Ontspannen zit hij in zijn Maarnse huiskamer, met een bruingebrand hoofd – je zou hem geen zeventig geven. Herman Wijffels is voorbij de pensioengerechtigde leeftijd, maar nog altijd zeer actief. Als hoogleraar Innovatie bijvoorbeeld, aan de Universiteit Utrecht. Als medevoorzitter van Worldconnectors, een Nederlandse denktank die zich inzet voor een duurzame en rechtvaardige wereld. En hij is vraagbaak en aanspreekpunt voor talloze mensen die de maatschappij vernieuwen, en de weg naar hem weten te vinden.
Wat is heilig voor Wijffels? Hoe erg vindt hij het bijvoorbeeld dat heilige huizen – kerken, kloosters – uit onze samenleving verdwijnen?
“Tja, dan heb je wel meteen al een heel specifieke definitie van heilig, gekoppeld aan religie en religieuze gebouwen en symbolen. Er worden kerken afgebroken, inderdaad – maar veel kerken worden gebruikt voor allerlei soorten bijeenkomsten waar mensen reflecteren, in symposia, seminars, lezingen, op de vraag: wat is goed leven in deze tijd? Vaak vindt dat niet plaats onder deze noemer, maar dat is het wel. Die kerken transformeren zich tot ontmoetingsplaatsen waar mensen samenkomen, om samen iets te doen, maar ook vaak om zich te bezinnen op wat er belangrijk is in die gemeenschap. Of op wat er in deze tijd speelt.”
Dan ontbreekt wel het verticale element, de link met de hemel?
“Dat hoeft niet zo te zijn. Dat meen je te zien als je kerkgang en de daling daarin beschouwt als secularisatie. Dan neemt het verticale in belang af. Maar er zijn steeds meer mensen die niet meer in kerkverband bezinning beleven, maar in de sfeer van post-institutionele spiritualiteit. En dat is net zo verticaal – misschien nog wel verticaler, in zekere zin – als institutionele spiritualiteit. Je hebt dan van binnen uit je eigen verbinding met de Bron, hoe je die verder ook noemt. Daar vindt het spirituele nieuwe wegen en dat is net zo heilig. Alleen minder gebonden aan instituties.
Het gaat over de heiligheid van het leven. Wat is in deze omstandigheden, in de 21e eeuw, met zoveel mensen op de wereld en zoveel productie en consumptie dat we de aarde aan het uitwonen zijn, nodig om in harmonie met elkaar en met de aarde te kunnen leven in de komende periode? Wat is mijn verantwoordelijkheid en waar uit die zich in het dagelijks leven? Let ik bij het boodschappen doen op of ik een plofkip koop? Waar is mijn kleding gemaakt en onder welke omstandigheden?
Dat is waar heel veel mensen mee bezig zijn, en het is een verticale dimensie in het bestaan. Heilig, want het gaat over het leven zelf en het leven zelf is de kern van wat heilig is. Daar zit ook onze heilige opdracht. Ik vraag me voor mezelf ook regelmatig af wat een van de allerbelangrijkste dingen is die mensen te doen hebben en dan kom ik toch steeds weer uit bij de notie: het leven op de best mogelijke manier doorgeven aan de volgende generaties. Als we daaraan tekort doen, schenden we de heiligheid van het leven. Voor steeds meer mensen gaat dat een rol spelen, het is een opkomende cultuur. Veel van de bezinning op dat terrein vindt plaats met rituelen die heel veel lijken op de rituelen uit de kerk. Zoals zitten in stilte – veel mensen gaan mediteren om de stilte en van daaruit de verbinding met het verticale te vinden.
Dat gebeurt er in deze tijd, maar als je dat allemaal zet in de hoek van de secularisatie, dan mis je een wezenlijk punt.”
Wat is u heilig als het gaat om de kleurrijke samenleving?
“Het gaat om respect voor het leven in al zijn diversiteit. Zowel het menselijke als al het andere – wat ik niet op hetzelfde niveau wil stellen. Maar uiteindelijk is het één Web of Life. We maken ons niet voor niets druk om biodiversiteit: hoe rijker, hoe veerkrachtiger en vitaler het leven is. Vitaliteit heeft te maken met diversiteit en dat is bij mensen ook zo.
Voor het eerst zien we dat er een mondiaal bewustzijn is, en we hebben ook de instrumenten om dat bewustzijn te accomoderen in de vorm van de informatietechnologie, waarmee elke aardbewoner op elk moment kan zien wat er overal gebeurt. En nu mensen zien wat er elders is, gaan ze zich verplaatsen, en vermengen. Dat is de fundamentele beweging die op dit moment gaande is.”
U ziet dat natuurlijk van dichtbij met een zoon in Nieuw-Zeeland en een zoon in Shanghai…
“Ja, en al die andere jongeren – de wereld is van hen. Ze gaan zich mengen, en ook daar zie je dat diversiteit ons vitaler, rijker en creatiever maakt. Dus ik zie het als een bron van rijkdom en potentie. Monoculturen zijn monomaan.
Er zit natuurlijk wel een keerzijde aan. Als de immigratie in wat vroeger monoculturen waren heel snel en omvangrijk is, dan wordt het lastig om dat op een sociaal goede manier te laten gebeuren. Dan voelen mensen zich verdrongen. Dus je moet het op een verstandige manier doen. Maar in essentie kunnen we het verwelkomen als rijkdom.
Wat voor mij in Washington altijd een moment van grote vreugde was, dat was lunchen in de kantine van de Wereldbank. Want daar zaten alle soorten mensen die er op de wereld zijn – met al die verschillende kleuren, smaken en vormen, ook in kleding en haardracht. Dat was elke keer een feest waarvan ik met volle teugen genoot.”
Is het erg als mensen voetbal als heilig gaan zien en de kerken ontheiligen?
“Mensen beleven in voetbal gemeenschapsgevoel. Het is het symbool van wat deze natie voorstelt. De manier waarop ze kijken naar dit land en naar zichzelf hangt mede af van wat we klaarmaken op het Europees Kampioenschap. Als we het goed doen, voelen we ons een beetje beter, zo niet dan zakken we een beetje in. Dat soort gemeenschapsgevoel bestaat ook nog rond het koningshuis, maar verder eigenlijk niet.
In mijn jeugd had je nog de zuil die een sterke beleving van gemeenschap gaf. Er worden nu vervangende symbolen gezocht. Ik kijk wel met een zekere scepsis naar dat oranjegedoe – hele huizen in het oranje – maar ik zie dat het vervangende symbolen zijn voor dat gevoel.”
Voetbal is eigenlijk helemaal geen oorlog, maar juist vrede?
“Absoluut. Vroeger gingen we als landen tegen elkaar tekeer en dat willen we niet meer, dat doen we niet meer, daar hebben we Europa voor. Maar de rivaliteit moet ergens gekanaliseerd worden en dat gebeurt dan in zo’n Europese voetbalcompetitie, en bijvoorbeeld ook in de Champions League en in de Europa League. Voetbal heeft die beide functies: nationale gemeenschapsgevoelens en trots, en het uitleven van rivaliteit, op een onschuldige manier. Dat er soms iets uit de hand loopt, stelt in verhouding niets voor, vergeleken met de oorlogen van vroeger.
Zo komen we in de volgende fase van ontwikkeling waarin gemeenschapsvorming andere vormen aanneemt. Ik neem waar wat er gebeurt en dat is heel interessant. Allerlei mensen zijn bezig om op heel kleine schaal elkaar op te zoeken en het leven vorm te geven. Kleinschalig, dus ‘resilient’ zoals dat heet, veerkrachtig, weerbaar. Rondom technologie bijvoorbeeld: op dit moment schieten overal in het land kleine energie-coöporaties uit de grond, waarbij mensen samen investeren in zonnepanelen, of een windmolen, of geothermische energie. Samen zorgen ze voor de invulling van een belangrijke behoefte. Zo zijn ooit ook de polders ontstaan. Er was een stuk buitendijkse grond waar bijna nooit meer vloed overheen kwam – dus wat doen we, met een aantal mensen leggen we er een dijk omheen, we graven wat sloten en zetten een molen op de dijk om de polder droog te houden. Samen. Zo is dit land ontstaan, vanaf de Middeleeuwen. En diezelfde tendens zit er nog steeds. Het ‘polderen’ in de zin dat alle mensen mee mogen praten, is daar een uitdrukking van.
Ander voorbeeld: mensen in het buitengebied sluiten een coöperatie om breedband te krijgen. Samen gaan ze naar de provider en zeggen: wij willen aansluiting. Het begint ook in de zorg. Ken je het buurtzorg-concept? Dat is een landelijke netwerkorganisatie van thuiszorgwerkers, die bijvoorbeeld in een groep van acht of tien een bepaalde buurt onder hun hoede nemen. Daar bieden ze thuiszorg aan, zonder hoofdkantoor enzovoort. Ze regelen onderling het werk. En zij zijn dus niet gedwongen om dat met de stopwatch in de hand te doen. Ze ontworstelen zich aan de greep van dat winstdenken. De mensen die dat doen, zijn veel gelukkiger in hun werk. De mensen die de zorg krijgen, vinden die zorg veel beter. En het is ook nog goedkoper!
Er zijn ook ouders van gehandicapte kinderen die een coöperatie oprichten en daarin de zorg inhuren voor hun kinderen.”
Is dat het nieuwe wij?
“Veel mensen komen bij mij daarover vertellen, als klankbord, en ik zie daarin de coördinaten van de nieuwe tijd, de nieuwe principes. Het zijn dus mensen die intuïtief weten hoe het moet, en die denken: al die grote clubs die ontstaan zijn hoeven we niet. Er zijn ook coöperatieve scholen, waarbij ouders of leerkrachten het voortouw nemen, sterk gestimuleerd vanuit een vereniging van Bijzonder Neutraal Onderwijs. Stadslandbouw is ook zoiets: groepen mensen die samen een groententuin beginnen. En je ziet nieuwe woonvormen voor ouderen ontstaan, op boerderijen bijvoorbeeld, met een groententuin en een theetuin en een educatief centrum, een integraal concept in een natuurlijke omgeving.
Dus eigenlijk is de Nederlandse samenleving zichzelf vanuit de basis opnieuw aan het vormen. Een enkele keer is het zichtbaar in de media, maar de grote media zijn zo gefixeerd op het oude bestel dat ze dit niet eens waarnemen. Het zit onder de radar. Maar het is heel cruciaal wat er gebeurt: men zoekt naar nieuwe vormen, vanuit de vraag: wat vinden we goed leven in deze tijd?
Ik zie dat in de lange lijn van het leven, dat eigenlijk een groot ont-wikkelingsproces is. Letterlijk het uit de wikkels halen van potentie. Dat geldt voor het leven als zodanig en voor je eigen leven. Daarin zit de heiligheid van het leven. Tweeduizend jaar lang heeft de kerk ons daarbij geholpen en als ze het goed doen, kunnen ze dat in de toekomst ook nog doen, maar wel op een andere manier dan vroeger. Vanuit de liefde iets aanreiken, maar niet voorschrijven, laat staan dreigen met hel en verdoemenis.”
Wat vindt u van het nieuwe verkiezingsprogramma van het CDA met als insteek ‘Iedereen’?
“In het palet zoals we het in Nederland kennen, is het CDA een partij die haar bijdrage moet leveren vanuit een verbindende positie. Als het CDA ergens op de vleugels positioneert, is ze overbodig. Op rechts voegt ze niets toe aan de VVD of de PVV, en op links kun je je afvragen wat ze toevoegt aan de PvdA en GroenLinks. De natuurlijke positie van het CDA is op het middenveld. En vandaaruit kan ze een verbindende factor zijn bij de partijen die samen een bestuur moeten leveren. Van dat concept hebben ze afstand genomen bij de vorming van het gedoogkabinet – en het werd onmiddellijk afgestraft in de peilingen. Wat nu gebeurt, in het voetspoor van het Strategisch Beraad, is dat ze radicaal kiezen voor de middenpositie. Ze zijn er slecht in geslaagd om dat uit te leggen, want ze hebben het gepresenteerd als ‘het radicale midden’ en dan zegt iedereen: wat is dat? Maar ze kiezen radicaal voor het midden, voor die verbindende rol. Dit verkiezingsprogramma is een terugkeer naar de natuurlijke rol en positionering van het CDA in het Nederlandse politieke spectrum. Dus ik ben er wel positief over. Dit is wat ik steeds bepleit heb: daar hoort deze partij.”
En bent u nog steeds niet beschikbaar voor een politieke functie?
“Ik heb in eerdere fasen van mijn leven altijd gevonden dat ik niet geschikt ben voor het vak van politicus. Ik ben eigenlijk een geëngageerde, zakelijke man; ik heb een vorm van geëngageerde zakelijkheid.”
Is dat niet precies wat we nodig hebben?
“Misschien, maar het is niet zoals de politiek in het algemeen functioneert. Je kunt er je engagement wel kwijt, maar zakelijkheid is vaak ver te zoeken. Dus ik heb altijd gevonden dat ik beter op mijn plaats was op andere plekken, waar ik die combinatie wel kon maken. Elke keer als ik gevraagd werd om iets in de politiek te doen, heb ik mijzelf daar stevig op bevraagd en elke keer kwam er hetzelfde antwoord. En dat is nog steeds zo.”
Vindt u mensen wel eens heilig? Bent u heilig?
“Dat is weer een vraag waarin het begrip heilig ontleend is aan de kerk. Mensen die de volle potentie van hun leven ontwikkelen en zich al doende ten dienste stellen van het geheel, die leven volgens mij op de manier zoals het bedoeld is. Niet iedereen die dat doet, krijgt dat etiket ‘heilig’ van het instituut, maar dat is wel waarom het gaat. Als je dat doet, heilig je het leven, honoreer je het leven. En zo zijn er dus heel veel mensen.
Maar je hoeft ze niet heilig te noemen. Dat zit voor mij ook te dicht bij ‘heilige boon’.”
Als deze man premier zou worden, zou ik weer op het CDA stemmen.
Een pracht interview. Lazen we deze verhalen, maar eens wat meer in de krant, dan zou de wereld er misschien ook anders uit zien.
wijs man……
mooi, wijffels staat boven de partijen.
Zeker een wijs man.
Jammer dat mensen van dit kaliber zich niet geroepen voelen voor….
Jammer, maar daaruit blijkt nou juist hoe wijs hij is.
Dit is een man die bij de tijd is en visionair. Dit zijn mensen die we nodig hebben. De mens centraal stellen en ieder mens kansen geven om mee te laten denken. Niet letten op papieren, maar met de mensen in de kantine praten.
Niet je hoogverheven voelen, dat is de heer Wijffels, luisteren naar de ander.
Als dat klimaat weer in het cda aanwezig zal zijn, stem ik er weer op.
Ook moet het cda een antwoord vinden op het fenomeen z z p er , nu dreigen velen ten onder te gaan. Geen verzekering kunnen betalen, geen geld opzij kunnen zetten voor later. Amper het hoofd boven water houden en je groot houden voor de ander.
Dat is de groep die in de nabije toekomst de groep nieuwe armen zijn. Een coöperatie zou wellicht een oplossing voor hen zijn, Wijffels zou daar misschien wel een antwoord op weten.
Mooi gesprek.