De man in de tbs-kliniek had duidelijk een heroïneverleden. Zwarte tanden en een gezicht waarop jarenlang drugsgebruik diepe sporen had achtergelaten. Laura speelde haar voorstelling Liefhebben in de kliniek. De tbs’ers bleven niet braaf zitten, maar deden mee. Eerst nogal schrikken, dat geschreeuw erdoorheen. Tot Laura ze vroeg wat voor hén dan liefde was. En de man met de zwarte tanden antwoordde: “Het schijnt dat de hel helemaal niet bestaat, maar alleen de hemel, en dat dus alles liefde is.”
Dat zijn de momenten waarop er onverwacht iets moois ontstaat, zegt Laura van Dolron, theatermaker en ‘stand up philosopher’. Ze speelt in theaters, maar ook bij AA-bijeenkomsten, in tbs-klinieken, op De Parade, soms in een kerk. Haar voorstellingen gáán ergens over. Hoewel soms bedrieglijk eenvoudig, aan de hand van anekdotes over haar dagelijks leven en zonder opsmuk. Alleen op een podium zonder decor, kostuum, of muziek. En dan meteen de diepte in. “De eerste zin van mijn laatste voorstelling is: dit is voor iedereen die pijn heeft. Dan kom je dus meteen to the point. En je voelt gelijk of iedereen meegaat, of dat er een paar mensen zijn die gaan steigeren. Dus meteen, hop, gáán. Daarna wordt het vaak ook nog leuk en licht hoor, maar wel vanuit die diepte. Ik ben helemaal niet goed in small talk op feestjes. Dan ben ik mij er erg van bewust dat er over van alles gepraat wordt, maar de belangrijke dingen niet worden gezegd. Zet mij liever op een podium voor tweehonderd man dan op een feestje.”
Het tekent de theatermaker die haar voorstellingen beschouwt als een zoektocht naar de dingen waar het om draait in het leven. En die op het podium ook de confrontatie aangaat met wat vaak als lastig, moeilijk of ongemakkelijk wordt beschouwd. “Mijn ouders gaven mij de ruimte en het zelfvertrouwen om dit werk te durven doen. Ik heb de zekerheid gehad dat ze graag naar mij luisterden en keken, ik heb me altijd gezien en gehoord gevoeld. Zo kreeg ik als kind al een soort podium waarop ik me fijn voelde. Maar alles uitspreken en benoemen, dat is juist iets wat ik een beetje gemist heb in mijn jeugd. Er werd in ons gezin wel gepraat en gefilosofeerd over het leven, maar wij gingen niet veel confrontaties aan. Mijn broer, zus en ik zijn daar alle drie bang voor. Dus misschien heb ik het podium juist wel genomen om de dingen wél aan te gaan.”
De kunst is dan te verwelkomen wat zich aandient. Ze speelde op De Parade en vertelde over de tbs-er die vond dat alles liefde is. Daarop riep een vrouw in het publiek: “Je mag daar niks aardigs over zeggen, want tbs’ers zijn geen mensen, dat zijn monsters!” “Ik ben dan nu, door al die jaren ervaring, in staat om liefdevol op haar te reageren en te zeggen: wat dapper dat u dat hier zegt. En om een dusdanig gesprek aan te gaan, dat de rest van het publiek uiteindelijk zat te huilen. Een familielid van die vrouw was ooit aangevallen door een tbs’er, dus er zat gewoon heel veel pijn bij haar. En omdat ik zo’n reactie verwelkom en niet denk dat het misgaat omdat er iemand doorheen roept, wordt het uiteindelijk een heel mooie scene.”
Op het podium lukt het inmiddels best goed, maar in het echte leven is het een stuk moeilijker om de confrontatie aan te gaan, bekent ze. Vooral nu ze midden in een relatiecrisis zit. Maar ze probeert steeds meer ook daarin de lastige dingen niet uit de weg te gaan. “We weten nog niet of en hoe we hieruit gaan komen. Maar ik probeer er niet voor weg te lopen. Ik wil me meer uitspreken en proberen uit te zoeken wat er aan de hand is. Maar soms vlamt de pijn ineens zo erg op. Gisteren was ik in een museum met mijn twee dochters. En toen voelde ik die pijn zo erg dat ik twee keer naar de wc moest rennen en daar heb zitten huilen. Maar ineens dacht ik: ik ga gewoon timen hoe lang dit duurt, want dit kan niet blíjven duren, dit gevoel gaat voorbij. Dus ik heb echt op m’n klok gekeken en inderdaad, 33 minuten later was ik opeens samen met m’n kinderen iets met een hijskraantje aan het doen en merkte ik hé: het is weer weg. Het gevoel verwelkomen in plaats van uit de weg gaan helpt echt om er niet in te blijven hangen. Dat ben ik aan het leren nu.”
Wat levenskunst precies is, weet ze niet. Maar het heeft wel iets te maken met de realiteit zien zoals deze is, je gedachten erover minder serieus nemen. En openstaan voor een ander soort wijsheid die veel dieper zit, in je hart. “Daar zit de liefde en openheid en dat onbeschreven blad dat je bent als je geboren wordt. We kunnen het onszelf zo moeilijk maken met onze gedachten. Laatst lag ik met mijn dochters, ze zijn vier en zes, in bed. Te genieten van hun aanwezigheid, die kleine voeten tegen me aan. En ineens kwam de gedachte in mij op: stel dat we nooit meer met z’n vieren hier liggen! Daardoor werd ik erg verdrietig, terwijl er op dat moment niets aan de hand was. Waarom zou ik dat mooie moment laten verpesten door mijn gedachten erover? Die dochters die lekker tegen mij aangekropen liggen, hoe kan ik dit nou tot wapen maken? Tot pijn? Tot iets waar ik verdriet door voel? Dat moeten we gewoon allemaal leren in het leven. Ik zou het geen kunst noemen, het is gewoon leren léven. Naar je ademhaling toe, die voetjes voelen …”
“Ik pleit voor een ‘en-en’-levenshouding. Verschillende dingen kunnen naast elkaar bestaan. De realiteit is zoveel mooier, rijker en complexer dan we denken. Ik denk dat het ego erg is van ‘of’. Het is goed óf slecht. Je haat hem óf je houdt van hem. En daar moet je op handelen, nu. Nee, het is álles en het is ingewikkeld. Alles bestaat naast elkaar en het is allemaal waar. Als je voor één waarheid kiest, kom je op een smal pad waarin je misschien wel vastloopt. En dan kies je weer voor een andere smalle weg. Terwijl het leven zoveel méér omvat: zoveel verschillende momenten waarin er iets kan gebeuren. Als ik verdrietig word van de gedachte dat we nooit meer met z’n vieren in bed zullen liggen, dan herinner ik me één moment dat het heel leuk was. Er waren vast ook momenten dat het niet leuk was, maar dat mooie moment was er ook. Dus waarom zou ik dan nu verdrietig zijn? En waarom zou ik het projecteren op een toekomst die ik niet ken en waarin er ook allerlei leuke dingen kunnen gebeuren? Het besef dat al die schakeringen van het leven er mogen zijn, ontspant.”
Je hoeft het leven geen zin te geven, want die ís er al, vindt Laura. Ze heeft er zelfs een voorstelling over gemaakt: Sartre zegt sorry. Daarin verontschuldigt de Franse filosoof zich voor het feit dat hij die zin niet zag en daarom beweerde dat ‘ie er niet was. Ze lacht: “Volgens mij zijn veel filosofen gewoon depressief en hebben ze daar een hele filosofie omheen ontwikkeld die zegt dat het leven geen zin heeft. Want het is natuurlijk ondraaglijk dat iedereen die zin wel ziet behalve jij. Dus dan gaan ze maar zeggen dat hij niet bestaat.” Wat die zin dan is? “Voor mij dat er heel veel schoonheid en liefde is. Kijk bijvoorbeeld naar de natuur, die is zo aan het zíjn. Een vogel of bloem vraagt zich toch ook niet af of zij wel goed genoeg is? Mijn dochter van vier zag laatst een foto van zichzelf en zei: ik vind mezelf heel mooi. Dat blijven zien en blijven behouden, en elkaar daaraan herinneren, aan die schoonheid die we eigenlijk zijn, daar gaat het volgens mij om. Zij ziet dat zij mooi is, en omdat zij het zegt, voel ik: ja, maar ik ook! Dan komt er ruimte voor die schoonheid. En dan hoef je helemaal niet meer te twijfelen aan de zin van het leven.”
Soms wordt er gevraagd: ‘Wat zou jij je kinderen leren over liefde?’ Dan zeg ik: niets, ik zou naar ze luisteren. Een uitspraak van Krishnamurti luidt: Voed jezelf op en laat je kinderen met rust. Dat doe ik eigenlijk ook op het podium: mezelf opvoeden en het publiek een beetje met rust laten. Ik laat zien wat ik in het leven aan het onderzoeken ben. Ik heb de wijsheid ook niet in pacht, dus ik nodig je uit om mee te zoeken en open te staan voor wat zich aandient. Achter alle oordelen die we over elkaar hebben, de meningen en de gedachten zit die schoonheid en die liefde die we zo vaak uit het oog verliezen.
Op het podium probeer ik voorbij al die gedachtespinsels te komen tot dat pure en zuivere. Door oprecht te zijn over mijn gevoelens en het publiek te confronteren met mijn, en daardoor ook hun eigen, kwetsbaarheid. In die situatie, met al die luisterende mensen, mijn rustige aanwezigheid en dat lege podium zonder afleiding creëer ik een ruimte waarin het vaak lukt om tot die kern te komen.” Lachend: “Nu alleen in het echt nog even.”
Laura van Dolron (1976) werd geboren in Rotterdam en deed de toneelschool in Maastricht. Ze treedt op in het theater, maar schrijft en speelt ook voorstellingen op locaties als psychiatrische inrichtingen, de voedselbank en de AA. Daarnaast maakt ze ook optredens op maat. Dit interview is oorspronkelijk gepubliceerd op 29 oktober 2021 en opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Winterherhalingen.