Vervulling

Als theoloog raakte Wessels geïntrigeerd door de vraag in hoeverre er aanleidingen in de boeken zelf te vinden zijn die maken dat extremen onder joden, christenen en moslims zo tekeer gaan. ‘Mijn uitgangspunt,’ vertelt hij, ‘is dat in die drie boeken niet de oorzaken liggen van die conflicten, maar de oplossingen.’ Om dit uitgangspunt uit te leggen, zodat er vervolgens concreet mee aan de slag kan worden gegaan, is volgens hem opheldering nodig over een belangrijke kwestie. ‘Veel christenen denken dat Jezus het Oude Testament vervuld heeft, in de zin dat deze minderwaardig is en zelfs afgestoten kan worden. Maar als je de boeken leest, begrijp je dat vervullen betekent dat het Oude Testament bevestigd en beter begrepen kan worden. Ik gebruik graag de beeltenis van een waterzak, zoals je die veel in het Midden-Oosten ziet. Als deze leeg is, vraag je je af waar deze voor dient, maar zodra deze gevuld is, is dit meteen duidelijk. Hetzelfde geldt voor de Koran, daarin lees je dat deze het Oude en Nieuwe Testament niet vervangt, maar bevestigt.’

Hoewel Wessels zich bewust afzijdig houdt van alle discussies rondom de islam in relatie tot de actualiteiten (IS en het vluchtelingenvraagstuk), wordt hij wel degelijk beïnvloed door deze ontwikkelingen. Zijn doel is echter om daar op constructieve wijze een bijdrage aan te leveren. ‘Ik probeer terug te gaan naar de bronnen zelf, want er wordt veel gepraat over moslims en er worden veel interpretaties gegeven van de islam, maar vaak door mensen die niet gehandicapt zijn door veel kennis. Vanuit mijn interesse en expertise probeer ik aan te geven waar het werkelijk om gaat.’

De weg

Volgens Wessels hebben joden, christenen en moslims weliswaar drie groepen gevormd, maar delen ze een essentie die belangrijker is dan onderlinge verschillen. ‘De discussie die joden, christenen en moslims moeten voeren’, zo meent hij, ‘gaat om de vraag wie gelooft in recht doen en liefhebben en wie daar ook naar leeft. Dan sta je in de traditie van de Thora en de profeten. Dan ben je een jood, christen of moslim.’ Dat ‘recht doen’ moet echter niet te veel gekoppeld worden aan ‘de wet’. Wessels: ‘Het begrip Thora wordt meestal met wet vertaald, maar betekent eigenlijk weg. In het Nieuwe Testament wordt steevast verwezen naar de mensen van de weg, en ook sharia betekent weg, terwijl deze eveneens vaak als wet wordt vertaald en ingevuld. Zodra je van de Thora of sharia een wet maakt, en helemaal als dit indruist tegen liefdevol recht doen, wordt het iets anders dan bedoeld werd.’

Het gevaar zit volgens Wessels in de tegenstellingen die worden gecreëerd als religie vooral ‘wettisch’ wordt ingevuld. ‘Het wordt een probleem als christenen bijvoorbeeld zeggen: de joden hebben de wet, maar wij hebben het Evangelie. En voor buitenstaanders wordt zo’n religieuze wet al snel symbool voor onrecht en geweld.’

Gastvriendschap

In zijn nieuwste boek waagt Wessels zich opnieuw aan het vraagstuk wat die gedeelde ‘weg’ van de drie religies zou kunnen inhouden. Vanwege zijn theologische expertise vertegenwoordigt hij daarbij zowel de joodse, christelijke als islamitische zienswijze. Op detaillistische wijze legt hij de gedeelde verhalen (veelal over de profeten) naast elkaar en illustreert hij hoe de boodschap van deze verhalen de ruggengraat vormt van de gedeelde normen en waarden van de drie religies. Eén van de thema’s die hij behandelt is de omgang met vreemdelingen, waarvoor hij zowel Abraham’s als Lot’s verhaal met betrekking tot het bezoek van de engelen (in het verhaal synoniem voor ‘vreemdelingen’) uiteenzet. Het boek belichaamt kortom de interreligieuze dialoog die Wessels zo graag wil faciliteren.

Natuurlijk is die interreligieuze dialoog niet zo makkelijk als het lijkt, zeker wanneer deelnemers maar over een fractie van de kennis beschikken die Wessels weet aan te wenden. Daarnaast dienen twee heikele punten zich aan. Hoe betrek je dogmatici en extremisten bij de dialoog, zodat je niet enkel voor de eigen parochie preekt? En hoe ga je om met onoplosbare kwesties zoals de al dan niet goddelijke status van Jezus, of het niet erkennen van het Nieuwe Testament en de Koran door joden en van de Koran door christenen? Het lijkt onmogelijk om je aan de indruk te onttrekken dat deze laatste kwesties juist de kern uitmaken van de religieuze identiteit. Ze worden in ieder geval vaak ingezet om grenzen te trekken en de eigenheid te benadrukken.

Wessels: ‘Als je te maken hebt met zeer dogmatisch denkende aanhangers, dan is het ook om moedeloos van te worden soms. Toch denk ik dat het met een zekere hoop en in een zeker vertrouwen moet lukken. Er is denk ik geen andere weg dan het te blijven proberen. Je zult altijd tegenstand houden, maar de andere optie is dat we bunkers gaan bouwen en grenzen gaan sluiten, maar dat kan ook niet de toekomst zijn. Zoals de dichter Henriëtte Roland Holst zei: ‘de zachte krachten zullen zeker winnen in ‘t eind.’ Dat is een soort geloofsuitspraak, en daar geloof ik in. Hoewel de blijken van het tegendeel daar zijn.’

Verhalen

Hoop, vertrouwen en een gedeeld doel zijn volgens Wessels belangrijk voor het slagen van de dialoog. ‘Als deze zachte krachten zich verenigen rondom een gedeeld doel, zoals geweldloosheid, dan is dat een goed vertrekpunt om samen de teksten in te duiken. Er is dan meer bereidwilligheid om niet te focussen op de verschillen, maar op de overeenkomsten.’ Verhalen hebben volgens hem ook de kracht om over grenzen heen hun uitwerking te hebben, ook op mensen die niet geloven. ‘Het delen van verhalen is een goede manier om zowel tussen gelovigen, als ook tussen gelovigen en niet-gelovigen, het begrip te vergroten waarom iemand gelooft en waarom iemand bepaalde waarden heeft. In feite is dit begrip de basis voor de interreligieuze dialoog, of welke dialoog dan ook.’

Ongelijkheid

Hoewel de theologie zijn comfort zone is, schroomt Wessels niet om een voorzetje te geven voor de discussie die volgens hem ook moet worden gevoerd. Die discussie gaat over de sociale en politieke ontwikkelingen die vaak onder (schijnbaar religieuze) conflicten liggen. De belangrijkste daarvan is volgens hem de groeiende ongelijkheid in de wereld vanwege de greep van het neo-kapitalisme. Half januari berichtte Oxfam Novib dat de 62 rijkste mensen op aarde evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking. Wessels: ‘Sinds de val van de muur is er nog maar één norm en waarde: het neo-kapitalisme. Dat beheerst ons allemaal. Wat is nog het socialisme van de PvdA, of van Blair of Hollande? Dat is ingrijpend veranderd sinds die tijd. Er is geen communistische vijand meer, maar je hebt een vijand nodig en die is gecreëerd. Dat is de islam.’

Nadine Huiskes schrijft regelmatig artikelen voor ‘De Linker Wang’, tijdschrift voor religie, duurzaamheid en politiek met compassie, waaronder bovenstaand artikel dat werd gepubliceerd in het maart-nummer van 2016. Kijk voor meer informatie, een gratis proefnummer of een (proef)abonnement op www.linkerwang.nl.

Nadine-Huiskes

Nadine Huiskes

Religiewetenschapper

Nadine Huiskes (1990) studeerde Liberal Arts and Sciences (BA) en Religiewetenschappen (MA) aan de Universiteit Utrecht. Ze specialiseerde …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.