Mpho, wij zijn benieuwd hoe jij als relatieve buitenstaander kijkt tegen de gesprekken en ontwikkelingen in Nederland rond het slavernijverleden. En of wij in deze iets kunnen leren van de recente geschiedenis in Zuid-Afrika en met name de waarheids- en verzoeningscommissie. En hoe jij de rol voor de kerken in deze ziet. Om met dat laatste te beginnen. Hoe kijk je aan tegen de houding en rol van Nederlandse kerken in het debat over het slavernijverleden?

“Ik heb gelezen dat met instemming van de kerken aan universiteiten in Nederland archiefonderzoek gedaan wordt naar de rol die kerken in de tijd van de slavernij gespeeld hebben. Ik vind dat moedig. Want er is moed nodig om je eigen geschiedenis onder ogen te zien. Het is veel gemakkelijker om te zeggen: Nou, laat het verleden maar rusten. Nee, de kerk begaat een andere weg. Ik weet niet wat de volgende stappen zijn die men zich voorstelt als het archiefwerk afgerond is. Ik pleit ervoor om als kerken rituelen van berouw en heling te creëren. Er wordt veel gesproken over betalingen. Maar ik denk eigenlijk dat voor de meeste mensen het doel niet betaling is. Nee het doel is genezing, zodat we allen met waardigheid kunnen leven op de plek waar we wonen.

Een van de uitdagingen in dit land is dat het overheersende verhaal is: wij zijn geweldige Nederlandse ontdekkingsreizigers en hebben een gouden eeuw en hoe geweldig is dat? En we hebben een rijk land opgebouwd omdat we zuinig en bedachtzaam zijn en alle juiste dingen hebben gedaan.

Terwijl het verhaal ook een verhaal is van plundering, diefstal, verkrachting en onderdrukking. Het is confronterend om dat verhaal tot je door te laten dringen. Dat verhaal moet op veel meer plekken doorklinken. Want wat er nu gebeurt, is dat je dit gloedvolle verhaal leest en dat gekleurde mensen helemaal niet in het verhaal voorkomen. En toch zijn ze er. Hoe ben je hier gekomen? In het verhaal van Nederland besta je eigenlijk niet. En in de manier waarop de Nederlandse geschiedenis wordt onderwezen, bestaan jullie niet. Je maakt geen deel uit van de geschiedenis van deze plek. En dat is vreselijk om te ervaren dat je wordt weggevaagd uit de geschiedenis van de plek waar je woont, waar je thuis bent en waarvan je burger bent. Op dit moment is het verhaal exclusief. En dus heeft het een radicale aanpassing nodig.”

Onderzoek is de eerste stap. Verhalen vertellen. Als tweede stap noem je een ritueel. Hoe zie je dat voor je in de Nederlandse context?

“Een zeer centraal onderdeel van de nationale identiteit van Nederland, zo heb ik ervaren, is de dodenherdenking op 4 mei. Dat is zo’n diepgewortelde nationale ervaring. Het is ritueel dat de natie bindt. Het is een deel van de nationale identiteit geworden. En ik denk dat het herdenken van de slavernijverleden ook een echt verankerd en geworteld deel van de Nederlandse identiteit moet worden, met bijpassend ritueel.

Er is in deze een rol weggelegd voor de kerk. Een kerk die een ritueel schept om te symboliseren wat verkeerd is gedaan en wat er geheeld moet worden. Geritualiseerde genezing helpt ons echt verder op een manier waarop andere vormen niet helpen. Ik denk dat de kerken de samenleving kunnen helpen vorm te geven aan de genezing.

Ik denk bijvoorbeeld aan een ritueel van biecht of verzoening. Ik weet niet hoe dat eruit zou zien. Je zou een geschenk kunnen geven. Een symbolisch geschenk dat op een representatieve manier aan een representatief persoon wordt gegeven. En dan misschien een ritueel van handwassen. En dan een ritueel van verzoening met elkaar.”

Is het belangrijk om in dit proces excuses aan te bieden?

“Ik denk dat het nuttig is om sorry te zeggen. Maar het is nog nuttiger als je duidelijk bent over waarover je daadwerkelijk sorry zegt. Ik vind het huidige sorry discours in Nederland problematisch. Een groot deel van de Nederlanders ziet niet in waarom je sorry zou moeten zeggen. En natuurlijk zie je niet waarom je je zou moeten verontschuldigen, want je kent het verhaal niet. Sorry zeggen gaat nu te snel. Je moet een stap terug nemen. Onderzoek doen. Verhalen vertellen. Naar elkaar luisteren. En daarna volgen pas excuses. Nu worden stappen overgeslagen. En dan is het wat gemakkelijk. Laten we eerst luisteren naar elkaar. Elkaars pijn beluisteren en erkennen. En dat zie ik te weinig gebeuren. Het is ook een andere context dan bijvoorbeeld met apartheid in Zuid-Afrika. Want in Nederland geloofden wij in de Gouden Eeuw en in eigen land plukten we daar de vruchten van. Dat dat ten koste ging van slaven drong niet door want de slaven waren niet hier. Die waren duizenden kilometers verder. Dat besef dringt nog steeds niet tot ons door. Want wie wist hoe de suiker werd verbouwd waar wij van genoten en rijk mee werden? Wie wist hoeveel mensen er werden afgeslacht omdat we kruidnagel nodig hadden? Dat verhaal moet nu, eeuwen later, alsnog verteld worden.”

We kunnen nog meer leren van het verzoeningsproces in Zuid-Afrika?

“Verzoening is het idee dat we allemaal genezing nodig hebben. Het zijn niet alleen de zogenaamde slachtoffers die verzoening nodig hebben. Maar ook de daders hebben genezing nodig. En het trieste is dat de daders zichzelf niet zien als mensen die genezing nodig hebben. Er is iets beschadigds. In ieder van ons. En dus moet de genezing in ieder van ons en tussen ons allen gebeuren.

We kunnen ook leren van wat er in Zuid-Afrika mis is gegaan. Want de daders kregen amnestie en werden niet vervolgd op voorwaarde dat zij de waarheid vertelden. Maar de slachtoffers werd niks geschonken! Voor hen veranderde er weinig. Ook zij hadden verlangens. Zij verlangden heus niet om rijk te worden. Om geld terug te vragen. Hun vragen waren bescheiden. Een kist om alsnog een nabestaande waardig te begraven. Een grafsteen. Geld om kinderen naar school te sturen. Zij waren echt heel bescheiden in hun vragen. Maar het werd niet erkend. Zij bleven met lege handen achter. En het deed dan pijn om te zien dat de daders van toen zo makkelijk vrijuit geven. Het was scheef.”

Het gaat meer om die erkenning dan om de compensatie.

“Ja. Compenseren is niet mogelijk. Hoe kun je dat berekenen. Wat is een mensenleven waard? Dat is niet te doen. Daar is niet aan te beginnen. En daar gaat het ook helemaal niet om! Je zou wel willen dat er gewerkt wordt aan gelijke kansen. Dat er meer geïnvesteerd wordt in het onderwijs van de slachtoffers van toen.”

De witte bevolking moet in Nederland dus ook geheeld worden? Dat is een vernieuwende zienswijze!

“Ik denk dat elke bevolking die op een historisch trauma zit genezen moet worden. Dat geldt ook binnen families. Er zijn delen van onze familieverhalen die we niet kennen, maar die een beetje in de familiekast staan. En we ervaren ze bijna als geesten. Elke familie heeft zo zijn spoken. Ze zijn er, de pijn of trauma of angst. Het is er in de manier waarop we met elkaar omgaan. Tenzij ze aan de oppervlakte komen en erover gesproken wordt, worden ze nooit geheeld en worden de geesten nooit tot rust gebracht. En dus blijven ze spoken in en tussen ons. Dat zie ik ook in Nederland gebeuren. Het spookt. Ook de witte bevolking heeft daar last van. Ook zij moeten worden geheeld. Ik hoop dat zij ervoor openstaan. Dat zij ook volop mee willen doen aan het proces van heling en verzoening.”

Vandaag (1 juni) is het Internationaal symposium Kerken en Slavernij in Utrecht. Het slavernijverleden was lang een blinde vlek in het collectieve geheugen van de Nederlandse samenleving. Dat is geleidelijk aan het veranderen dankzij de emancipatie van nazaten van slaafgemaakten die er in ons land al jaren met nadruk aandacht voor vragen, historisch onderzoek en een stroom van publicaties in de media.

Rhoinde Doth

Rhoinde Doth

Rhoinde Doth is predikant en voorzitter van SKIN (Samen Kerk in Nederland).
Profiel-pagina
G-R0KkVu_400x400

Joost Röselaers

Remonstrants predikant

Joost Röselaers (1979) is predikant bij de remonstranten, een vooruitstrevende geloofsgemeenschap in Nederland. Eerder was hij onder meer …
Profiel-pagina
Al 2 reacties — praat mee.