Je hebt de afgelopen jaren veel boeken geschreven. Hoe belangrijk is schrijven voor je?
“Schrijven is voor mij van levensbelang. Ik heb sinds ik in de dertig was elk jaar wel minstens één boek gepubliceerd: beschouwend werk, gedichtenbundels, romans. En natuurlijk talloze artikelen. Die boeken schreef ik meestal alléén, maar soms ook met anderen. Ik ben nu één en zeventig, dus reken maar uit.
Als ik schrijf, orden ik mijn gedachten en gevoelens. Ik kan al die boeken teruglezen als een soort dagboek van wat mij bezighield, of om het deftig te zeggen: als de geschiedenis van mijn zielsproces.
Schrijven is voor ook belangrijk als een vorm van communicatie. Ik deel wat mij bezighoudt of raakt, en de lezer/es reflecteert daarop vanuit zijn of haar eigen proces. Ik vind het ook altijd fijn om lezingen te houden of met groepen te werken, omdat ik dan ook dikwijls iets terug hoor van die reflecties. Ik geloof niet dat ik veel zou schrijven als ik wist dat het niet gepubliceerd zou worden.
Ik geloof niet dat ik veel zou schrijven als ik wist dat het niet gepubliceerd zou worden.
Vaak heb ik, nadat een boek verschenen is, het idee: dit was het laatste, ik heb nu niets meer te zeggen. Maar op een of andere wonderbaarlijke wijze gaat er dan toch altijd weer iets opborrelen wat langzaam uitgroeit tot een nieuwe creatieve stroom en uitmondt in een nieuwe publicatie. Zo verschijnt er eind februari bij Berne Media weer een nieuw boek van mij: Eten met geweten. Daarin staat onze omgang met de dieren centraal en de geschiedenis van het vegetarisme. Een topkok heeft er smakelijke recepten aan toegevoegd!”
Hoe is het idee ontstaan voor Verhalen van de rabbi?
“Ik wilde oorspronkelijk een compilatie maken van de vele verhalen die ik verzameld heb, uit alle religies en culturen, en die ik vaak gebruik in lezingen of in boeken heb verwerkt. Zen-verhalen, joodse verhalen, verhalen uit de christelijke traditie of uit de hoek van de soefi’s of het boeddhisme en het hindoeïsme. Ik had daar een begin mee gemaakt, en een kleine selectie voorgelegd aan Pieter de Boer, destijds nog uitgever bij Berne Media. Hij had er één verhaal uitgehaald dat hem zeer aansprak: een bewerking door mij van het verhaal van de overspelige vrouw uit het evangelie. Je weet wel: dat ze haar willen stenigen en dat Jezus dan zegt: ‘wie zonder zonden is werpe de eerste steen’.
Maar Pieter zei toen: waarom zou je niet in deze trant nog meer verhalen uit het evangelie opnieuw verwoorden, eigentijds, begrijpelijk, spannend? En toen kwam het vliegwiel in mij op gang en heb ik in enkele maanden tijd drie en dertig van die verhalen geschreven. Met heel veel creatief plezier.”
Waarom heb je gekozen voor het woord ‘rabbi’ in de titel en niet gewoon Jezus?
“Ja, die titel ‘rabbi’ is discutabel. Ik denk niet dat Jezus een rabbi was in de strikte betekenis van dat woord. Hij was een rondtrekkende joodse leraar, waar er wel meer van waren in die tijd. Maar ik word altijd zo geraakt door dat liefdevolle ‘rabboeni’, waarmee Maria Magdalena Jezus aanspreekt als ze hem plotseling herkent in de paastuin. Dus ik gebruik toch de term rabbi.

Bijkomende reden is dat het Jezus expliciet in de joodse traditie zet. Ik denk dat de boodschap van Jezus een boodschap van een joodse man voor het joodse volk was. Pas later hebben volgelingen er een boodschap voor de hele wereld van gemaakt, waarbij Paulus natuurlijk een centrale rol heeft gespeeld.
En verder wat die titel betreft: ik vermoed dat een titel als ‘Verhalen uit het leven van Jezus’ vandaag aanzienlijk veel minder zou aanspreken dan de intrigerende titel ‘Verhalen van de rabbi’.”
Aan het eind van het boek schrijf je: “Ik voel niet de behoefte de boodschap van de rabbi te propageren of nieuw leven in te blazen. Het is eerder dankbaarheid en liefde voor deze unieke mensenzoon die mij motiveerden.” Vertel…
“Ik ben geen evangelist of zendeling. Maar ik wil wél graag delen wat mij ten diepste raakt. En daar horen zeker ook de verhalen uit het leven van Jezus bij.
Ik vind het heel jammer dat steeds minder mensen die verhalen kennen, dus wat me zeker ook motiveerde was de hoop dat mensen door een boek als dit opnieuw interesse krijgen in Jezus, zijn leven en zijn boodschap. Ik weet uit ervaring wat een enorme schat daarin verborgen ligt, en hoe je die een leven lang kan inspireren en bemoedigen.”
Zeker, maar er zijn ongetwijfeld ook veel mensen die helemaal klaar zijn met alles wat met het christendom en Jezus te maken heeft. Wat zou je tegen deze mensen willen zeggen?
“Ja, dat besef ik en zie en hoor ik ook om mij heen. Tegen die mensen zeg ik dat ze hun pijn mogen omarmen over alle negativiteit die ze misschien van de kerk hebben meegekregen en hun verdriet of woede mogen toelaten over alle misstanden die er natuurlijk in de kerk zijn, zoals overal in de samenleving. En dat er dan misschien ruimte komt om met nieuwe ogen te kijken naar die wonderbaarlijke mensenzoon die Jezus was, en om met nieuwe oren te luisteren naar zijn levensverhaal: een getuigenis van liefde tot het uiterste.”

Welk verhaal in het boek heeft je de meeste moeite gekost?
“Eigenlijk geen enkel verhaal. Ze zijn in één grote vloeiende creatieve beweging tot stand gekomen. Ik heb zelden zoveel plezier beleefd aan het schrijven van een boek.”
Mooi. Welk verhaal heeft je het meest geraakt tijdens het schrijven?
“Het verhaal dat mij het meeste raakt is misschien dat waarin de rabbi voor Pilatus staat en er een gesprek tussen die twee plaats vindt. Ik vind het zo indrukwekkend en ontroerend hoe de rabbi daarin trouw blijft aan zichzelf en aan zijn roeping zonder zich te laten leiden door zelfbehoud.”
Critici zullen zeggen: je boek is niet bijbels. Je hebt er zelf van alles bij verzonnen. Wat zou je tegen hen willen zeggen?
“Dat dat absolute onzin is. Al deze verhalen zijn volledige geënt op de evangelies. Ik heb elk verhaal ook voorzien van de verwijzingen naar de originele teksten in de bijbel, zodat iedereen dat kan controleren. Maar natuurlijk heb ik ze verlevendigd met mijn fantasie, en hier en daar verhalen of uitspraken gecombineerd die in het evangelie niet op dezelfde plaats bij elkaar staan. Ik heb me ook de vrijheid veroorloofd om bij voorbeeld een verhaal als dat waarin Jezus over het water loopt te verwoorden als een droom van Petrus.
Het enige wat niet bijbels is, is dat ik ook uitspraken van Jezus heb gebruikt die in het Thomas-evangelie staan. En zoals je weet is dat evangelie niet in de bijbel opgenomen. Maar het bevat zeker een aantal échte woorden van Jezus, vaak met parallellen in de vier evangelies uit het Nieuwe Testament. Overigens is het ook de vraag hoeveel van de woorden van Jezus die wél in de bijbel terecht zijn gekomen authentiek van hem zijn.”
Wat zouden we volgens jou met die niet-authentieke woorden moeten doen?”
“Ik zou zeggen: gewoon laten staan. De evangelies vormen een ‘Gesamtkunstwerk’ en daar ga je niet in snijden. Maar het is wel nuttig om kennis te nemen van het kritisch en historisch bijbelonderzoek, zodat je beseft dat een aantal uitspraken van Jezus in de bijbel terecht zijn gekomen door auteurs die andere bedoelingen hadden dan de juiste weergave van de woorden van Jezus.”
Wie of wat hebben jouw beelden van en ideeën over Jezus bepaald?
“Ik ben rooms-katholiek opgevoed in een zeer gelovig gezin. Dus die verhalen van Jezus zijn mij met de paplepel ingegoten. Als kind was ik gefascineerd door stripboeken over Jezus die ik nog steeds in mijn boekenkast heb staan: Het geheim van de grot, Opschudding in Palestina, Het verraad van Judas en De zege van het kruis. Die kreeg je dan bij je eerste heilige Communie of zo. En ik zat in Utrecht op de lagere school bij de fraters van Tilburg, was misdienaar in hun klooster. Later heb ik nog drie jaar in Heeswijk bij de Norbertijnen op het internaat gezeten. Dus mijn jeugd was doordrenkt met de christelijke traditie in zijn Roomse vorm.
Als kind was ik gefascineerd door stripboeken over Jezus die ik nog steeds in mijn boekenkast heb staan
Ook thuis was die traditie altijd aanwezig in het bidden bij de maaltijd en van de rozenkrans in de Mariamaanden mei en oktober. En natuurlijk elke zondag de Mis. En niet te vergeten de grote feestdagen zoals Kerstmis en Pasen, die ook bij ons in de huiselijke kring echt gevierd werden. Ik ben daar nog altijd dankbaar voor, al heb ik intussen alle dogmatiek wel achter me gelaten en is mijn religieuze en filosofische horizon natuurlijk enorm verruimd door mijn studies en mijn vele ontmoetingen met mensen uit andere tradities.”
Kun je wat meer vertellen over dat verrijkt worden?
“De belangrijkste schat die ik door mijn geloofsopvoeding mee heb gekregen is dat diepe besef dat ik gedragen en bemind word, wat er ook gebeurt in mijn leven en hoe ik soms ook de weg kwijt ben. En dan bedoel ik een dragende grond en een liefde die alle psychologische trucs en alle relaties op het menselijk vlak overstijgt. En zelfs als ik die dragende grond niet meer voel, in de diepste verlatenheid (want ook dat gebeurt), weet ik dat die er is. Dan helpt het mij te spreken van ‘ongrond’ in plaats van ‘grond’. ‘Ongrond’ is die peilloze diepte waar je dan in valt, en waarin je ‘ik’ met al zijn zorgen en angsten en verlangens verdwijnt. Waarin je één wordt met wat de mystici van alle culturen ‘de leegte’ noemen of ‘het niets’.”
Kijk je uit naar de kerstdagen? De kerstboom al in huis staan?
“Ik ga volgende week weer de kerststal zetten, bij ons in de zaal hier in La Cordelle. Toen de spullen uit ons ouderlijk huis verdeeld moesten worden, was die stal met de beelden het enige wat ik wilde. De rest mochten ze houden.
Het is een prachtige kerstgroep. Mijn vader ontruimde in de dagen voor kerst altijd de halve kamer, en dan mochten we met hem grote rotspartijen en grotten met licht erin en zo gaan maken, en velden waar de herders met hun schapen rond een vijver of een vuurpot stonden. En het uitpakken van de beelden was ook altijd weer een spannende aangelegenheid. Jammer dat de engel die erbij hoorde ooit door de hond van mijn ouders is opgegeten, maar verder is het geheel nog compleet.
Een kerstboom begin ik niet meer aan. Maar ik versier ons centrum wel wat in kerstsfeer. En dan kan tijdens de winterretraite, die we tussen kerst en oud- en nieuw hier geven, iedereen meegenieten.
Overigens besef ik intussen wel dat het hele kerstverhaal weinig betekenis heeft als, zoals mystici zoals Meister Eckhart en Angelus Silezius zeggen, Christus niet in je eigen hart geboren wordt! Maar mijn Roomse opvoeding heeft me geleerd dat beelden daarbij enorm behulpzaam kunnen zijn…”
Voor meer informatie over ‘Verhalen van de rabbi’ of om dit boek te bestellen: klik hier.