Waarom denk je dat mensen jou een goede religiejournalist vinden?

“Op Twitter laat ik zien dat ik snel op de hoogte ben van belangrijke religiezaken, zonder dat ik daar een bepaald toontje bij heb. Ik heb ervoor gekozen de dingen te brengen zoals ze tot mij komen en er niet meteen wat van te vinden. Een heleboel andere journalisten die zich met religie bezig houden, doen dat wel. Zij gaan bijvoorbeeld meteen het nieuws duiden, zetten het weg of doen er lacherig over – maar daarmee lever je al een deel van je kracht in. Je ontkomt er niet aan dat je op sommige momenten je mening moet geven, zeker in mijn positie. Maar als journalist zie ik het primair als mijn taak recht te doen aan de intenties van de ander, om daarin eerlijk te zijn. Op het moment dat je ergens je mening over geeft, loop je het risico dat je het grotere plaatje uit het oog verliest. Op twitter kan die mening zelfs het nieuwsfeit an sich overschaduwen, waarmee je degenen die betrokken zijn bij het nieuwsfeit geen recht doet. Ik denk dat daar wel een valkuil ligt voor veel journalisten. Voor mijzelf geldt dat ook, je geeft immers altijd wat context mee. Maar daarin ben ik voortdurend aan het reflecteren: is dit eerlijk, doe ik hiermee recht aan die ander? Zeker wanneer het gaat over religie, wat zoiets existentieels is: het gaat over de diepste gevoelens van mensen. Het is dan ook heel relevant om daar op een goede, voorzichtige en integere manier mee om te gaan. Zelfs al gaat het over het instituut. Voor christenen is de kerk immers een soort manifestatie van Christus op aarde en dan is het belangrijk dat je daar met respect over spreekt en het niet neerzet als iets dat achterhaald is. Als je dat wel doet, loop je de kans om minder serieus genomen te worden en irritatie op te wekken.”

In het onlangs verschenen SCP-rapport staat onder andere dat mensen steeds minder met instituties hebben. Dan snappen we ook meteen weer waarom jullie het zo moeilijk hebben. Een krant die zo verweven is met de kerk, is blijkbaar niet meer van deze tijd. Toch is iedereen hier op de redactie gek genoeg niet in rep en roer omdat het schip met man en muis dreigt te vergaan. En er valt nog vrolijk elke dag een krant op de mat. Is het niet hoog tijd om het roer om te gooien?

“Je moet je niet vergissen hoeveel mensen het nog fantastisch vinden om die papieren krant te lezen. Uit lezersonderzoeken blijkt ook dat men heel tevreden is over de kwaliteit van de krant. Als je dat zomaar omgooit, dan raak je die hele groep kwijt.”

Die groep raak je sowieso een keer kwijt natuurlijk. Krantenlezers zijn toch vooral grijze bolletjes?

“Het klopt dat er veel vergrijzing is, bij alle kranten. Maar er blijft echt behoefte aan goede christelijke journalistiek. Aan de vorm moet je niet vastzitten, dat zou inderdaad onze ondergang worden. Daarbij zou het veel goedkoper zijn om iedereen een Ipad te geven en te stoppen met de papieren krant. Alleen dat willen onze abonnees niet. Zij hebben er nog fors geld voor over om dit product te krijgen. De vraag naar de krant loopt terug, dat klopt, en dat dwingt ons zeker om na te denken over ons product en de mogelijkheden om dat te vernieuwen of aan te passen. Het vraagstuk van hoe je de jongere generatie gaat bedienen, zonder dat je de oudere generatie kwijtraakt, daar zijn we volop mee bezig. Maar wees ook niet te negatief over onze capaciteiten om mee te gaan in deze snel veranderende tijd. Juist als kleine krant zijn we daarin flexibeler dan de grote kranten. Het zegt wel wat dat een grote uitgever als de Persgroep naar ons toekomt om te vragen hoe wij onze content op de website aanbieden.”

Maar zeg, als je jongeren wilt bereiken dan moet je ook jongeren aannemen om hen te bereiken. Dat gaat nog niet zo best, als ik het zo zie. Gelukkig ben ik jong! En ik vind mijzelf ook buitengewoon geschikt voor het werk. Maar, hoe overtuig ik jou?

“Je hebt willen en je hebt kunnen. Op dit moment denken we wel drie keer na voordat we iemand een contract aanbieden. Maar onmogelijk is het niet. Je moet gewoon donders onderscheidend zijn. Maar ook daadkrachtig, enthousiast en gretig. De plekken zijn heel beperkt, je moet jezelf nog meer bewijzen dan vijftien jaar geleden. Toch, als je het in je hebt, dan zie ik zeker perspectief. Bovenal moet je een goede journalist zijn. Iemand die nieuwsgierig is, die de interessante dingen weet te vinden, die goede vragen stelt, een luisterhouding heeft, goed de vertaalslag weet te maken naar het publiek, duiding kan geven en kennis van zaken heeft – met als uiteindelijke doel om de personen en gebeurtenissen waar het over gaat recht te doen. Dat geldt voor elke journalist. Maar wanneer het gaat over religie dan krijgt journalistiek een extra dimensie, omdat religie raakt aan de identiteit van mensen en dus gevoelig ligt. Daar sensitief mee om kunnen en willen gaan, is essentieel. Dat maakt dat je ernaar streeft een compleet en eerlijk beeld neer te zetten en niet alleen de uitwassen. Maar ook dat je nooit zomaar vooroordelen bevestigt. Zelf ervaring hebben met geloven is dan ook echt een pre. Dat ik geloof en ermee ben opgegroeid, helpt mij zeker in dit werk. Hetzelfde zou overigens ook opgaan voor een sportjournalist. Als hij op zijn dertigste voor het eerst een stadion van binnen ziet, dan gaat hij het moeilijk krijgen.”

Ik hik een beetje aan tegen dat ‘kennis van zaken’. Dat (religie)journalisten kennis van zaken moeten hebben, daar is iedereen het wel over eens. Maar wat dat precies inhoudt, daar verschillen de meningen over. Wat bedoel jij er precies mee?

“Dat zit volgens mij vooral in de eigen ervaring, zowel met het geloof als met het vak. Ik heb het meeste geleerd van de journalistieke praktijk. Het kan helpen als je een opleiding hebt gedaan in de richting van religie en theologie. Zelf heb ik die niet gevolgd, maar zo’n studie geeft je wel specifieke kennis van zaken. Dat kan je onderscheidend maken ten opzichte van algemeen opgeleide journalisten. Toch telt uiteindelijk het journalistieke resultaat. Ik beoordeel journalisten op basis van het product dat ze afleveren en de houding die ze ten toon spreiden. Zo zie je maar weer dat kennis van zaken zich met name manifesteert in hoe je het vak oppakt: kan je onderscheiden wat nieuw, bijzonder, anders en leuk is op jouw specifieke terrein? Het is vooral een kwestie van gevoel ervoor hebben, het in de vingers hebben – dat is moeilijk uit te leggen. Tegelijkertijd is het zaak echt goed op de hoogte te zijn. Zo moet je als journalist accepteren dat religie en geloof steeds meer buiten de kerkmuren treedt, zonder dat je daar meteen je mening over hebt. Dat religie zo complex is en zoveel gezichten heeft, maakt mijn vak het mooiste dat er is.”

Elze Riemer (27) is masterstudent Media en Religie aan de Vrije Universiteit. Vanaf begin februari tot eind mei 2014 zal zij zich tijdens haar stage bij Nieuwwij.nl bezighouden met de vraag: is er toekomst voor religiejournalisten? Het is een relevante vraag, waarop het antwoord alles behalve eenduidig is.

elzer

Elze Riemer

Godsdienstwetenschapper en Journalist

Elze Riemer is freelance journalist voor verschillende media op het vlak van zingeving en religie. Haar specialiteit is het verdiepende …
Profiel-pagina
Al 3 reacties — praat mee.