“Ik heb het gevoel dat ik me overal thuis kan voelen in de wereld, maar het is voornamelijk het contact met mensen dat maakt dat je je wel of niet thuis voelt op een bepaalde plek. Voor mij is mijn thuis mijn vriendenkring. Ik heb veel vrienden, maar twee héél goede. Wij drieën gaan echt door dik en dun. ‘Home is whenever I’m with you‘, dat was altijd ons nummer.
Laatst was ik in Nijmegen. Ik heb er tien jaar gewoond en ik liep door de bekende straten, maar ik voelde me er niet meer echt thuis, want mijn beste vrienden woonden er niet meer. Toen viel het me op dat ik blijkbaar niet echt gebonden ben aan bepaalde plekken, maar meer aan personen. Als ik op reis ben, kan ik soms een gevoel van heimwee hebben. Dat was bijvoorbeeld zo toen ik een tijd geleden voor mijn studie een paar maanden in Indonesië was. Dat is een heimwee naar personen. Niet naar materiële dingen, of zo.
Vaderland als rechtsstaat
Ik voel me hier in Nederland thuis omdat we een rechtsstaat hebben. En ik ben trots op onze verzorgingsstaat. Mensenrechten, vrijheden en toegang tot basisvoorzieningen voor iedereen. Waar ik me de laatste tijd minder fijn bij voel, is de polarisatie rondom minderheden. Zo’n persoon als Geert Wilders bijvoorbeeld, die laat mij voelen dat dit niet mijn land is. Maar goed, dan heb je het wel over uitzonderingen. Over het algemeen voel ik me hier heel erg thuis vanwege onze vrijheid.
Toen ik in Indonesië woonde, voelde ik mij minder vrij. Naast bepaalde kledingvoorschriften waaraan je moest voldoen, was ik ook beperkt in mijn bewegingsvrijheid. Zo durfde ik bijvoorbeeld niet op een brommertje te rijden (hét vervoersmiddel in Indonesië), want ik had verhalen gehoord dat ze blanken regelmatig zonder reden aanhouden en je de politie dan moet afkopen met een som geld. Zulke corrupte praktijken voelen onrechtvaardig en geven een gevoel van machteloosheid. Daar kan ik niet zo goed tegen.
Het is verder wel echt een heel mooi en warm land door de mensen die er leven. Maar als je het hebt over vaderland, is het niet een land waar ik me erg thuis voel. Een land waar je niet kunt vertrouwen op de rechtvaardigheid van de politie, rechters of de staat. Waar je aan je lot wordt overgelaten als jou onrecht is aangedaan, tenzij je de juiste personen kent. Dat voelt naar. Dat je rechten niet hebt, maar wel kunt kopen tegen de juiste prijs. Ze zeggen natuurlijk vaak dat mensenrechten een westerse oorsprong hebben, en dat je die niet zomaar op kunt leggen in andere landen waar de cultuur anders is. Het heeft wel iets dubieus: de ‘witte man’ die wel even vertelt hoe het moet…. dus daar ben ik me wel bewust van, maar anderzijds kan ik me moeilijk voorstellen dat mensen niet gebaat zijn bij meer rechten en vrijheden.
Denkbeelden
Toen we in Ambon waren, heb ik met een student daar een trip over het hele eiland gemaakt op zijn scootertje. We waren echt goed met elkaar bevriend. Op een gegeven ogenblik begon hij erover dat een van zijn beste vrienden laatst uit de kast was gekomen als homo. Nu vond hij dat heel vies en hij wilde niks meer met hem te maken hebben. Hij had het idee dat ze homo’s naar een kamp moesten sturen om ze om te ‘genezen’. Dat vond ik best wel schokkend. Ik wist dat hij moslim was, maar hij kwam op andere gebieden heel open en liberaal over. Ik zei: ‘Draai het eens om. Jij valt op vrouwen maar je leeft in een wereld waarin het heel normaal is dat je op mannen valt. Zou je dan ‘genezen’ kunnen worden van je voorkeur voor vrouwen door naar een kamp te worden gestuurd?’ Aan de andere kant was het voor hem weer heel normaal om hier andere denkbeelden op na te houden. Je bent hierin natuurlijk enorm beïnvloed door je omgeving.
Ik zou me niet thuis voelen in een omgeving waar het merendeel niet tolerant is tegenover mensen met een andere seksuele voorkeur, maar ik ben dan ook in een heel andere sociale context grootgebracht. Ik denk dat we dat niet moeten vergeten. De acceptatie, het succes en de naleving van rechten, ook mensenrechten, is altijd afhankelijk van de wisselwerking tussen normen in een bepaalde omgeving en het recht. Ik denk dat het dus nog wel even duurt voordat we in een wereld leven waar ik mij in elk land écht vrij, en dus thuis, kan voelen.