Wat is fantoomreligie?

Het woord ‘fantoomreligie’ is gaandeweg, al schrijvend ontstaan. Het is een neologisme. Fantoomreligie vraagt aandacht voor al die indrukwekkende voorbeelden van een toegewijd leven zonder stempel of goedkeuring van buitenaf.

Uit belangstelling ben ik theologie en filosofie gaan studeren. Op een onverwacht moment werd mij gevraagd om predikant te worden bij een vrijzinnige (remonstrantse) gemeente. Het is als een cadeau in mijn leven gekomen. Als (studenten)predikant heb je met heel veel mensen contact. En in toenemende mate met mensen met een religieuze migratie-achtergrond, zoals in zekere zin ook voor mijzelf gold.

Mensen die ervaringen opdoen die zo sterk zijn dat ze hun regie te boven gaan. Dat fascineert mij vanwege de beide kijkrichtingen: nu eens de behoefte aan een perspectief van binnenuit en dan weer aan de blik van buitenaf. Die dynamiek van wisselende stadia van betrokkenheid, verweven met de opdracht en richting van het eigen leven. De inhoud blijft verborgen en drukt zich uit in allerlei vormen: de zorg voor een ander, een afspraak met jezelf om een klus te klaren, of een commitment aan een project waar men voor een kortere of langere tijd op jouw inzet en betrokkenheid kan rekenen.

De grens tussen gevestigde (kerkelijke) religie en seculiere religie als persoonlijke levensvorm blijkt altijd weer fluïde en dun. Ik wilde schrijven over dit verschijnsel van verborgen inspiratie. Iets wat opkomt uit de diepste sedimentatielagen van wat in ons is neergeslagen. Ervaringen waarvan de diepte uiteindelijk ook door een instelling of kerk niet kan worden gepeild of beschreven.

Compassie met mensen van goede wil en de verhalen die me in de loop der jaren werden toevertrouwd, dreven mij tot het schrijven van Fantoomreligie. Over rollen en gedaanteveranderingen die we aangaan. Over nieuwe ruimten die we opdoen, beginnend vanuit een soms onbenoembaar gemis. Een gemis waaraan men vervolgens in liefde trouw blijft, als een soort persoonlijke levensopdracht.

Het woord fantoomreligie is ook van toepassing op traditionele religies zelf. Zij zijn namelijk gidsen uit een ver verleden. En dat is meteen ook de valkuil: blijven reizen door de verleden tijd, zonder de ruimte binnen te stappen die deze oude verhalen juist willen scheppen. Dit komt omdat religies niet worden ververst. Terwijl men vroeger, heel lang geleden, religies bijstelde en vernieuwde met verfrissende reparaties. In onze tijd moeten we het hebben van de nivellering van heilige boeken in romans, gedichten, persoonlijke verborgen motieven en verhalen die we in de mallen van de religies kunnen uitdrukken.

Pas toen ik het boek bijna af had herinnerde ik mij de legendarische woorden van de dichteres Vasalis: “En niet het snijden doet zo’n pijn maar het afgesneden zijn”.

Is dat religie?

Ja, dat is religie. Mits je bereid bent dit woord dat ‘her-binden’ betekent, ook in zijn seculiere culturele gestalte te waarderen. Ik weet dat dit moeilijk is als je in je genen hebt zitten dat religie per definitie ook altijd publieke religie is. Wij leven in een tijd van oningerichte religie (Bernlef): zonder veel uiterlijke kenmerken, folklore of vertoon. To fall in love is to create a religion with a fallible god, zegt de grote dichter Borges.

In onze aandacht en overgave tonen wij waar en hoe wij onze eigen diepste verbindingen leggen en gewaar worden. Het is van belang dit serieus te nemen. Ook kerken moeten dat. Religies die publiek willen trekken door zich te overschreeuwen, laten zien dat zij de ruimte die zij zeggen te bieden al hebben geschonden. Deze religies spreken om aan anderen te vertellen wat wij denken. Men tapt uit meerdere vaatjes. In het boek refereer ik aan romans van onder meer Tolstoi en Coetzee. Als voorbeelden van een verborgen gegeven, dat niet openbaar wordt gemaakt maar dat, als drijfveer en als verschijningsvorm, nieuwe ruimte opent.

FantoomreligieEn God, wat is zijn rol in fantoomreligie?

In mijn boek schrijf ik God (meestal) met een kleine letter. Om open te laten wat aan ruimte voorhanden is. De betekenis van dat woord begint namelijk daar waar het in je leven is gekomen. Hoe het je is geleerd, of hoe je het toevallig hebt opgedaan of opgevangen. De reis naar hoe wij onze woorden zinvol persoonlijk en creatief zouden kunnen bezitten, kan daar beginnen.

Is dit een ontwikkeling die het geloof in onze tijd doormaakt?

Is het niet ironisch dat terwijl het persoonlijke in onze samenleving hoogtij viert, religie als scheppende cultuur diep in de knel zit? Dit is des te merkwaardiger nu er generaties opgroeien die nauwelijks meer reden hebben om zich bewust tegen een religie in hun directe nabijheid af te zetten. De tijd van een eigen religieus onderkomen voor het voeren en propageren van een ‘gelijk’ of overtuiging lijkt voorbij.

Het is interessant dat wanneer wij het over religie hebben, wij meteen aan inhoud denken en aan geboden en verboden. Terwijl religie voornamelijk bestaat uit de ingrediënten geschiedenis en verbeelding. Hoe het verschijnsel religie is ontstaan en uit welke ingrediënten het bestaat, wordt nauwelijks onderwezen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw klonken stemmen op om juist dit in het laatste jaar van de basisschool en de eerste jaren van het voortgezet onderwijs aan te bieden en te thematiseren. Maar dat heeft helaas weinig weerklank gevonden.

De crisis van de religie is ondertussen een zaak van mondiale betekenis geworden die nog lang op de agenda zal staan – zie bijvoorbeeld het werk van de filosoof Peter Sloterdijk. Zo hebben ook de Europese religieuze leiders aan de crisis en aan de verwarring bijgedragen door in 2006 in Oslo een verbod uit te spreken over spot in cartoons en nu over dit onderwerp te zwijgen terwijl het grote publiek hier duidelijk anders over denkt.

Als populistische vorm van expressie is religie van onuitwisbaar belang voor het vrije woord en de vrije expressie en meningsuiting van de moderne cultuur. Individualisme en sociale media met de bijbehorende beeldcultuur, maken dat religie van onder af aan moet beginnen. Geloven begint bij jou – aldus de remonstrantse reclameslogan – en dan gaat het hier om persoonlijke gestalten en verschijningsvormen. Manieren om uit te drukken waar het je om gaat.

Geldt dit ook voor de islam?

Ik vermoed dat soortgelijke ontwikkelingen zich hier ook voordoen. Met een moskee hebben we in de loop van jaren intensieve contacten opgebouwd. Het viel mij bij de ontmoetingen die we met elkaar hadden op hoe sterk wij op elkaar lijken. Meer in ieder geval dan ik eerder had durven denken of vermoeden.

In mijn boek Fantoomreligie zeg ik het zo: Het gaat er niet om dat we het leven met grote woorden temmen, maar dat we het helpen doorlichten. Religie is de vrijheid waarmee men omgaat met zijn lot zonder daarmee samen te vallen.

Heine Siebrand is remonstrants predikant en godsdienstfilosoof. Klik hier voor meer informatie over ‘Fantoomreligie’.

Logo_Personen

Redactie Nieuw Wij

Heeft u ook een nieuwstip? Of wilt u zelf publiceren? Laat het ons weten via de contactpagina.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.