Welke keuze is de belangrijkste geweest in uw leven?
“Belangrijk zou ik het volgende niet willen noemen, wel bepalend. Nadat ik als 15-jarige puber de kerk had verlaten, ben ik via een omweg in een evangelische stroming christen geworden. Deze keuze is bepalend geweest voor wat ik hierna ben gaan doen. Ik ben me namelijk gaan inzetten voor sociale en politieke vraagstukken, met name de bestrijding van armoede en sociaal onrecht en de communicatie rond de relatie tussen evangelie en cultuur en samenleving. Ongeveer twintig jaar geleden heb ik hiervoor creatieve vormen gevonden: theaterstukken schrijven, schilderen en televisie maken. Het was een keuze om vanuit een agnostische, sociaal-activistische hoek ruimte te geven aan de stem van de Geest, stil te worden en vanuit God en het hart te leven.”
Waarom hebt u gekozen voor een evangelische stroming en niet voor bijvoorbeeld de katholieke kerk?
“Ik koos niets maar werd overvallen door mensen die mij heel direct aanspraken. Denk aan een olieboer, een verhuizer en een arbeider met hun simpele vraag: “Ken je Jezus?” Irritant! Maar toch, eerlijk, het liet me niet los. Het relativerende van mijn upper middle class afkomst, vaak badinerend en ironisch over gelovigen, deed mij niets. Ook was het sociaal activisme van die tijd erg idealistisch en onpersoonlijk: het ging om de juiste spandoeken en het ‘omturnen’ van de structuren. Kortom: het was een verzet tegen traditie zonder voedsel voor de ziel.”
U hebt vorig jaar samen met Peter Pit en Karin Timmerman het boek ‘Ooit Evangelisch. De achterdeur van Evangelische gemeenten’ geschreven. Dit baanbrekende boek schetst een onthutsend beeld van gebeurtenissen bij de evangelische achterdeur, maar laat ook zien hoe mensen omgaan met ingrijpende veranderingen in hun geloof en leven. Waarom dit boek?
“Dat is gebeurd uit pure interesse in mensen van wie ik houd en die mijn eigen hoekje hadden verlaten. Maar ook om mezelf voor de spiegel te zetten. Ik behoor tot de smaakmakers in deze stroming, spreek veel, heb televisie gemaakt en voel me ook verantwoordelijk. Maar er is nog iets. Na vier decennia in de evangelische wereld heb ik ook zelf vragen. Te beginnen bij het gebrek aan een vragende houding. Waarom is die er? En: waardoor is er een gebrek aan zelfreflectie, diepgang, inhoudelijkheid en zorgvuldigheid ontstaan in mijn eigen kringen? De onopgeloste spanning tussen grote geloofsclaims en de werkelijkheid van lijden en strijd is een belangrijk thema wat dat betreft. Maar ook het gebrek aan stilte. Het lijkt soms op fluiten in het donker. In ieder geval wilde ik luisteren naar mensen die ook deze en andere vragen hebben.”
Heeft het boek dát bereikt wat u ermee wilde bereiken?
“Meer dan dat. Het begon als een klein initiatief, maar het liep wat uit de hand. De pers maakte het groter en uitgeverij Kok kwam langszij. Het heeft voor de respondenten gewerkt als herkenning en erkenning. Voor sleutelfiguren was het een moment van reflectie. Veel mensen konden het niet plaatsen, maar hebben er wel over gesproken.”
Hoe vrij zijn evangelischen in hun geloofsbeleving vandaag de dag?
“Dat is een lastige vraag. De ruim honderd respondenten van het onderzoek vonden de evangelische gemeenten – niet te verwarren met de evangelische beweging – te gesloten, dwangmatig en veeleisend. Je kunt in ieder geval stellen dat evangelischen zeer vrij zijn als het om vormen gaat, maar moeilijk overweg kunnen met vormen en gebruiken uit de meer liturgische tradities. Maar dat geldt ook vaak andersom. Daar zit een grens die hier en daar wordt doorbroken in nieuwe gemeentevormen, emerging churches en de nieuwe interesse voor monastieke ordes en meditatie. Als het gaat om inhoud houden evangelische christenen Jezus in het middelpunt en de bijbel als Woord van God. Maar hoe dat dan precies in de praktijk werkt en waar de grenzen liggen, is niet altijd even helder. Hoe staat het met schepping en evolutie, wat doen we met de bijbel, bij bepaalde ethische vragen, hoe te denken over hemel en hel… het zijn allemaal moeilijke vragen. Het lijkt erop dat er ten aanzien van deze en andere vragen veel in beweging is. Cruciaal is het probleem dat er moeilijk met diversiteit omgegaan kan worden.”
Is dat erg?
“Als verschillen niet bespreekbaar gemaakt worden en er geen cultuur van luisteren is, ontstaat er een onuitgesproken uitsluiting. Of anders verwoord: een angstige taboecultuur die tot fundamentalisme kan leiden. ”
Waar ligt voor u de grens tussen geloofsvrijheden en binding aan een kerk?
“Ik kies voor een geloofsgemeenschap. Dat is een vrije keuze en betekent dat mijn vrijheid de gemeenschap moet dienen.”
Wat bedoelt u hiermee?
“De keuze voor de gemeenschap wil ik boven mijn eigen agenda plaatsen. Een ongevaarlijk voorbeeld uit de tijd van de discipelen van Jezus maakt dit duidelijk: als ik meen alles te mogen eten, zal ik degene die zich aan bepaalde voedselwetten wil houden, niet voor het hoofd moeten stoten. Je kunt beter jezelf beheersen en uitgaan van de vraag ‘Hoe gedraag ik mij zo dat de ander daar beter van wordt?’ En als het gaat om het celibaat of liturgische vormen: je kunt beter samen zoeken, dan je eigen ideeën doordrukken. Nog concreter: issues als relatievormen, seksuele geaardheid of het avondmaal mogen niet onderwerp worden van een politieke agenda. Als dat gebeurt als provocatie, kantelt de betekenis en wordt er een grens overschreden.”
Wie of wat bepaalt uiteindelijk wat u kiest?
“In essentiële keuzen, dus keuzen die mijn bestaan aangaan, heb ik processen meegemaakt die een mengeling van rationaliteit, gevoel, intuïtie, omstandigheden en naar ik meen ook de werking van Gods Geest waren.”
Wanneer ervaart u iets als ‘Gods Geest’?
“Gods Geest onderscheiden heeft te maken met oefening. Allereerst door te erkennen dat misschien wel 99% van ons denken, voelen en fantaseren, dromen en intuïtie zich binnen mijn eigen psyche afspeelt. Dat is prachtig en God gebruikt al die processen net zo goed. De 1% openbaring is voor mij te onderscheiden, maar wordt door een ander ook psychologisch verklaard. Da’s prima. Ik meen dat de Geest van God mij iets laat kennen van het binnenste van God zelf. Die verticale flits kan ik eenvoudig niet ontkennen. Het is onderdeel geworden van mijn manier van kennis opdoen en keuzen maken. Maar die flits is altijd onderdeel geweest van het gewone leven. Het heeft mij mens gemaakt en geen excentriek type van de categorie ‘Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet.’ Recht overeind blijft altijd mijn verantwoordelijkheid en mijn antwoord op de tekst: ‘Hoor Israël, de Heer is God, de Heer is één. Heb God lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten, en de naaste als jezelf.’”
Veel jongeren in Nederland geven aan het niet altijd gemakkelijk te vinden met de enorme hoeveelheid keuzemogelijkheden om te gaan. Herkent u dit probleem bij jongeren die u kent en bij uzelf?
“Relaties, studies, banen… Tja, er zijn nogal wat wisselingen. De generaties X en Y (mijn kinderen) weten zich goed te redden, maar wisselen nogal van commitments. Relaties zijn wel bestendig en serieus. Serieus in de zin dat er ‘zwaar aan getild wordt’ en daarom misschien ook bestendiger. Veel Evangelische jongeren kiezen, als reactie op het gangbare samenwonen, voor een vroeg huwelijk en kinderen. Mijn observatie is dat er daarom ook gekozen wordt voor continuïteit in het werk. De gezinsschoorsteen moet roken. Bij veel twintigers zie ik ook een spanning tussen het Evangelisch ideaalbeeld, de verwachtingen en de keuzen in de praktijk: verschillende relaties achter elkaar, seksuele gemeenschap voor het huwelijk, de ‘gekregen’ kinderen worden ook ‘genomen’, scheiden is een optie, assertiviteit en emancipatie lopen gelijk op met de samenleving, conflicten horen er bij en rolpatronen zijn niet hiërarchisch. Kortom, eigentijdse verschijnselen.”
De afgelopen jaren hebben veel kerken de keuze gemaakt om de eigen identiteit weer meer naar voren te halen in de maatschappelijke discussie over religie en het nut van geloven. Wat vindt u hiervan? Gaat dit niet ten koste van een ‘wij-gevoel’ in Nederland?
“Ik denk dat het benadrukken van de eigen identiteit de maatschappelijke discussie bevordert als die keuze gepaard gaat met respect voor andersdenkenden. De smeltkroes-trend werkt niet. Beter is de ‘salade-schotel’ waar tomaten en komkommers, sla en olijven duidelijk zichtbaar blijven en toch een eenheid vormen.”
Gisteren waren de gemeenteraadsverkiezingen. Veel mensen in Den Haag en Almere – ook jongeren – hebben op de PVV gestemd. Wat vindt u van een keuze voor de PVV?
“Ik vind dit zorgwekkend en gevaarlijk en het roept om staatsmanschap, niet om partijpolitiek. Met staatsmanschap bedoel ik een vorm van politiek bedrijven die stabiliteit en vertrouwen schept of herstelt. Het afgelopen decennium is bepaald door kortademigheid, allerlei deel-issues, incidenten en een gebrek aan een besef van ambtelijkheid. Mensen moeten weer een voorbeeld willen zijn in taal en gedrag.”
Wat een inspirerende man zeg. Heb hem vaak op de tv gezien bij de EO, zapte dan vaak meteen naar een ander kanaal. Heb daar nu spijt van. Heb zijn boek nog niet gelezen, maar geweldig dat hij dit gedaan heeft. Ben zelf ooit uit de Pinkstergemeente gestapt en dat wordt me nog steeds kwalijk genomen.
Goed dat op Nieuwwij.nl ook eens het andere dan progressief christelijke geluid te horen is.
Ik zou het niet als waanzin willen betitelen wat Bruyne uitkraamt, maar ‘een keuze voor de PVV ‘ ‘zorgwekkend en gevaarlijk’ noemen en daar tegenover de roep ‘om staatsmanschap’ stellen is toch wel vaag gedaas. En onverantwoordelijk.
En als die staatsman er dan is, hem niet herkennen! Het ouwe liedje.