In de vroege lente van 2014 verschijnt uw boek Ik en de ander. Solidair zijn in een ik-tijdperk. Wat was voor u de reden om het boek te schrijven?
“Drie dingen. Al heel erg lang interesseer ik me voor de vraag naar het ‘ik’, niet het individu als een gesloten eenheid maar de ‘ik’ in de samenleving en een groter geheel. Tweede aanleiding is de ‘hervorming van de verzorgingsstaat’, wat een versobering is. Ik vraag me af of je participatie en meer solidariteit bij wet kan afdwingen. Niet dus. Tot slot bespreek ik in het boek welk mensbeeld een solidaire samenleving ondersteunt, welk mensbeeld minder of niet. Ik behandel naturalistische en religieuze mensenbeelden: over hoe ze ‘ik en de ander’, het ‘zelf’’ en de solidariteit zien.
Mijn ervaringen heb ik opgeschreven in de hoop te inspireren. Voor de politiek en samenleving is het belangrijk om kennis op te doen en te delen over de mensbeelden die naar voren komen in religieuze tradities. We kunnen lessen leren uit de manier waarop er binnen religies gedacht wordt over de waarde van solidariteit. Ik vind dat mensen uit verscheidene religies elkaar beter moeten leren begrijpen zonder af te doen aan respect voor elkaars overtuigingen.”
Vinden religieuze mensen solidariteit belangrijker dan mensen die niets ophebben met religie?
“Religie komt van het Latijnse religare en betekent ‘opnieuw verbinden’. Daar gaat een religieus leven in wezen over: nadenken over hoe je in relatie met elkaar en God kan staan om iets moois van het samenleven te maken. En nadenken over de gevolgen van het tegenovergestelde: waar komt het kwaad vandaan dat mensen elkaar aandoen? ‘Ik’ en solidariteit zijn de sleutelwoorden.”
Elke religie zou in essentie compassie (mededogen) voorstaan. Daar is solidariteit voor nodig. Maar hoe verschillend wordt er binnen religies over solidariteit gedacht?
“In mijn studies heb ik gevonden dat elke religie een bepaald beeld van ‘goed leven’ en ‘goed mens-zijn’ heeft. Die beelden overlappen soms, op andere punten zijn ze onverenigbaar. Jezus heeft een beeld van wat een goed mens en een goede samenleving is; solidariteit staat daarin centraal. Grote boeddhistische stromingen hebben een ander mensbeeld, dat sterk op de verbondenheid van mens en heel de kosmos wijst maar minder op solidariteit in de samenleving. Ieder moet zichzelf daarin tot een beter mens maken: worden wie hij wezenlijk is. De islam deelt veel waarden met de bijbelse religies, maar zou meer nadruk moeten leggen op het doorbreken van de clanverbanden. Zulke verschillen zijn een waardevolle inzet voor het gesprek tussen mensen van verschillende richtingen. Kijk eerst eens naar de verscheidene seculiere en religieuze mensbeelden. Probeer dan te zeggen wat ze delen en waar ze elkaar weerspreken. Dan wordt de dialoog concreet en spannend.”
Welk nut kunnen islamitische samenlevingen hebben bij het doorbreken van zo’n hechte groepssolidariteit?
“Bij cursussen in verre landen heb ik geleerd dat groepssolidariteit zeer belangrijk is: binnen clans, politieke partijen, kerken of moskeeën. Je helpt daarbij vooral je eigen groep en familie. Ik denk weleens dat dit de reden is waarom de Arabische lente maar geen ‘zomer’ wil worden: de groepsbelangen zijn te sterk. Onder dictaturen hebben mensen geleerd om zich binnen hun eigen netwerk te redden. Jarenlang hebben velen betaald gekregen om op ‘hun’ politieke partij te stemmen. Ze hebben niet geleerd dat welvaart alleen kan ontstaan als je met elkaar samenwerkt over de grenzen van stam-en groepsverbanden heen. Ieders gaven moeten op de juiste plaats worden gebruikt; mensen moeten samenwerken om tot welvaart te komen. De ‘ieder-voor-zich-en-de-mijnen-gedachte’ moet steeds weer doorbroken worden.”
U bent christen. Wat betekent solidariteit voor u?
“Voor mij betekent solidariteit dat het belang van de ander net zo zwaar telt als jouw eigen belang. “Aanvaard elkaar zoals Jezus jullie aanvaard heeft.” Erken je eigen tekortkomingen en leer de ander makkelijker aanvaarden. Ontdek welke gaven in jezelf aanwezig zijn, je goedheid en talenten, en help je naaste om diens talenten te ontwikkelen.”

Het westen heeft een liberaal mensbeeld, schrijft u in het boek. Hoe ziet u dat mensbeeld terug?
“Het liberale mensbeeld zegt ten onrechte dat alle mensen als ze goed nadenken eenzelfde rationele visie op de mens en de moraal hebben. Dit mensbeeld overheerst het publieke domein. Elk mens is in de eerste plaats een rationeel wezen met een vrije wil die, als hij wil, goede keuzes maakt. Mits de ratio heerst over onze gevoelens en aandriften. Daar is weinig religieus aan. Dit seculiere, ‘liberale’ mensbeeld wordt uitgedragen door liberale (politieke) partijen maar heeft ook ver daarbuiten invloed. Onze wetgeving wordt steeds meer op dit mensbeeld gebaseerd, en ook het onderwijs. Zulk onderwijs is er niet primair op gericht om jongeren te laten ontdekken wat hun talenten zijn, maar om ze te leren hoe ze zich met hun eigen verantwoordelijkheid in de wereld kunnen redden. Het liberale mensbeeld negeert dat religieuze tradities tegengestelde opvattingen hebben over het doel van de mens en over het goede dat de mens moet nastreven. Het liberale mensbeeld negeert de waarde van de gevoelskant van de mens.”
Zijn we egoïstisch?
“We zijn allemaal egocentrisch omdat we het leven vanuit onze eigen ogen bezien en beleven. We moeten ervoor zorgen dat het egocentrisme niet ontaardt in egoïsme. Ik beweer niet dat iedereen in het westen egoïstisch is. Maar wel dat wetgeving en bureaucratie die sterk van het individu uitgaan, egoïsme in de hand werken.”
Doen religieuze gemeenschappen volgens u genoeg om een alternatief op het liberaal mensbeeld te promoten?
“De Raad van Kerken, allerlei christelijke organisaties, maar ook islamitische organisaties en Humanitas steunen initiatieven die tot doel hebben om mensen elkaar op dieper niveau te leren kennen. Deze website doet dat ook. De publieke omroepen laten goede documentaires zien. In de nieuwsuitzendingen overheerst echter religieus geweld.”
Heeft u een oproep aan de politiek?
“Politici zouden zich er niet voor moeten schamen om hun religieuze waarden te laten doorklinken. Er is niets op tegen om te verwijzen naar goede samenlevingspraktijken die voortvloeien uit een religieus mensbeeld. Denk aan milieubeleid. Laatst las ik in een krant dat het milieubeleid beter dan elders uitgevoerd wordt in gemeenten met veel SGP-zetels in de raad; men neemt aan, in gemeenten met veel bewust gelovige mensen. Dat geeft te denken.”
U zegt in het boek dat we, ondanks onze verschillende mensbeelden, allemaal innerlijk met elkaar verbonden zijn. Geldt dat ook voor ruziemakers?
“Velen hebben dezelfde gevoelens voor rolmodellen, zoals bijvoorbeeld Nelson Mandela was. Hij staat symbool voor verzoening in plaats van wraak. Hoe we ook over elkaar denken en met elkaar omgaan: uiteindelijk is verzoening een waarde die veel mensen hoog aanschrijven, zeker mensen die hebben geleerd om solidair met de ander te zijn.”
Bestaat er zoiets als een ‘universele moraal’? Aangezien er verschillende mensbeelden zijn en ieder egocentrisch is…
“Een universele moraal is er in principe, maar zeker niet feitelijk in de wereld. Zie het nieuws. Ik geloof dat er een moraal is en dat God die moraal bedoelt voor iedereen. Ik geloof dat we allemaal geschapen zijn met het doel om die moraal in onszelf en met elkaar te ontdekken. Maar die komt niet vanzelf. In dit verband is de verdere ontwikkeling van mensenrechten belangrijk, vooral in gesprek met andere culturen.”
Wat betekent een geslaagde integratie voor u, en wat vraagt zo’n integratie van onze verschillende mensbeelden? In het multiculturele debat wordt soms gezegd dat het religieuze mensbeeld van ‘de islam’ liberaler moet worden…
“Integratie kan niet betekenen dat iedereen zoveel water in de wijn doet dat er geen smaak meer aan is. Goede religie inspireert mensen, slappe religiositeit niet. Integratie wil dus zeggen dat we elkaars opvattingen respecteren en proberen de ander zo goed mogelijk te begrijpen. Maar ook dat we onderzoekende, misschien soms wat kritische, vragen mogen stellen. Wederzijds, overigens: de ander heeft ook vragen aan mij. Wat solidariteit betreft kunnen we aan de hand van ‘good practices’ en achterliggende mensbeelden gezamenlijk de morele basis van de samenleving handhaven en verbeteren. Zulke gesprekken zijn nodig, in de hal van het parlement en op de werkvloer. Tussen religieuze en seculiere mensen. Veel Nederlandse moslims zijn allang bezig om hun eigen traditie goed bij de Nederlandse cultuur te laten aansluiten, die dan ook vrijer en minder traditioneel is; een open geloof met een echte overtuiging. Dat laatste, openheid en overtuiging, is voor iedereen goed.”
Over Henk Vroom
Sinds 1968 is Henk Vroom hoogleraar wijsbegeerte en theologie aan de Vrije Universiteit. Hij was een belangrijk initiatiefnemer van de opleiding islamitische theologie aan de universiteit. Bij de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft hij jarenlang gewerkt aan de oecumene en de interreligieuze dialoog. Ook in politieke kringen heeft hij dat gedaan.
Henk Vroom overleed in 2014 op 68-jarige leeftijd. Rotterdam, 28 januari 1945 – Bilthoven, 16 januari 2014. Bron: Wikipedia
Echte verbinding tussen mensen gaat voorbij aan alle veronderstelde tegenstellingen. De titel roept daarom verzet in mij op. ‘Goede religie’ (wat het ook moge zijn) is voor mij in ieder geval: niet met de ander bezighouden maar met jezelf. ‘Goede religie’ heeft het ook niet nodig af te zetten maar heeft genoeg aan zichzelf.
Het verschil tussen religieus en seculier valt dan ook weg. De enige weg, wat mij betreft, is die weg die jou tot ‘waar’ mens maakt.
Er zijn wel degelijk verschillen tussen religieuze en niet-religieuze denkwijzen over de weg (het “hoe”) die iemand tot een waarachtig (authentiek, bevrijd?) mens kan maken. Om die reden kan het van belang zijn, om noties over wat het betekent om mens te zijn, in te brengen in de interreligieuze dialoog. Om de wijsgerige of filosofische antropologie hierbinnen een rol toe te kennen.