Ik vind het een eer dat u er bent.

“Dank je.”

Het is kerstmis. Ziet uw woonkamer er zo uit?

“Niet echt. Maar de kaarsen zijn erg mooi. Ik heb wel een kerstboom staan. Niet met gekleurde lichtjes. Ik heb witte.”

Is hij ook met witte dingen versierd?

“Met zilver en wit, ja.”

Prachtig. Ik vind het geweldig dat u er bent. U bent directeur van de Desmond and Leah Tutu Foundation. U komt uit een beroemde Zuid-Afrikaanse familie. Uw vader is Desmond Tutu, Anglicaans bisschop emeritus en Nobelprijswinnaar. Hoe werd de kerst bij u thuis gevierd?

“Meestal moest m’n vader, die priester is, tijdens de hele kerstperiode in diensten voorgaan. We begonnen met een dienst met lezingen en kerstliederen. Dat was de middag voor kerstavond. Daarna gingen we naar de nachtmis. Die begon om tien uur tot half één of één uur ’s nachts.”

Was er een lied dat u het mooist vond?

“Iedereen vindt Stille Nacht prachtig.”

En u als kind ook?

“Inderdaad. En Once In Royal David’s City. Al die meezingliedjes vind ik mooi. En op eerste kerstdag hadden we open huis. Voor iedereen die langskwam, was er eten en we pakten cadeautjes uit.”

Hier zien we u samen met uw vader.

“Wat een mooie foto. Dat was toen ik werd gewijd.”

Hoe lang is dat geleden?

“Lieve help, dat was in 2004.”

Dat was vast een heel bijzonder moment.

“Dat was het zeker. Ik geloof dat ik ’s morgens vroeg begon met huilen en die dag niet meer ophield.”

Heeft kerst nog een soort magische betekenis voor u?

“Kerstmis heeft een heel bijzondere, magische betekenis. Bij ons thuis zeg ik tegen de kinderen… We geven elkaar simpele cadeautjes. Het is niet jouw verjaardag, zeg ik dan, maar die van het kindje Jezus. Die erkenning van God die daar zo kwetsbaar ligt en zo heel tastbaar in ons midden is.”

Is God iemand of iets dat je kunt ervaren?

“Doorlopend, ja. Absoluut.”

Hoe is dat voor u?

“Ik voel Gods aanwezigheid in gesprekken met andere mensen. Ik heb een boek gelezen over bidden met iconen. De auteur ervan zei dat als je een icoon nodig hebt, je de straat op moet gaan. Het gezicht van mensen die je tegenkomt, is het gezicht van God. Op die manier is God aanwezig in elk moment van de dag. M’n moeder noemt God de trooster van de gekwelde zielen, maar hij prikkelt ook de mensen die het goed hebben. Wanneer ik te zeer met mezelf ingenomen ben, als ik te vol van mezelf ben, dan kan God me op m’n plaats zetten. Wanneer ik het gevoel heb dat de wereld geen plaats voor me heeft, dan heb ik soms het idee dat God bij me komt. Dat kan dan in de gedaante van een andere persoon zijn.”

Dus u wordt er een beter mens van.

“Dat hoop ik maar. Niet altijd. Ik erken dat ik niet perfect ben. Ik kan ook chagrijnig en gemeen zijn.”

Welke rol speelde religie in uw opvoeding? Afgezien van de kerst.

“Voor ons was het religieuze leven wat water voor een vis is. Je bent je er niet van bewust omdat het de normale gang van zaken is. Je leven was gewoon zo. Je was gezegend omdat je ouders had voor wie het geloof springlevend was. Het is soms raar dat we nu een gezin hebben waarin we zulke verschillende achtergronden hebben. M’n vrouw is atheïst.”

Marceline van Furth.

“Ik ben dat natuurlijk niet. We hebben allebei onze inbreng in ons leven samen, ik het bidden voor ’t eten en een gebed voordat we aan de dag beginnen. Zij zit daar dan zo’n beetje bij.”

Zit ze gewoon naar u te kijken? Een foto van u samen. U bent bijna een jaar getrouwd. Gefeliciteerd. Herinnert u zich uw eerste ontmoeting?

“Ja. Ik heb haar op de Nederlandse ambassade in Pretoria leren kennen. Dat was tijdens de reis van de Tutu-hoogleraren. Dat was ongeveer zes jaar geleden”.

Zij is hoogleraar.

“Ze is kinderarts en infectioloog aan de VU. Ze was in gezelschap van de andere Tutu-hoogleraren. Ik vond haar er toen heel zenuwachtig uitzien. Maar misschien was dat alleen maar mijn perceptie. Ik was van plan naar Amsterdam te gaan. Zij en haar familie zijn in die periode heel behulpzaam geweest. De dingen lopen zoals ze lopen.”

U zei meteen dat dit jaar een veelbewogen jaar is geweest.

“Ja, het is absoluut een veelbewogen jaar geweest. Ik had het grote geluk te trouwen en een verbintenis met elkaar aan te gaan. We stonden voor de uitdaging onze gezinnen te integreren. Ik heb twee dochters en zij een zoon en een dochter. Hoe pak je dat aan?”

U bent naar Nederland verhuisd, hoor ik.

“Zo’n beetje. Ik ben wel verhuisd maar met één been, tot m’n enkel, sta ik nog in Zuid-Afrika. M’n ouders wonen daar, ik heb er nog een huis en m’n oudste dochter woont er.”

En u bent al Nederlands aan het leren. Laat eens horen. Probeer eens een paar woorden. Stroopwafel.

“Stroopwafel. Joepie, dat lukt.”

Ik probeer me voor te stellen hoe dit jaar voor u is geweest. Uw huwelijk had tot gevolg dat u het priesterschap moest opgeven.

“Ik werkte in Zuid-Afrika en was priester in het bisdom van Saldanha Bay. Ik ben in de VS tot priester gewijd. Of ik priester ben of niet wordt beslist door de bisschop in de VS. Of ik kan voorgaan in een dienst, dat hangt sterk af van de bisschop van de plaats waar ik woon. De bisschop van Saldanha Bay stond achter m’n huwelijk, maar hij kreeg de mededeling van de Anglicaanse kerk ter plekke dat ik door m’n huwelijk met een vrouw geen priester meer mocht zijn. In Zuid-Afrika kan ik dus niet meer als priester werken.”

Dat zal voor u wel heel pijnlijk zijn.

“Ja, het is ongelooflijk pijnlijk. Dat is het in twee opzichten. Voor mij persoonlijk is het heel pijnlijk. Ik vind het erg moeilijk dat ik moet proberen uit te leggen dat de god van de liefde bestaat naast een god die de liefde niet toestaat. Dat is niet met elkaar te rijmen.”

Heeft de kerk het over een andere god dan u?

“Dat weet ik niet zeker. Wat ook speelde, was dat m’n vader, naast z’n anti-apartheidsactivisme ook een sleutelrol heeft gespeeld in de strijd voor het vrouwelijk priesterschap in onze kerk. Het was niet alleen vanwege mijn roeping dat hij zich bij die strijd betrokken voelde maar voor hem was het vooral een kwestie van rechtvaardigheid.”

Uw vader zette zich in voor homo’s in de kerk.

“Hij heeft zich altijd duidelijk uitgesproken voor homorechten.”

Hij zou liever naar de hel gaan dan naar een homofobe hemel, zei hij ooit. Dit moet voor hem ook heel pijnlijk zijn.

“Dat is het ook. Ik weet dat het erg pijnlijk en treurig voor hem is. Maar ik weet ook dat we dienaars zijn van een god van de liefde. En dat is een rechtvaardige god. Zoals Martin Luther King heeft gezegd: De raderen der gerechtigheid draaien heel langzaam maar wel heel secuur. Het kan dus een poosje duren voordat de kerk de juiste beslissing neemt. Maar uiteindelijk zal het gebeuren. Het duurt alleen even.”

Moet er iets gebeuren dat tegen die conservatieve stroming ingaat?

“Ik denk dat je gewoon moet doorgaan met prediken, spreken en leven in naam van de liefde en dat is wat we doen. En je moet ook laten zien dat onrechtvaardigheid grote gevolgen heeft. Het doet er wel degelijk toe dat de kerk niet in staat is liefdevolle relaties te erkennen omdat geweld tegen homo’s door de kerk min of meer wordt toegestaan. De kerk zegt namelijk dat homoseksualiteit zondig is.”

Heeft de kerk het dan alleen over seks en niet over liefde?

“Zeker. Dat is interessant, want als je naar menselijke relaties kijkt als het over heteroseksuele relaties gaat, dan gaat het over relaties die op liefde gebaseerd zijn en over een huwelijk dat een liefdevol verbond is tussen twee mensen. Gaat het over homoseksuele relaties, dan zou het de seks zijn die de voornaamste reden is voor het samenkomen van twee mensen. Natuurlijk vind ik m’n vrouw sexy. Maar dat is niet het belangrijkste in onze relatie. Het belangrijkste is dat we van elkaar houden, elkaar respecteren en elkaar in veel opzichten stimuleren.”

U noemde net uw vader en z’n strijd voor homorechten. Hij heeft tegen het racisme in Zuid-Afrika gestreden. Hoe is de situatie nu in uw land?

“In veel opzichten is de situatie in ons land beter dan twintig jaar geleden. Toen apartheid werd afgeschaft. Maar in veel opzichten is de belofte van die afschaffing niet vervuld. We hebben een ongelooflijk goed onderbouwd rechtsstelsel en een grondwet die de beste ter wereld is. Nu staan we voor de moeilijke taak om die wetten en rechten die in de grondwet zijn vastgelegd in ons dagelijks leven te gebruiken. Op papier is de wet er. Maar de overgang van papier naar de werkelijkheid is een ander verhaal. De Waarheids- en Verzoeningscommissie, die belangrijk is geweest voor de emancipatie van Zuid-Afrikanen, kan bogen op veel successen, maar hij heeft ook zo z’n gebreken.”

Zoals?

“Een gebrek aan begrip. Voor de meeste zwarte Zuid-Afrikanen is vergeving het begin van een proces. Als jij mij onrecht aandoet en ik jou vergeef dan betekent het dat we nu met elkaar verbonden zijn en dat we ons zullen inzetten om het in het vervolg anders te doen. Onze relatie zal niet hetzelfde blijven maar we krijgen een ander soort relatie. Voor veel blanke Zuid-Afrikanen betekent vergeving dat ze vrij zijn. Je hebt me vergeven dus ik kan m’n leven verder leiden zoals ik dat wil…”

Dat klinkt anders.

“…en ik ben je niets schuldig. Dat verschil in opvatting heeft er ook toe bijgedragen dat het proces vertraging heeft opgelopen.”

Dus na vergeving moet er nog een stap gezet worden.

“En dat is verzoening. Verzoening betekent dat we onze prioriteiten moeten bijstellen. Dat we op een andere manier voor elkaar zorgen.”

In Nederland woedt er een fel debat over racisme. Denkt u dat kerken iets kunnen bijdragen?

“Dat kunnen kerken zeker, en dat horen ze ook te doen. Het is van cruciaal belang dat de kerken religie niet alleen vergeestelijken zodat God weinig te maken heeft met ons dagelijks leven. Maar God is liefde en raakt ons dagelijks leven wel degelijk. In het christendom is het zo dat als we iemand dopen, we hem in het geloof opnemen. Je bent dan voor altijd van Christus. Binnen die groep gelovigen heb je mensen die heel erg op je lijken en mensen die heel anders zijn.”

Dus het gaat niet om vechten maar om in liefde groeien.

“Dat heb je prachtig verwoord. Precies. Het is werkelijk in liefde groeien. Het samen met de mensen om ons heen groeien in liefde. En in liefde groeien met mensen die ver van ons af staan en zich weinig aantrekken van wat ons bezighoudt. We hebben nu met een enorme vluchtelingencrisis te maken. Zoveel mensen die op de vlucht zijn… dat hebben we sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer gezien. De werkelijkheid waarmee we te maken hebben, is dat mensen doorgaans huis en haard niet verlaten, tenzij ze echt niet anders kunnen. Meestal geven mensen er de voorkeur aan om te blijven waar ze zijn. Thuis is het het fijnst.”

Het is dus dringend.

“Ja, als mensen op de vlucht zijn, moet je je voorstellen hoe erg het in hun land van herkomst moet zijn… Dat ze bereid zijn zichzelf en hun gezin daadwerkelijk in gevaar te brengen. Ze gaan de zee op, zijn bereid een woestijn over te steken om maar te ontkomen aan datgene wat in hun eigen land gebeurt. Alles is namelijk veiliger dan waar je eerst was.”

Zijn onze leiders zich genoeg bewust dat die mensen wel moeten vluchten?

“Ik weet niet of het een gebrek aan bewustzijn is of een gebrek aan bereidheid het uit te leggen aan de bevolking van hun eigen land, dat we een verantwoordelijkheid hebben en dat we twee opties hebben. Of we helpen mensen datgene te verhelpen waar ze voor vluchten of we bedenken een manier om samen te werken om de stroom vluchtelingen op te nemen die bij onze kust aankomen. Er zijn genoeg middelen in de wereld. Europa en Amerika hebben genoeg middelen om de vluchtelingen op te nemen, als je maar samenwerkt. Als je niet wilt samenwerken, wordt het ene land onder de voet gelopen door een stroom vluchtelingen die groter is dan ze kunnen verwerken, terwijl een ander land een hek of een muur neerzet. Of het heeft soldaten die bereid zijn te schieten of mensen gevangen te nemen.”

Dus andere krachten zijn sterker?

“Ja, er is veel angst. En voor de mensen die in de ontvangende landen wonen, in een wereld die net een economisch zware tijd achter de rug heeft – we hebben een economische crisis doorgemaakt – is het makkelijk om te wijzen naar mensen die er anders uitzien. ‘Het is hun schuld.’
Dat hebben we vaker gezien. Het gebeurt steeds maar weer, overal in de wereld, dat we onze problemen wijten aan anderen: de vluchtelingen, de nieuwkomers, de mensen die aanwijsbaar anders zijn. De werkelijkheid is in veel gevallen anders. Onze leiders hebben slechte beslissingen genomen en hebben te grote risico’s genomen met ons economisch welzijn.”

Wat is uw visie voor komend jaar?

“Het christelijke kerstverhaal vertelt ons over een volkstelling. De hele bevolking moest geteld worden. Maria en Jozef trokken naar Bethlehem en maakten deel uit van een massa trekkende mensen. Iedereen ging naar de geboortegrond van z’n voorvaderen om te worden geteld. Vandaar het verhaal van Jezus voor wie er geen plaats was in de herberg. Daarom is hij in een kribbe geboren. En dit jaar hebben we migranten en vluchtelingen van over de hele wereld die net als Maria en Jozef zijn.”

En Jezus is een van hen.

“Ja. Misschien kunnen we dit jaar met kerst plaats maken in de herberg in plaats van ze in de steek te laten.”

Dank u wel. Vrolijk kerstfeest.

“Vrolijk kerstfeest.”
___

Klik hier om de uitzending met Mpho Tutu te bekijken.

Marleen Stelling ontvangt elke zondagochtend gasten in haar programma ‘Het Vermoeden’ (11.30 uur, NPO2)

marleenstelling

Marleen Stelling

Presentator

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.