Moderne mensen zijn ‘druk, druk, druk’. Als je dat niet bent, dan is er iets mis met jou. Met zijn nieuwe boek Waarom werken we zo hard? raakt filosoof Govert Buijs een gevoelige snaar. Buijs’ boek is geen zelfhulpboek bij burn-out of overwerktheid. Het gaat over de harde wereld van de economie, de ratrace, het durfkapitaal. Buijs beoogt niet meer of minder dan ‘een economie van de vreugde’.

Hoe ziet ons leven er uit in uw 'economie van de vreugde'?

“Wij gaan doen wat eigenlijk de kern van de economie is: samenwerken om zo het leven meer kwaliteit te geven en gedeelde vreugde te scheppen in een gedeelde wereld. Het zal niet zo zijn dat we massaal niets gaan doen. Wel zullen wij korter werken. Dat voorspelde de econoom Keynes al in 1930, hij dacht aan 15 uur. Laten we afspreken dat je de normale dingen die je in je leven wilt doen, inclusief een huis kopen, kunt realiseren met 28 uur werken. Dat garanderen we voor iedereen, met daarnaast een flexibele schil van 12 uur. Daarover maken de werkgever en de werknemer samen afspraken. Minder werk? Dan gaan die 12 uur er tijdelijk af. Het kan zijn dat de werknemer zelf die uren nodig heeft, voor bijvoorbeeld mantelzorg of bijscholing. Zo ontstaat een andere verhouding van vast en flexibel werk.

Door robotisering zal de maakindustrie toe kunnen met minder fysieke arbeid. Wij moeten denken aan twee lagen in de economie. De een globaal, hyperefficiënt en groen. De andere juist langzaam, lokaal en ook groen. Sommige van je meubels komen via IKEA uit China, maar je koopt ook een mooie boekenkast van je buurman die timmerman is.

De nieuwe economie is duurzaam. Wat ons milieu vervuilt, wordt verboden of duurder. Grote bedrijven worden in toom gehouden door sterke, supranationale overheden. De Europese Unie kan Facebook een boete opleggen, Den Haag niet. Voor veel grote bedrijven wordt de zorg voor hun morele reputatie een belangrijke factor.

Elk zevende jaar besteden we aan betaalbare scholing en opleiding. Het is van de zotte dat we op jonge leeftijd al moeten kiezen voor een opleiding en daar heel ons leven mee moeten doen. Wij zullen graag werken bij bedrijven waarin wij een positieve bijdrage leveren aan ons gemeenschappelijk welzijn. Zo krijgen wij meer lucht en komen we op adem in plaats van, zoals nu, in ademnood te raken.”

Waarom werken wij ons in de oude economie een slag in de rondte?

Waarom-Buijs

“We hebben de last van succes en falen volledig op de schouders van het individu gelegd, door de economie te organiseren als een competitieve ratrace naar de top. Prestaties draaien om kwantiteit en minder om kwaliteit. Kom jij niet snel op die hoge positie, dan zit iemand anders daar en ben jij een loser. Daarnaast werd werk heel belangrijk voor onze identiteit, voor wie wij zijn. Geen wonder dat mensen overwerkt raken, een burn-out krijgen of met tegenzin naar hun werk gaan. Ik noem dat psychodruk.

De mensen die het redden stralen heel erg uit dat zij dat alleen aan zichzelf te danken hebben, aan hun harde werken. Dat klopt niet. Je krijgt in je leven heel veel mee dat je niet zelf hebt bewerkt: onderwijs, een opvoeding. Daarnaast is het leven onberekenbaar, je kunt geluk of pech hebben. Wie succes heeft, denkt dat hij dat ook eerlijk verdiend heeft, met bijbehorende privileges als macht, bonussen en status.”

U beschrijft in uw boek nog meer schaduwkanten van de huidige economie

“Vooropgesteld: de vrije markt bracht ons ontegenzeggelijk veel goeds. In relatief korte tijd is grote vooruitgang gerealiseerd op terreinen als gezondheid, onderwijs, veiligheid. De welvaart groeide, de armoede verdween grotendeels. De wereldbevolking groeide, maar de ondervoeding nam relatief en absoluut flink af. De markt slaagt erin om de juiste producten op het goede moment bij de consument te krijgen. Dat is een enorme logistieke prestatie. Maar we vliegen uit de bocht. Met het vrijwel oplossen van het enorme probleem van de armoede in de afgelopen tweehonderd jaar zijn allerlei mechanismes en structuren in werking gezet, waarmee we niet nog eens tweehonderd jaar door kunnen gaan.

Alle prikkels leiden naar materiële groei, terwijl we inzien dat die groei niet meer kan en ook niet meer nodig is. Veel van die prikkels vinden hun oorsprong nu in de financiële wereld. De invloed daarvan is buitensporig groot. Dat leidt tot een grote druk om op korte termijn winst te realiseren. De enorme schulden die nodig zijn om het systeem te laten draaien, zijn een grote molensteen om onze nek. Veel macht ligt bij grote, oncontroleerbare multinationale ondernemingen zoals Google, Facebook en Apple.

De drang om te komen tot grote machtsconcentraties komen wij, in steeds andere gedaante, in de geschiedenis altijd weer tegen. Dat leidde tot grote imperia zoals het Romeinse Rijk en het oude Egypte. Facebook is het nieuwe Romeinse Rijk, een nieuw onaantastbaar imperium. In het begin denken ze iets goeds te doen en dat is ook zo. Maar gaandeweg ontstaan oncontroleerbare machtsposities, waarin mensen opnieuw worden uitgebuit.”

Zijn er aanknopingspunten voor een alternatief?

“Een van de grote winstpunten van het jodendom en christendom is het ter discussie stellen van grote machtsconcentraties. Denk aan de profeten, denk aan Jezus zelf. Ons geloof leert ons dat het zeer wel mogelijk is om alternatieven te ontwikkelen voor de huidige situatie. Het hoeft niet te blijven zoals het nu is.

Wij beginnen niet bij nul. Onze geschiedenis geeft aanknopingspunten voor verandering. Een belangrijke inspiratiebron voor de westerse cultuur, en voor de manier waarop we tegen economie aankijken, ligt verborgen in middeleeuwse kloosters. Daar werkten mensen als gelijken samen en zette ieder zijn talenten in om samen tot meer kwaliteit van leven te komen. Individuele vrijheid is belangrijk, naast het besef dat je het alleen niet redt, dat je elkaar nodig hebt.

Later vindt die praktijk zijn weg naar de steden, met zijn gilden. Hier komt het besef op van de mens als homo cooperans, de samenwerkende mens, die zijn of haar creativiteit en kracht inzet voor het gezamenlijke doel. Eeuwen later ontstaat de homo economicus, die vooral uit is op eigen gewin.

In de economie zoals deze zich ontwikkelde, won deze homo economicus van de homo cooperans. Theoretisch speelt deze laatste geen rol van betekenis meer, praktisch is hij nooit helemaal verdwenen. Mensen werken altijd met elkaar samen. In elk bedrijf dat je binnenstapt, wordt samengewerkt. Handel kan niet bestaan niet zonder samenwerking.”

monastery-2983687_1920
Beeld door: Pixabay

Het heersende economische vertoog maakt korte metten met alternatieven

“Dat heet het TINA-denken: There Is No Alternative. Zo laat je jezelf weg definiëren als actor in je eigen wereld. ‘Als wij niet voldoen aan de eisen van het systeem, gaat het fout.’ Denk aan de dominante gedachte dat er economische groei moet zijn. Wie daar vraagtekens bij zet, wordt met TINA om de oren geslagen.

Het neoliberale economische denken is een verhaal met een sterke overtuigingskracht. Tegelijk weet je dat het de werkelijkheid verwringt. De vraag is: willen dit verhaal nog wel? De geschiedenis en zeker ook de bijbelse traditie geven ons genoeg in handen om een ander Groot Verhaal te gaan vertellen. Een verhaal over samenlevingsvormen waarin wij erkennen dat wij elkaars gelijken zijn. Dat je ieder een eigen ruimte moet hebben, dat vrijheid belangrijk is. En dat je altijd onderdeel bent van de gemeenschap, waaraan jij een eigen unieke bijdrage aan levert en tegelijk door geholpen wordt.

Dat besef is belangrijk om in te zien wat er in de huidige samenleving aan de hand is en wat er mis gaat. En vooral om een verandering ten goede in gang te zetten. Wij willen geen samenleving waarin eigen winstmaximalisatie voorop staat en de rest je letterlijk gestolen kan worden.

In ons strijden twee krachten met elkaar. We voelen de aantrekkingskracht van het succesverhaal. Tegelijk voelen we dat het niet klopt en verlangen we naar een creatieve balans tussen individu en gemeenschap. Daarom is het van groot belang welk verhaal we vertellen, welke kracht we sterker maken in ons spreken en denken.”

U noemt drie 'helden uit de christelijke traditie' die ons kunnen helpen bij de transitie naar een economie van de vreugde: de mystica Hildegard van Bingen, de bedelmonnik Franciscus van Assisi en kerkvader Augustinus. Welke inspiratie bieden zij ons?

saint-francis-3722001_640
Franciscus van Assisi Beeld door: Pixabay

“Augustinus ziet de geschiedenis als een voortgaande strijd tussen de amor sui, de negatieve eigenliefde, en de amor Dei et proximi, liefde voor God en de medemensen. Amor sui is: jezelf op de eerste plaats zetten, ten koste van anderen.

Dat die strijd voortdurend gaande is, is een belangrijk inzicht. Het helpt ons te beoordelen of de huidige economie nog goed is voor ons en de wereld waarin wij leven. Om onszelf de vraag te stellen: draait het in onze economie om eigenliefde of om liefde voor God, de naasten, de schepping?

Denk niet dat de amor sui altijd wint of dat het bij voorbaat een verloren strijd is. Augustinus stelt dat er wordt geschaakt tussen de beide machten. Ga deze strijd aan, zonder te denken dat je ooit een utopische eindsituatie bereikt. Soms wordt het beter dan het was, maar de hemel komt nooit op aarde. Ideaal en perfect wordt het nooit, maar wat je doet, heeft altijd betekenis. Ellendig wordt het pas als je de strijd niet meer aangaat.

Hildegard en Franciscus laten ons zien dat de gemeenschap van mensen ook een gemeenschap met de natuur is. Franciscus preekt tot de dieren, als medeschepselen. Hildegard geeft de natuur om ons heen een bijna paradijselijke betekenis. Ook daarin is God aanwezig. Wij mensen zijn geen heersers over de schepping, wij moeten mee ademen met de natuur. Dat besef is onmisbaar om de klimaatcrisis te bestrijden.”

U beschrijft zes transformaties die nodig zijn om een economie van de vreugde te realiseren. Een daarvan leidt tot bedrijven die de vorm van een coöperatie aannemen. Wat is het belang daarvan?

“Wereldwijd herleeft het coöperatieve denken. Gewone mensen, zonder grote financiële vermogens, brengen samen iets tot stand wat individueel nooit was gelukt. Veel van wat in Nederland is opgebouwd, kent zo’n coöperatief verleden. Verzekeringsmaatschappijen, banken zoals de Rabobank. Dat geeft mensen invloed en controle om in hun leven dingen in eigen hand te houden, samen besluiten nemen. Momenteel worden er windparken aangelegd met geld van tientallen particulieren in een coöperatie, zonder durfinvesteerders.

Dat heeft indirect ook veel betekenis voor de democratie. Die kan niet goed functioneren als mensen niet op verschillende niveaus leren om met elkaar te overleggen en het eens te worden. Democratie betekent niet ‘ik krijg altijd gelijk en anders ben ik boos’. De kern van gezamenlijke initiatieven is het compromis. Soms verliezen, soms winnen. Het is leren dat het vaak lastig is, dat je je best moet doen om er samen uit te komen.

Dictaturen kijken met argusogen naar burgers die er samen proberen uit te komen. Dat was in het Romeinse Rijk al zo. In China zijn al decennialang verenigingen van meer dan 29 leden verboden. Er bestaan in dat land dus ook nauwelijks bovenlokale, laat staan nationale verbanden. Kennelijk beseffen de machthebbers daar heel goed hoeveel kracht er schuilt in coöperatieve verbanden.”

mall-893205_1920
Beeld door: Pixabay

Laat het enorme complex van neoliberale, economische macht zich temmen?

“Dat is steeds de spannende vraag. Het complex is in korte tijd op deze manier ontstaan. Ik denk dat het ook kan lukken om het in betrekkelijk korte tijd een andere richting te geven. Een van de dogma’s van de neoliberale economie is dat de overheid zo klein mogelijk moet zijn. We hebben juist een sterke politiek nodig, op Europees niveau, om effectieve tegenmacht te organiseren.

Het opinieklimaat verandert. Consumenten hebben enorme invloed, met hun bestedingspatroon kunnen zij het aanbod van producten sturen. Bedrijven gaan meer waarde hechten aan hun maatschappelijke reputatie. Consumenten hebben een hekel aan vervuilende zakkenvullers.

Ook onder grote investeerders is er een kentering. De CEO van een van de allergrootste investeringsmaatschappijen, Larry Fink van Black Rock, schreef een brief waarin hij bedrijven waarin hij investeert, oproept om een langetermijnoriëntatie te ontwikkelen. Daar komt bij dat in men in grote bedrijven merkt dat juist jonge, talentvolle medewerkers niet alleen, of zelfs niet in de eerste plaats, voor het grote geld gaan, maar juist echt iets willen betekenen voor de wereld. Er verschijnen steeds meer publicaties over betekenis, zingeving, juist in en door je werk.

De goede combinatie van een sterkere overheid, bewuste consumenten, maatschappelijk verantwoorde bedrijven en investeerders met een sociale en duurzame agenda zou deze verandering op gang moeten kunnen brengen.”

Paspoort

Govert Buijs (Damwoude, 1964) is politiek filosoof met een bijzondere aandacht voor de christelijke traditie.

● Studeerde politicologie, theologie en filosofie.

● Is sinds 2011 bijzonder hoogleraar Politieke Filosofie en Levensbeschouwing aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Bezet sinds 2016 ook de F.J.D. Goldschmeding leerstoel Economie in Relatie tot Civil Society.

● Won dit jaar met het boek Het goede leven en de vrije markt (geschreven met Ad Verbrugge en Jelle van Baardewijk) de Socrateswisselbeker, de jaarlijkse prijs voor het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek.

● Publiceerde recent: Waarom werken we zo hard? Op weg naar een economie van de vreugde (Boom Uitgevers, 160 blz., € 17,50).

Govert Buijs is getrouwd, woont in Amersfoort en heeft twee kinderen. Hij is lid van de Protestantse Kerk in Nederland.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Volzin nr 7, 2019. Voor meer informatie kijk op Volzin.

Voor meer informatie over Waarom werken we zo hard? van Govert Buijs of om dit boek te bestellen: klik hier.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
post

Kees Posthumus

verteller en journalist bij Kees Posthumus Vertelt

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.