Lee is voorganger van een migrantenkerk in Amsterdam-Zuidoost en doctor in de theologie. Hij ontvangt me op zijn kantoor nabij metrostation Ganzenhoef, hartje Bijlmer. “Welkom, welkom,” zegt hij vriendelijk en hij schenkt koffie in. Het gesprek kan beginnen.
In Trouw las ik dat je verkiezing tot theoloog des vaderlands je stoutste dromen overtrof. Hoezo?
“Haha. In elk geval had ik nooit gedacht dat ik Theoloog des Vaderlands zou worden. Ik wist dat deze rol bestaat vanwege Janneke Stegeman die ik goed ken. Zij was eerder Theoloog des Vaderlands. Dat deed ze goed. Ze heeft stevige debatten gevoerd en enorm haar best gedaan. Maar dat is eigenlijk niets voor mij, dacht ik altijd. Ik ben niet zo’n debater en ik ben een migrant. Wie kijkt er nou naar mij? Daarom was ik verbaasd dat ik werd uitgekozen. Dat overtrof in die zin mijn stoutste dromen.”
Hoe geef je invulling aan de rol van theoloog des vaderlands?
“Ik zie het als een mooie kans. Het geeft me een platform om de ideeën die ik heb, breder uit te dragen. In de Verenigde Staten heb ik eerder een platform gehad, bijvoorbeeld na het verschijnen van mijn boek A new kind of pentcostalism. Dat vond veel weerklank, ook bij jonge theologen. De bekende theoloog Brian McLaren noemde me ‘een nieuwe stem’ in de Pinksterbeweging. Tegelijk vonden veel anderen vanuit de beweging het minder prettig wat ik te melden had.”
Ik ben niet zo’n debater en ik ben een migrant. Wie kijkt er nou naar mij? Daarom was ik verbaasd dat ik werd uitgekozen.”
“Nu ik theoloog des vaderlands ben, heb ik ook in Nederland een podium om mijn inzichten te delen. Niet om mijn persoon centraal te stellen – in die valkuil ben ik eerder al getrapt – maar om mensen te helpen in hun zoektocht.”
“Er zijn veel zoekende jonge mensen, christenen vaak, die bij me komen. Met de dominee of hun voorganger durven ze niet vrijuit te praten. Ik luister naar hun verhaal en als ze dat willen, vertel ik hoe ik erover denk. Vaak staan ze op het punt hun geloof af te zweren. Maar in het gesprek merken ze dat het anders kan. Dat ze ook kunnen geloven met twijfels, kritische vragen of een andere visie dan de dominee. Vaak gaan ze opgelucht weer naar huis.”
“Verder is het mooi dat ik kan laten zien dat er in Nederland veel migrantenchristenen zijn. Vaak vergeten mensen dat. In Nederland zijn vandaag ongeveer evenveel of misschien wel meer christenen dan moslims met een migratieachtergrond. Door mijn rol als theoloog des vaderlands wordt ook dat aspect beter zichtbaar.”
Hoe verhoud je je eigenlijk tot het begrip ‘vaderland’?
“Ik heb gemengde gevoelens bij het begrip ‘vaderland’. Ik ben een man en ik ben ook hetero, tegelijk noem ik mijzelf al langere tijd feminist. Dat vraagt misschien om wat toelichting. Het zit ook een beetje in mijn familie. Mijn opa, de vader van mijn moeder, was ook een feminist, zou je kunnen zeggen.”
Lee wijst op het fotolijstje dat op zijn bureau staat, met daarin een zwart-witfoto met het portret van een eerbiedwaardige heer. “Mijn opa, een man uit het Midden-Oosten, durfde zijn nek uit te steken en kwam op voor de rechten van vrouwen. Hij maakte zich druk om vrouwenmishandeling en stelde geweld tegen vrouwen aan de kaak. Ook maakte hij zich sterk voor de positie van dak- en thuislozen. Mijn moeder zegt vaak dat ik zijn idealen voortzet.”
“De mannenwereld heeft duizenden jaren de lakens uitgedeeld en er eigenlijk een puinhoop van gemaakt. Ik weet dat ik nu erg generaliserend spreek, maar toch wil ik mij zo uiten. Volgens de statistieken worden vrouwen en kinderen wereldwijd ook het vaakst misbruikt, meestal in een patriarchaal systeem. Terwijl we als mensen allemaal afkomstig zijn uit het lichaam van een vrouw.”
De kerk is een vrouw, maar haar zonen gunnen haar veel dingen niet. En daarmee bedoel ik: ze respecteren haar niet, geven haar niet de plek die haar toekomt.”
“De baarmoeder is voor mij de eerste kerk, daar begint het leven. Het is een heilige plek. Als je dat niet kunt vatten en respecteren, dan kun je de essentie van de kerk, die ook vrouwelijk is, ook niet begrijpen. De kerk is een vrouw, maar haar zonen gunnen haar veel dingen niet. En daarmee bedoel ik: ze respecteren haar niet, geven haar niet de plek die haar toekomt. Na tweeduizend jaar christendom voeren we nog steeds discussies over de rol van de vrouw in de kerk. Hoe vreemd kan het zijn.”
“En ja, vaderland? Voor mij is elk land vooral een moeder, denk aan moeder aarde. De aarde baart het leven, kijk naar de bomen, het gras en de bloemen. In elk geval zou je de titel best kunnen veranderen in ‘theoloog van Nederland’. Ik snap wel dat het woord vaderland iets poëtisch heeft, maar het kan anders. Misschien denkt de organisatie nu: die Samuel Lee heeft praatjes, haha. Maar het lijkt me een betere beschrijving.”
Waarom zette je je aanvankelijk af tegen het geloof?
“Ik kom uit een land in het Midden-Oosten, een land dat ik liever niet noem. In dat land heerst een theocratie, in dit geval een islamitische heerschappij, die zich bemoeit met de meest elementaire zaken uit het persoonlijke leven. Van wie mag je houden? Met wie mag je trouwen? Het klinkt belachelijk, maar ook bijvoorbeeld met welke voet je als eerste de WC moet betreden. Als kind stond ik wel open voor godsdienst, maar langzamerhand ontdekte ik dat het niet klopte. Ik zag mensen dood in bomen hangen, ter dood gebracht, met daarbij juichende mensen die God prezen. Religie als machtsinstrument. Het beeld van God dat daar uit oprijst is angstaanjagend. Ik was boos op God en op religie.”
“Nadat ik met mijn familie naar Nederland was verhuisd, ging ik gedichten schrijven. Dat deed ik soms tijdens een saaie les op school. Ik was een jaar of zestien, een rebel en best depressief ook. Mijn gedichten waren aanklachten tegen God.”
Ik geloof nog steeds dat religie opium van de massa is! Veel mensen begrijpen dat niet omdat ik een christelijk voorganger ben.”
Lee staat op en loopt naar zijn boekenkast. Hij haalt een eenvoudig gekopieerd bundeltje tevoorschijn getiteld ‘Het Schilderij’ met daarin een aantal van zijn gedichten. “Mijn idee was: We zijn de slachtoffers van een oude schilder, God, die ons als slachtoffers gevangen houdt in een houten vierkant, de lijst. We komen er niet uit!”
“De boosheid kwam door wat ik als kind had meegemaakt. Ik had een sterk rechtvaardigheidsgevoel. De dichtbundel had ik in een oplage van duizend stuks gekopieerd en voor 5 gulden per stuk verkocht. De opbrengst ging naar Unicef.”
Je werd mede beïnvloed door Karl Marx. Had hij gelijk met zijn idee over ‘religie als opium van het volk’?
“Ik geloof nog steeds dat religie opium van de massa is! Veel mensen begrijpen dat niet omdat ik een christelijk voorganger ben. Maar als religie niet goed gedoseerd wordt, kan dat fatale consequenties hebben. Kijk naar mensen die excessief drugs gebruiken, ze hallucineren en doen gekke dingen, tot moorden aan toe. Die kant heeft religie ook. Het kan je in staat stellen om een ander pijn te doen of te doden. Maar als je religie in de juiste mate doseert, dan krijg je de Martin Luther Kings en de Moeder Theresa’s. Ook zij doen eigenlijk heel extreme dingen, maar het is anders, het is vervuld met wijsheid.”
Tijdens je huwelijksreis ervoer je dat je door Jezus werd geroepen…
“Dat was ’s nachts in een hotelkamer in Spanje. Ik kon niet slapen. Toen hoorde ik de stem van Jezus. Overweldigend. Ik heb geen behoefte om het te verklaren. Het is een ervaring die altijd met mij mee gaat. Soms voel ik me neerslachtig of slaat de twijfel toe. Vaak gaan mijn gedachten dan terug naar dit moment.”
“Ik ben God dankbaar dat ik niet in een christelijke omgeving geboren ben. Dan zou ik misschien verstrikt zitten in dogma’s en doctrines. Ik ben heel blij dat ik juist van buitenaf naar de dingen kan kijken. Dat verrijkt me en geeft me misschien ook kans om christenen in Nederland een spiegel voor te houden, om uit hun bubbel te komen. De wereld is groter dan jouw doctrines en traditie. De wereld is zoveel rijker.”
“Ik heb respect voor christenen en kerken en ik begrijp ze ook wel. Maar als ik discussies hoor over de kinderdoop of de heilige maaltijd, dan word ik daar zo moe. Het zijn vermoeiende discussies, waardoor je mensen van je vervreemdt in plaats van dat je ze kunt binden en boeien.”
Laatst was een Nederlandse vrouw boos op me toen ik Rumi citeerde. Dat kon ik als christen toch niet doen. Maar Rumi is geen crimineel, hij was een mystieke dichter!”
“Ik ben zo blij dat ik ben opgegroeid met de Perzische dichter Rumi en ook met teksten van andere grote dichters en denkers uit het Midden-Oosten. Ze inspireren en verrijken me, ze geven ruimte. Laatst was een Nederlandse vrouw boos op me toen ik Rumi citeerde. Dat kon ik als christen toch niet doen. ‘Je hebt toch nog iets islamitisch in je’, beet ze me verwijtend toe. Maar Rumi is geen crimineel, hij was een mystieke dichter. Zijn gedachten verrijken me, zoals ook christenen in Nederland me kunnen verrijken.”
Welk Bijbelverhaal spreekt je in het bijzonder aan?
“De Bergrede is het eerste wat in me opkomt, dit is het manifest van Jezus. Wat een belangrijk Bijbelgedeelte is, wisselt ook in mijn leven en hangt af van wat ik meemaak. Op dit moment ben ik bezig met Johannes 15 vers 12: ‘In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt zoals Ik u heb liefgehad. Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.’ Wat betekent ‘je leven geven’? Dat is niet alleen zijn dood aan het kruis, maar alles wat Jezus in zijn leven heeft gedaan.”
“In zijn leven heeft Jezus al zijn zekerheden neergelegd, de wetten en regels van zijn geloofstraditie ter discussie gesteld, omwille van liefde, omwille van een mens. Denk aan de genezing op de sabbat. Dat ging in tegen de heersende doctrine. Hij sprak als jood met een Samaritaanse vrouw en ging om met melaatsen en prostituees. Jezus heeft niet alleen zijn leven gegeven, maar alle heersende regels en codes op zijn kop gezet. En wat doen veel kerken vandaag? Vasthouden aan regels en opvattingen terwijl ze daardoor mensen kwijt raken. Durf je omwille van de liefde normen en doctrines opzij te zetten?”
U maakte als gevierd voorganger een ‘tweede bekering’ mee. Wat was de aanleiding?
“Ik was diep geraakt door het verhaal van Nicodémus die Jezus ontmoet. In deze ontmoeting gaan twee systemen met elkaar in gesprek, twee wereldbeelden. Dogma’s en doctrines tegenover de Liefde en het Koninkrijk van God. Ook Nicodémus verlangt naar ruimte en liefde, maar hij zit gevangen en het lukt hem niet. Hoe kan ik de grens over, hoe kan ik vrij worden?”
“Jezus zegt dan dat Nicodémus opnieuw geboren moet worden. Maar dat ‘opnieuw geboren worden’ kan niet zonder de uitspraak van Jezus dat hij de wereld heeft liefgehad. Dat is geen bijzaak, maar de kern: de wereld liefhebben! Je moet niet exclusief blijven denken, maar inclusief gaan kijken en handelen. Je moet niet alleen houden van je eigen club, je eigen groep en je eigen doctrines, maar van de hele wereld.”
“Hoe kun je dat doen? Dat kan alleen als je een ‘goddelijke encounter’ hebt. Jezus zegt tegen Nicodémus: kom uit je systeem, doorbreek de muren en heb de wereld lief. Niet alleen je eigen club, de farizeeërs, maar ook de Samaritaan. Heb de moslims lief, heb de Palestijn lief, heb de Jood lief, heb de LHBT-er lief! Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn, maar heb elkaar werkelijk lief. Doorbreek de muren!”
Nationalisme en geloof kunnen niet samengaan. God bless America? God bless Nederland? Nee, God houdt van de wereld!”
“Dit inzicht kwam voor mij als een blikseminslag. Ik zat in een hotel in Zuid-Korea en daar kreeg ik deze openbaring al lezend in de Bijbel. Nationalisme en geloof kunnen niet samengaan. God bless America? God bless Nederland? Nee, God houdt van de wereld! Dat was voor mij een fascinerend inzicht. Ik nam afscheid van religie als een systeem en omarmde de boodschap van Jezus.”
“Jezus heeft nooit de intentie gehad om een religieus systeem te bouwen. Hij was niet eens een christen, hij was Christus. God als christen, moslim of boeddhist?” Lee moet lachen. “Nee, God heeft geen religie. Het christendom als georganiseerde religie is door mensen gemaakt. Dat inzicht heeft mijn blik verruimd.”
Waartoe is de christelijke kerk op aarde?
“Ik houd van de kerk en maak er deel van uit, maar soms denk ik dat ik de kerk niet goed begrijp. Jezus is een deur, maar wij trekken muren op. Voor mij persoonlijk is de kerk niet een gebouw of instituut, maar de plek waar twee of meer mensen in de naam van Jezus samenkomen om op weg te gaan. Niet volgens theoloog zus of zo, maar de Jezus van de Bergrede.”
Wie zijn inspirerende voorbeelden voor jou?
“Naast Martin Luther King en Moeder Teresa, over wie ik al vaker dingen heb gezegd, ben ik geïnspireerd door de Japanner Kanzô Uchimura die leefde van 1861 tot 1930. Ik kwam hem op het spoor omdat ik Japanse cultuurgeschiedenis heb gestudeerd. Van kinds af aan was ik al gefascineerd door Japan.”
“Uchimura werd op jonge leeftijd tot het christendom bekeerd door een Amerikaanse zendeling. Langzaam maar zeker ontdekte hij dat de westerse zendelingen niet alleen het geloof in Jezus brachten, maar hun cultuur aan de mensen wilden opleggen en dat kerken vanuit eigenbelang een competitie voerden. Hij stelde dit aan de kaak en werd voor gek verklaard en buitengesloten.”
“Uchimura hield van Jezus en hij hield van Japan. Met het eerste maakte hij zich ongeliefd bij veel Japanners en met het tweede bij veel christenen. Hij startte een beweging geïnspireerd door Jezus, maar nadrukkelijk buiten de institutionele kaders. De beweging heette Mūkyokai in het Japans. Dat betekent ‘niet-kerkelijke beweging’. De beweging werd groot, maar de missionarissen hebben deze nooit erkend. Hij werd gedwarsboomd en paste niet in het heersende systeem.”
“Graag wil ik Uchimura bekend maken omdat hij geïnspireerd door Jezus tegen de stroom in durfde te gaan, vooral tegen Amerikaanse zendelingen. Hij wilde vanuit de Japanse cultuur het evangelie begrijpen en daarin werd hij tegengewerkt. Later heeft hij ook felle kritiek geuit op de keizer en keerde hij zich tegen het Japanse nationalisme en de oorlog.”
Vind je dat alle mensen volgeling van Jezus moeten worden?
“Dat is een mooie vraag. Mijn antwoord is: we moeten vooral zorgen dat christenen en kerkmensen zelf begrijpen waar het Jezus om te doen is. Hoe kun je de wereld over Jezus vertellen als je zelf niet beseft wie Jezus is? Ik wil dit interview beëindigen met een verhaal van een dierbare moslimvriend van mij, Safi Kaskas. Hij is moslim en gek op Jezus. Hij noemt zichzelf moslimvolger van Jezus, maar hij is gewoon belijdend moslim. Hij zoekt naar dialoog tussen moslims en christenen. Hij is Libanees en woont afwisselend in Saudi Arabië en de Verenigde Staten.”
Ik denk dat vooral de mensen die denken alle antwoorden te hebben, moeten teruggaan naar Jezus.”
“Onlangs was hij in Nederland en toen wilde hij me spreken. We dronken koffie en hij vertelde me dat hij door een bekende christelijke zendingsorganisatie was benaderd die actief is in het Midden-Oosten. Ze hadden hem gebeld om te komen spreken over de vraag hoe zij, als christelijke zendelingen, het beste moslims konden bereiken. Hij zat ermee in zijn maag en moest er ook wel om lachen. Moest hij als moslim christelijke zendelingen gaan helpen moslims te bekeren tot het christendom?”
“Hij vond het gênant. Hij bad tot God met de vraag hoe hij hiermee moest omgaan. Daarna besloot hij toch te gaan. Hij was ingedeeld om te spreken tijdens het tweede gedeelte van de conferentie. Tijdens het eerste deel luisterde Kaskas naar de verhalen van de zendelingen en hun problemen in het Midden-Oosten. Vaak ging het over een tekort aan geld, vaak waren het enorme klaagzangen. Kaskas vond dat allemaal heel pijnlijk.”
“Toen was het zijn beurt. Hij zei: ‘Ik heb naar jullie verhalen geluisterd en naar jullie ervaringen, maar eigenlijk wil ik jullie nu vragen naar voren te komen en ik wil jullie oproepen je leven opnieuw aan Jezus te geven. Niet de islamitische variant, maar gewoon jullie eigen Jezus.’ De directeur van de zendingsorganisatie barstte in huilen uit en ook veel zendelingen hielden het niet droog. Iemand van buitenaf deed een oproep en bepaalde hen bij de essentie van hun geloof.”
Ken ik Jezus? Ik probeer hem te kennen. Elke keer leer ik iets nieuws. Ik blijf altijd onderweg met Jezus.”
“Kijk daar gaat het om! Ik denk dat vooral de mensen die denken alle antwoorden te hebben, moeten teruggaan naar Jezus. Kennen wij als christenen werkelijk Jezus? Ik ben 26 jaar voltijd dominee. Ken ik Jezus? Ik probeer hem te kennen. Elke keer leer ik iets nieuws. Ik blijf altijd onderweg met Jezus. Als Safi Kaskas kan oproepen tot geloof in Jezus die alle grenzen tussen mensen overstijgt, dan wil ik dat ook graag doen: blijven zoeken naar wat Jezus bedoelde en mijn ervaringen blijven delen met anderen.”
Dit interview verscheen oorspronkelijk op 28 januari 2020 en is opnieuw gepubliceerd in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen 2020.
Mooi artikel. Ik vroeg mij af of er een engelse versie van is
Een artikel dat mij uit het hart is gegrepen! Terecht dat Samuel Lee theoloog van Nederland is. Ik hoop dat hij veel mensen weet te bereiken, wij kunnen veel van hem leren.
Zeer open maan! Mooi. Inspirerend en geheel “Nieuw Wij”!
Interessante man met een vriendelijk, multicultureel en hier en daar wat zalvend verhaal – maar daar is hij Pinksterdominee voor. Wel is zondermeer duidelijk dat Samuel de Bijbelse Jezus eerst flink op een nogal smal en kort uitgevallen postmodern en politiek correct theologisch Procrustesbed heeft bijgewerkt. Inculturatie heet dat tegenwoordig. Maar wat geeft dat? Het christendom is toch mensenwerk, niet?