere volkeren aan zich te onderwerpen. Die manier van denken is niet opeens verdwenen, slechts decennia nadat de koloniale overheersing moest worden opgegeven. De ene dag waren we nog de koloniale overheerser, de volgende waren we opeens ontwikkelingssamenwerker; zou zo’n aardverschuiving werkelijk binnengekomen zijn? In Dutch Racism, maar ook in mijn nieuwe boek, verklaar ik vanuit het intersectionele denken hoe die structuren nog steeds tot uiting komen in onze huidige cultuur.”
Kunt u daar een voorbeeld van geven?
“Vorig jaar hield ik een lezing over racisme op de Vrije Universiteit in het kader van I, Too, Am VU. Na afloop gaf een witte jongeman van een jaar of 21 zijn reactie. Hij kwam uit Volendam en hij vond alle verhalen maar overdreven. Zo’n vaart liep het niet met racisme in Nederland, hij had er nog nooit wat over gehoord. Deze en vergelijkbare voorvallen hebben me tot de conclusie gebracht dat er een ‘gegenderde’ reactie is op het racismedebat. Er is een typisch mannelijke reactie en een vrouwelijke. De Volendammer staat model voor de witte, mannelijke reactie die zegt ‘Kom nou toch, waar heb je het over? Wat weet jij ervan? Ik heb er nooit iets van gemerkt, dus bestaat het niet.’ De reactie van witte, vrouwelijke studenten is heel anders. Zij zijn bang dat ze wat verkeerd zeggen en dus zwijgen ze liever. Geen van die reacties is productief.”
In Dutch Racism beschrijft u hoe u door de politie aangehouden werd voor belediging van een ambtenaar in functie. Nogal heftig.
“Ja, zeker. Ik had een afspraak met de bouwers van mijn nieuwe appartement, maar was mijn tas vergeten. Daardoor had ik geen vervoersbewijs of geld voor een kaartje bij me. Die afspraak was te belangrijk om te laat te komen, dus ik waagde de gok. Toen er gecontroleerd werd raakte ik wat geïrriteerd omdat ik alsnog te laat dreigde te komen. De reactie van de politie was buiten alle proporties. Ze hielden me urenlang vast. Op het moment dat ik duidelijk maakte wat mijn beroep was werd ik vrijgelaten. Zo zie je hoe een zwarte vrouw meteen als kwaadwillende, luie werkeloze wordt gezien. Maar als blijkt dat je professor bent en dus bij een respectabele, voor de agenten onverwachte, klasse hoort, mag je opeens gaan. Wel met een boete, overigens. En ik ben niet de enige zwarte vrouw die dit is overkomen. Het lijkt heel erg op wat je in Amerika overkomt.”
Dus als we een film als Fruitvale Station zien, dan zegt dat net zoveel over Nederland als over de VS?
“Ja, wat dat betreft lijkt het Amerikaanse culturele archief heel erg op het Nederlandse en kunnen we daarvan leren. Van de andere kant vind ik het kwalijk dat de huidige generatie in de antiracisme-beweging, de tweede golf, zich heel erg oriënteren op Amerika en helden als Malcolm X. Wij hebben onze eigen geschiedenis hier; waarom krijgt iemand als Anton de Kom niet meer aandacht? Het veegt een beetje uit dat er in de eerste golf, in de jaren tachtig, ook veel mannen en vrouwen actief zijn geweest. Dat moeten we niet doen. Bovendien kan het negatief werken en het idee versterken dat wij hier in Nederland onschuldig zijn. Het is makkelijk voor witte mensen om dan te zeggen: ‘Wij zijn niet zoals de Amerikanen, dus we hebben er niets mee te maken.’ Dus verwijs liever naar de mensen uit onze eigen Nederlandse beweging. Hetzelfde geldt voor de feministen. We zitten nu in de derde feministische golf, en die laat zich erop voorstaan dat zij als eerste generatie serieus aan diversiteit doet. Maar dat deden wij in de tweede golf ook al. Het waren de feministen van kleur die intersectionaliteit op de agenda hebben geplaatst. Dus wis het werk dat de mensen van mijn generatie en daarvoor gedaan hebben niet uit. Dat werk is van onschatbare waarde.”
Onlangs zei Oscar-winnares Patricia Arquette, in een pleidooi voor gelijk loon voor vrouwen in de filmindustrie, dat het tijd werd voor de burgerrechtenbeweging en homobeweging om zich nu achter de vrouwen te scharen. Daar kwam veel kritiek op. Hoe kijkt u daar naar?
“Zij heeft het natuurlijk impliciet over witte vrouwen. Gelijke beloning voor hetzelfde werk. Maar hoeveel zwarte actrices en regisseuses zijn er nou? Die verdeling is al niet juist. Bovendien maakt ze een uitsluitende beweging, want als zij alle vrouwen bedoeld had, waarom zou ze dan zwarte en LHBT-bewegingen apart benoemen? Kennelijk vallen de vrouwen in die groepen niet onder de vrouwenbeweging. Weet je, als je tot de dominante etnische groep hoort hoef je nooit te zeggen dat je wit bent. Dat is evident. Als je tot een minderheid hoort op grond van ras, seksualiteit of gender, dan moet je altijd expliciteren wat je bent. Mannelijkheid, witheid en hogere klasse hoeven zich nooit te benoemen. Als Arquette het werkelijk over alle vrouwen had, hoe is het dan mogelijk dat ze die twee bewegingen apart kan zetten?”
Wat kunt u vertellen over uw nieuwe boek?
“Het boek zal waarschijnlijk nog voor de zomer verschijnen. In Dutch Racism noemde ik het nog Innocence Unltd, maar het heeft uiteindelijk de titel White Innocence. Paradoxes of colonialism and race gekregen. De kernvraag in het boek is: Hoe kan men in Nederland denken, nadat we 400 jaar een koloniale natie geweest zijn, dat dit geen sporen nagelaten heeft in de cultuur, de geschiedenis, de taal, de manier van hoe je naar jezelf en naar de ander kijkt? Dat kan niet zo zijn. Ik kijk met een intersectionele blik naar ons culturele archief in onze huidige tijd: wat zien we op televisie, in romans? Maar ook: hoe gaan we met ras om in Nederland? Daarbij richt ik me vooral op mijn ervaring in de academie en bij de overheid, want ik ben zeven jaar ambtenaar geweest.”
“Ik ga ook terug in de tijd. Ik behandel een casus uit 1917 waarbij vijf vrouwen naar een psychiater gingen omdat ze “Hottentot nymphae” zouden hebben en zich daar niet prettig bij voelden. Die term werd in die tijd gebruikt voor de vergrote labia minora [binnenste schaamlippen] die aan zwarte vrouwen werden toegeschreven. Wat ik belangrijk vind in deze casus is dat deze vrouwen geracialiseerde taal gebruikten om mededelingen te doen over hun gender en hun seksualiteit: ‘Wij hebben Hottentot nymphae’. Uit deze en andere voorbeelden blijkt duidelijk dat, hoewel er in die tijd weinig zwarte mensen waren in Nederland, er wel degelijk over ras gesproken werd en ook in de termen van meer- of minderwaardig. De opvatting dat ras nooit onderdeel was van ons discours is dus onjuist. Het is dus verbazingwekkend dat dit idee zo dominant en wijdverspreid is.”
Is er zoiets als intersectioneel kijken buiten de academie? Zijn er bijvoorbeeld boeken of films met een intersectioneel perspectief?
“Intersectionaliteit betekent steeds de andere vraag stellen. Welke rol spelen gender, ras, seksualiteit en klasse? Je kunt een verschijnsel dat normaal gesproken eendimensionaal wordt bekeken meerdimensionaal maken. Ik vind Babel een mooie film, daar wordt een caleidoscopisch beeld getoond. Of de documentaire God Loves Uganda, daarin komen religie, ras, seksualiteit en gender aan bod. Binnenkort geef ik een college over de serie The Wire. Dat is geen toonbeeld van intersectionaliteit, maar ik ga er op een intersectionele wijze naar kijken. Ik wil mijn studenten leren op een kritische manier te kijken hoe representatie plaatsvindt. Een kritische blik moet je ontwikkelen, die krijg je niet cadeau. Je moet daar je best voor doen en het is vaak onaangenaam. Je bevraagt immers de norm.”
Zijn er in de politiek mensen te vinden die goed omgaan met racisme?
“Op dit moment is het vlees noch vis. Hoe er op de Zwarte Piet-kwestie is gereageerd door politici vind ik beneden de maat. Rutte’s reactie was natuurlijk belachelijk. Maar Asscher heeft ook niet echt meegeholpen, die vond het ook maar onzin. Maar belangrijker nog, hij is ook minister voor werkgelegenheid. Zijn aanpak van de enorm hoge werkloosheidcijfers onder zwarte en migranten jongeren is onvoldoende. Het zijn maatregelen die gericht zijn op die jongeren: hoe je Nederlands bijgespijkerd moet worden, hoe je kunt netwerken, hoe je je presenteert. Alsof de oorzaak volledig bij hen ligt. Maar wat de samenleving en de bedrijven doen wordt aan het oog onttrokken. Dat is Asscher’s bijdrage aan het geheel. Ik vind dat treurig voor een minister van de PvdA. Het getuigt van zo weinig reflectie.”
Dag mevrouw Wekker,
In tegenstelling tot die Volendammer, weet ik dat er wel degelijk racisme voorkomt in NL. Ook zijn er ontzettend veel vooroordelen. Grappig is om te zien dat u zelf er ook niet helemaal vrij van bent. U zegt namelijk dat de politie denkt dat u, en ik citeer: “Zo zie je hoe een zwarte vrouw meteen als kwaadwillende, luie werkeloze wordt gezien.”
Nu ben ik zelf agent geweest, en ik zou u gezien hebben als iemand die niet voldeed aan de regeltjes, met wellicht een iets te kort lontje. Veel intelectuele mensen hebben namelijk nogal eens de neiging boven het “gewone volk” te staan. Beroemde mensen hebben er ook nogal eens last van. Ik wens u daarom heel veel wijsheid toe bij het bestrijden van de vooroordelen en discriminatie.
Voor zover na het lezen van haar boek en vier interviews in diverse bladen valt te oordelen, beschouwt mevrouw Wekker alle Nederlanders zonder emigrantenachtergrond en blank van huid – z.g. witte mensen – als onverbeterlijk racistisch. Verificatie van deze stelling is niet nodig omdat ze eenvoudig waar is. Objectief is een begrip dat door blanke mannen verzonnen is om hun gelijk te halen en waarheid bestaat hierin dat je het eigen gelijk expliciteert. En dat is dan zo’n beetje het wetenschappelijk universum van deze hooggeleerde. En eerlijk gezegd: verbinden – want daar gaat het hier op deze site toch om – valt hierin moeilijk in te ontdekken.