Uitvaartmanager Anita van Loon wordt gevolgd op haar zoektocht om de verschillen bij elkaar te brengen in het beoogde rouwcentrum. Is een nieuw rouwcentrum voor alle culturen een wens vanuit de Bijlmer of het opportunisme van een uitvaartbedrijf dat de markt wil veroveren?

Rigter: “Grote uitvaartbedrijven waren vrij conservatief, maar de samenleving verandert en bedrijven moeten mee veranderen. Yarden zag dat en dacht: als wij relevant willen blijven, dan moeten wij mee veranderen en ons ook in de multiculturele inclusieve wereld begeven waar wij geen ervaring mee hebben.”

Uit de film blijkt dat het allemaal niet zo gemakkelijk was als ze dachten.

“Nee, als je je in een nieuwe wereld begeeft, dan ken je de nieuwe spelregels van die wereld nog niet. De vraag was natuurlijk ook: zitten de gemeenschappen hier op te wachten? Ze hadden er marktonderzoek naar gedaan en volgens hun inschatting was de behoefte er wel. Dat zou een authentiek verlangen kunnen zijn, maar ook een zakelijk opportunisme vanuit het gevoel nodig te zijn. Het is interessant om te volgen hoe dat de komende jaren zal gaan. Dat is echter niet de focus van de film, het ging mij om het proces van de bouw van het centrum.”

Wat is de kern van deze documentaire volgens jou?

“Deze film gaat over een klein concreet verhaal, maar het thema is veel groter en breder. Het gaat voor mij uiteindelijk over hoe de Westerse samenleving omgaat met nieuwe inwoners, met een gekleurde gemeenschap. Is een multiculturele samenleving in Nederland mogelijk en bestaat deze? Moeten we een grote melting pot worden of is het beter als iedereen in zijn eigen straatje blijft? Ik denk dat het succes van de film mede komt doordat de tijdgeest dit onderwerp heel duidelijk agendeert.”

En wat is jouw idee hierover?

“Ik zie goede pogingen. Ook deze poging van Yarden is, hoewel misschien niet de meest optimale benadering, heel goed. De vraag is alleen of intenties voldoende zijn en of degene die de brug moet slaan de juiste persoon daarvoor is. Dat is wat Anita gaat aanvoelen in de film: ben ik wel de persoon die dit moet doen? In de film zie je dat ze gaat twijfelen aan het project. Ze ziet dat de gemeenschappen het eigenlijk allemaal goed geregeld hebben voor zichzelf.”

Hoe ben je in contact gekomen met de gemeenschappen?

“Dat was de uitdaging. Ik wilde de totstandkoming van dat rouwcentrum volgen, maar ik wilde ook het perspectief van de Bijlmer laten zien. Anders zou het weer een film worden van  iemand vanuit een Westerse samenleving met een blik op die andere gemeenschappen. En dat is wat we al heel lang niet goed doen. Het perspectief van de witte wereld van Yarden en het perspectief van de Bijlmer moesten gelijkwaardig aan elkaar zijn. Dat resulteerde in veel bellen en veel kopjes koffie drinken om zo een band op te bouwen met sleutelfiguren in de gemeenschappen. Als ik echt een keer een uitvaart zou willen filmen dan moest ik het vertrouwen winnen van de belangrijke mensen in die gemeenschap en als díe jou vertrouwen dan kunnen zij jou introduceren bij anderen. Dat geluk had ik een aantal keer, maar dat heeft heel veel tijd en energie gekost.”

Dood in de Bijlmer.01_50_01_11.Still105
Beeld uit ‘Dood in de Bijlmer’

Kreeg je ook een indruk van hoe de verschillende gemeenschappen naar de witte gemeenschap kijken?

“Vanuit de Ghanese gemeenschap was er inderdaad een soort opportunisme: het is economisch goed voor ons om met een groot bedrijf wat zaken te kunnen doen. Aan de andere kant voel je af en toe met bijna plaatsvervangende schaamte hoe dingen gebeuren en hoe er wordt gepraat. Er zit een scène in de film waarin Anita op bezoek gaat bij de Ghanese kerk om de zaalhuur te bespreken. Daar zie je heel goed het verschil in de zakelijke benadering en het verschil in perspectief. Met onze Westerse blik denken we al gauw: nou ja, zo zijn die mensen nu eenmaal, daar moeten wij ons maar aan aanpassen. We willen het ook snel vergoelijken. Maar ja, ik denk dan: misschien moeten zij zich ook een beetje aanpassen.”

Waarom wilde je juist hierover een film maken?

“De dood fascineert mij door ervaringen in mijn eigen leven. Op jonge leeftijd heb ik mijn toenmalige vriendin verloren, een paar jaar later ook mijn broertje, beide bij een eenzijdig auto-ongeluk. Dat grijpt enorm in. Dit was voor mij een manier om te onderzoeken hoe het zat met mijn rouw. Een project als een film is dan heel confronterend, maar omdat je het in een soort werkvorm kunt stoppen is het ook een veilige manier om dat thema aan te gaan. Het tweede was dat de Bijlmer een gebied is dat ik helemaal niet ken. Ik woon er vlakbij, maar ik kom er nooit. Dat is toch gek. Je hebt allerlei vooroordelen over zo’n wijk en ik dacht: zo’n project als dit is een goede manier om die vooroordelen te toetsen aan de realiteit. Hoe gaat een grote, vrij witte, onderneming in een gekleurde wijk dat doen?”

Jij wilt iets maken vanuit het gevoel dat je zelf geraakt bent door iets, als een soort referentiekader?

“Ja, het begint bij mijzelf, ik moet een onderwerp zelf boeiend genoeg vinden om er mee aan de slag te gaan. Het tweede criterium is of het een thema is wat ook anderen aanspreekt of dat ik het zo kan maken dat het universeler wordt. Ik had wel wat twijfel om er aan te beginnen, want ik wilde absoluut geen reclamefilm voor Yarden maken. Ik vroeg mij dus af of ik genoeg vrijheid zou hebben om de beste film te maken die in dit onderwerp zit. Nadat ik Anita had ontmoet werd ik enthousiast, omdat zij er zo onbevangen in stond met oprechte intenties.”

Foto Dood in de Bijlmer3
Beeld uit ‘Dood in de Bijlmer’

Wat heeft vooral indruk op jou gemaakt?

“Je bent bij een heel intieme, verdrietige fase in het leven van mensen. Ik mocht heel dicht bij de mensen komen, zowel bij Anita als bij de mensen in de gemeenschappen die ik niet kende en mij toch toelieten. Dat vond ik echt heel bijzonder. De Ghanese gemeenschap had een heel duidelijk beeld van hoe ze iets gefilmd wilden hebben. Mijn aanwezigheid daar gaf ook status. Sociale status is heel belangrijk, dus hoe meer belangrijke mensen er op jouw uitvaart zijn, hoe beter dat afstraalt op de familie. Ik was in die zin een extra belangrijke partij. Daar hing wel de verwachting aan vast dat ik bepaalde dingen wel filmde en andere dingen niet. Dat was af en toe best zoeken. Ik wilde een observerende film maken, het is niet zo dat zij mij dingen moesten laten zien. Die mensen moesten doen wat ze altijd doen en daar was ik bij. Dat is het magische van filmen, als je dat goed doet, dan ben je er wel, maar je bent er ook niet. Wat mij in het algemeen raakte is hoe verschillend de rituelen zijn, maar hoe het gevoel daaronder heel universeel is.”

Wat is dat voor gevoel?

“Het respect voor de overledene en het betuigen van de liefde van de nabestaanden voor de dierbare. Beide komen in totaal verschillende vormen tot uiting. In de Westerse samenleving is dat heel sober met vooral ingetogen verdriet en herdenking. Bij andere gemeenschappen die ik heb gefilmd is het verdriet heel uitbundig en lijkt dat met een Westerse blik heel vrolijk, maar dat is het niet. Bij de Surinaams Creoolse gemeenschap voelt de dood veel meer als een overgang in plaats van een einde. Dat soort verschillen met daaronder hetzelfde, vind ik heel mooi. Het verschil tussen deze twee werelden wordt in deze film heel zichtbaar door het overlijden van de vader van Anita.”

Wat is rouwen voor jou?

“Rouwen is het omgaan met je verdriet. Het langzaam weer op poten krijgen van je leven. Mijn interesse voor deze film komt vanuit mijn persoonlijke ervaring. Het was niet een persoonlijk rouwproces, maar het voelt nu wel meer afgerond.”

Wat heb je daarin ontdekt?

“Als ik bij een uitvaart was dan moest ik wel aan mijn eigen ervaringen denken, maar het verbaasde mij dat ik er tegelijkertijd met professionele afstand naar kon kijken. Ik ontdekte dat mijn rouwen destijds op een goede manier is verlopen. Ik ben heel erg gedragen geweest door mijn omgeving. Dat gaf mij troost. De dood beangstigt mij niet. Dat is misschien wel iets wat ik door deze film heb gezien. We gaan allemaal een keer dood, maar wat dat dan is, dat blijft een groot mysterie. Ik denk dat onze energie niet verloren gaat, maar dat het weer vervloeit naar iets anders om ons heen. Als je begraven wordt, wordt die energie letterlijk in de grond gestopt. Dan word je weer voeding voor de aarde waar je ook uit voortgekomen bent. Ik geloof in die kringloop. Maar hoe dat er praktisch uitziet, geen flauw idee.”

Dood in de Bijlmer.02_07_24_24.Still154
Beeld uit ‘Dood in de Bijlmer’

Waar hoop je op met deze film?

“Voor mij is het duidelijk dat iedereen gevangen zit in zijn of haar eigen perspectief. Je kunt alleen maar kijken met de blik die jij hebt, je kunt niet de blik van de ander overnemen. Je kunt wel proberen je in te leven, maar dat zal nooit hetzelfde zijn, omdat jij een ander wereldbeeld hebt en vanuit een andere achtergrond komt. Die ander heeft dat ook. Daardoor ontstaan er zoveel misverstanden. Hoe je deze film ziet hangt helemaal af van het perspectief wat je zelf hebt. Ik hoop dat deze film een dialoog op gang brengt tussen de verschillende perspectieven, waardoor er misschien wat meer begrip ontstaat voor elkaars standpunt, zonder dat je het perspectief van de ander wilt veranderen, want ik denk dat dat niet kan. Je kunt wel zorgen dat je je perspectief verbreedt en als de ander dat ook doet, ontstaat er een overlap in perspectieven. Dat is in deze tijd van polarisatie heel welkom. Wat jij ziet is niet dé waarheid, want wat die ander ziet is ook waar. Er is één feitelijke gebeurtenis, maar hoe je die interpreteert, dat hangt af van je eigen perspectief waarin je opgesloten zit. Dat laat deze film zien. Soms raken die perspectieven elkaar, maar soms ook helemaal niet.”

Voordat je aan deze film begon had je een bepaald beeld van de Bijlmer. Is dat beeld veranderd?

“Mijn doel was om echt achter de voordeur te komen. Er niet van buitenaf naar te kijken, maar proberen er in te komen en dat ook te laten ervaren. Als er bijvoorbeeld een bijeenkomst was of als er gedanst werd, dan gingen we er middenin staan met de camera. Dat was soms best ongemakkelijk, maar daarmee heb ik voor de kijker het gevoel gecreëerd dat hij ook niet veilig aan de zijkant kan verblijven. Doordat ik er zo midden in ben komen te staan is mijn beeld meer onderscheidend geworden. De stereotypes zijn er, maar die zijn veel genuanceerder dan wij denken.”

Paul Sin Nam Rigter werd op driejarige leeftijd geadopteerd uit Zuid-Korea en groeide op in een Nederlands adoptiegezin. Hij studeerde Politicologie en Communicatiewetenschap in Amsterdam. Dood in de Bijlmer is zijn eerste lange documentaire. Een iets verkorte versie komt maandag 5 juli op televisie om 20.25 uur bij de EO op NPO2.

0b7283c2-70e1-4e22-a3a0-f0b87b89e18d

TV-tip: Dood in de Bijlmer

Maandag 5 juli om 20.25 uur bij de EO op NPO2

Ina Veldman

Ina Veldman

Ritueeldeskundige

Ina Veldman studeerde aan het Opleidingsinstituut voor theologie, levensbeschouwing en geestelijke begeleiding in Vrijzinnig Perspectief …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.